DNA-onderzoek geeft geheimen prijs: wie waren de Merovingers onder het politiekantoor van Koksijde?

DNA isoleren en onderzoeken uit kiezen en botten van mensen die 1.300 jaar geleden hebben geleefd. Dat onderzoek – op een schaal die in Vlaanderen nog niet eerder vertoond is – heeft nieuwe informatie aan het licht gebracht over archeologische vondsten in Koksijde. Wie waren die begraven mensen? Waren ze verwant met elkaar? Waren ze gezond? Wat aten ze? Ontdek hier de resultaten van het MerovingerDNA-project.

Vijf jaar geleden, kort voor Kerstmis 2016, stootten bouwvakkers in Koksijde op een bijzondere vondst. In de bouwput voor een nieuw politiekantoor werden oude menselijke botten aangetroffen. “Eerst dacht men aan Vikingen of aan een pestbegraafplaats uit de middeleeuwen, maar op basis van koolstof-14-onderzoek en vondsten bleken de beenderen uit de tijd van de Merovingers te stammen, tussen 650 en 750 na Christus,” zegt geneticus Maarten Larmuseau van de KU Leuven en Histories vzw. 

Op een grafveld lagen resten van 53 mensen en er werden ook  sporen aangetroffen van twee erven, vermoedelijk boerderijen.

De voorbije twee jaar zijn de botten en kiezen intensief onderzocht in het kader van het MerovingerDNA-project. Een internationale samenwerking onder leiding van genetici Maarten Larmuseau en Toomas Kivisild (KU Leuven). “Dit is een primeur: DNA-onderzoek op archeologisch materiaal is op die schaal nog niet gebeurd in Vlaanderen,” zegt Larmuseau.  Van zo’n 30 middeleeuwse bewoners van Koksijde hebben onderzoekers een goed genetisch profiel kunnen vinden.  

foto Kris Vandevorst Agentschap Onroerend Erfgoed

Wie waren die mensen en wat was hun verwantschap?

DNA-onderzoek kan dus helpen om een archeologische site te helpen interpreteren. Larmuseau: “Met als belangrijkste vraag: wie waren die mensen en wat was hun onderlinge band?”   

Dit was een diverse gemeenschap, geen uitgebreide familie

Wat zijn nu de belangrijkste bevindingen? 

  • Op de begraafplaats bleken de meeste mensen niet aan elkaar verwant te zijn. Tegen de verwachting in, want de onderzoekers dachten vooral familieleden te identificeren. “Ik verwachtte een uitgebreide familie van drie generaties te vinden, een pater familias bij wie dan zonen waren komen wonen, wat geïsoleerd langs de kust. Denk aan plaatsnamen die eindigen op -gem, dat verwijst naar heim of huis.” Maar dat bleek niet het geval in Koksijde. Vaders en zonen of moeders en dochters waren daar in de minderheid. “Het was een diverse gemeenschap die hier woonde, geen familiale nederzetting.” 
  • Uit het DNA-onderzoek komt ook naar voor dat ze meer genetisch verwant zijn aan de noordelijke Saksen. Of ze effectief van daar gemigreerd zijn, kan verder isotopenonderzoek uitwijzen.
  • Hoe gezond waren deze Merovingers? Daar heeft het onderzoek ook wat duidelijkheid gebracht: “Bij de meesten waren reguliere orale bacteriën te vinden, zoals bij ons. Eén vrouw bleek besmet met hepatitis-B.” Een man had zware hoofdwonden.
  • VUB-onderzoekers hebben ook isotopenonderzoek verricht op de menselijke resten. Op die manier is ontdekt dat ze heel verschillende eetgewoonten hadden. Sommigen aten vaak vis, anderen bijna nooit. 

Dit soort onderzoek is op drie vlakken belangrijk, stipt Maarten Larmuseau aan: je krijgt inzicht in een individu van 1.300 jaar geleden, in zijn of haar leefgemeenschap  - wie is met wie verwant - en in de bredere maatschappij  - hoe verhouden ze zich tot andere populaties in dezelfde periode en zelfs tot ons hedendaags DNA. 

Louter een geslachtsbepaling kan al verhelderen. In Koksijde was bijvoorbeeld een skelet aangetroffen met een zilveren muntstuk ter hoogte van de mond. Een oud gebruik om de overtocht naar het hiernamaals te betalen. Het bleek geen vrouw te zijn, zoals tot nu toe was aangenomen, maar een man. Interessante informatie voor archeologen.

De archeologische vondst ligt op maar een boogscheut van de middeleeuwse Ten Duinen-abdij van Koksijde. Is er een verband? Daarvoor zou je de gegevens van “onder het politiekantoor” moeten vergelijken met menselijke resten in de abdij zelf. Dat onderzoek is nog niet afgerond.

Revolutionair en innovatief werk dat ons een nieuwe kijk geeft op het verleden

Hoe gebeurt zo’n genetisch onderzoek nu? “We moeten zo steriel mogelijk monsters nemen, om de vondsten niet met ons eigen DNA te besmetten,” legt Maarten Larmuseau uit. “Oud DNA kunnen we bijvoorbeeld in het binnenste van een maaltand vinden. Daar wordt DNA heel goed ingekapseld en kan heel lang bewaren, als de temperatuur en de vochtigheid goed zijn. Ook gehoorbotjes, het rotsbeen aan de slaap of de voetwortelbeentjes zijn dense botten, waar nog DNA aanwezig kan zijn.” 

Oud DNA onderzoeken is veel complexer dan nieuw genetisch materiaal, “vaak zijn er maar verkorte fragmenten van overgebleven die we dan zo goed mogelijk in elkaar moeten passen.” Dit soort onderzoek gebeurt al op vooral prehistorische skeletten, maar minder op onze middeleeuwse voorouders. Het is “revolutionair en innovatief werk dat ons een nieuwe kijk geeft op ons verleden”.

Koning Clovis

De Merovingers maakten deel uit van een grotere middeleeuwse bevolkingsgroep in onze contreien, de Franken. Een bekende Merovinger was koning Clovis, een man die in alle geschiedenisboeken staat. Hij liet zich onder invloed van zijn gemalin Clothilde dopen en voerde het christendom als staatsgodsdienst in. Clovis lag ook aan de basis van de zogenoemde Salische wet, waardoor enkel mannelijke nakomelingen konden erven. Ook een koninklijke titel. In België is de Salische wet pas in 1991 afgeschaft, waardoor prinses Elisabeth nu de troonopvolgster is. 

Doopsel van Clovis door de bisschop van Reims, verluchting uit de "Grandes Chroniques de France" (1375-1380) -  Bibliothèque Nationale, Parijs.

Bekijk hier de toelichting van Maarten Larmuseau over historisch en archeologisch DNA-onderzoek :

Meest gelezen