Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBig Tech

Deze luis in de pels van Google moet nu voor Biden de macht van de techgiganten breken

Jonathan KanterBeeld Win McNamee / Getty

De Amerikaanse Senaat heeft deze week ingestemd met de benoeming van topjurist Jonathan Kanter tot hoofd van de mededingingsdivisie op het ministerie van Justitie. Wie is deze Google-criticus die de macht van de techtitanen verder moet breken?

‘Geweldig nieuws voor werknemers én consumenten’, zo nam senator Elizabeth Warren (Democraten) afgelopen zomer alvast een voorschotje op de benoeming van de 48-jarige Jonathan Kanter als hoogste baas van de antitrustafdeling van Justitie. Die benoeming is sinds deze week een formaliteit, nu de Senaat met 68 stemmen voor en 29 tegen zijn oordeel heeft uitgesproken. 

Warrens enthousiasme is zeer verklaarbaar. De in New York geboren Kanter staat te boek als progressief én geniet een stevige reputatie als bedrijfsjurist die het heeft voorzien op te machtige bedrijven die misbruik maken van hun monopoliepositie. Nadat hij zijn juridische graad had behaald aan de Washington University School of Law, kwam hij terecht bij Amerikaanse mededingingsautoriteit FTC (Federal Trade Commission). Daarna deed hij zijn werk bij grote advocatenkantoren, waarbij hij vooral met Google te maken kreeg.

Die geschiedenis gaat terug tot 2007, toen Google bij het grote publiek en de politiek nog lang niet bekend stond als oppermachtig techbedrijf waartegen moest worden opgetreden. Integendeel: Google was de sympathieke gratis zoekmachine. Dat was de oppervlakte. Google werkte in die periode aan de fundamenten van zijn huidige marktmacht, door het succesvolle onlineadvertentiebedrijf DoubleClick voor meer dan 3 miljard dollar in te lijven.

Om dit bedrag in perspectief te plaatsten: een jaar ervoor was Google slechts de helft daarvan kwijt met de aankoop van YouTube. DoubleClick mocht dan bij het publiek veel minder bekend zijn, de potentie voor de toen nog ontluikende onlineadvertentie-industrie was enorm.

Miljardenovername DoubleClick

Kanter werkte destijds bij een prestigieus advocatenkantoor dat Microsoft tot zijn klanten mocht rekenen. Microsoft was van voormalig monopolist op het gebied van besturingssystemen (Windows) verworden tot een underdog die met lede ogen aanzag hoe een nieuwe generatie aan jonge techbedrijven als Google enorm succesvol was. De voorgenomen aankoop van DoubleClick was Microsoft een doorn in het oog en het was aan Kanter om de autoriteiten te overtuigen om een stokje voor die overname te steken. 

Dat mislukte jammerlijk. Zowel de Amerikaanse FTC als de Europese Commissie gaven hun toestemming aan de miljardenovername. De – achteraf terechte – vrees van Microsoft dat Google door de aankoop zijn macht op het vlak van zoeken en zoekadvertenties zou uitbreiden naar andere vormen van onlineadvertenties (de zogenoemde banners), maakte geen indruk op de commissies in het thuisland en Europa.

Antitrustwetgeving

Het pijnlijke verlies voor Kanter sterkte hem alleen maar in de overtuiging dat de vigerende antitrustwetten waarmee moderne techbedrijven moeten worden aangepakt, niet toereikend zijn. In een hoorzitting van een antitrust-senaatscommissie drie jaar geleden drong hij er bij beleidsmakers op aan dat zij zich moeten inspannen om de antitrustwetgeving relevant te houden in ‘de realiteit van de huidige economie en samenleving’.

Die realiteit is nogal een andere dan die van de vorige eeuw. Ook toen waren er monopolisten, maar die waren dat op één gebied. Telecom bijvoorbeeld, tabak, of olie. En hun gedrag leidde tot hoge prijzen voor de consument. De techbedrijven, met hun vaak ‘gratis’ diensten en brede portefeuille aan diensten, kunnen niet langs die oude meetlat worden gelegd.

Dit inzicht deelt Kanter met Lina Khan, de piepjonge (32) juriste en ‘antitrust-hipster’ die afgelopen zomer al door president Biden is aangesteld als de hoogste baas bij de FTC. Met Kanter op een andere cruciale plek (Justitie) toont Biden aan dat hij heel serieus werk wil maken van de aanpak van de te grote macht van de grote techbedrijven. Dat zijn met name Google, Facebook, Amazon en in iets mindere mate Apple. Het andere lid van de zogenoemde Big Five, Microsoft, weet de dans tot nu toe te ontspringen.

Naast Khan en Kanter wordt de derde sleutelpositie in de progressieve troika ingenomen door Tim Wu, ook al zo’n uitgesproken tegenstander van te grote macht van techbedrijven. Wu is de speciale adviseur van de president voor technologie- en concurrentiezaken. Kanter, die als partner van een prestigieus kantoor in vier jaar tijd ruim 20 miljoen dollar verdiende en vorig jaar zijn eigen juridische firma opzette, komt hiermee in het hart van Bidens aanvalsteam te zitten.

Zaak tegen Google

Kanter mag gelijk zijn tanden zetten in de zaak die zijn nieuwe werkgever in oktober vorig jaar aankondigde tegen uitgerekend Google. Die is inhoudelijk een kolfje naar zijn hand, met het oog op zijn jarenlange strijd tegen het bedrijf. Wel zou Kanters uitgesproken reputatie van Googles horzel tot kritiek kunnen leiden vanuit het Google-kamp: is Kanter niet te partijdig om zo’n belangrijke zaak te leiden? 

Amazon en Facebook gebruikten eerder dit jaar exact dit argument om Lina Khan in diskrediet te brengen. Zij zou, met name als criticus van Amazon, te gekleurd zijn om de FTC-zaken tegen de twee techbedrijven te leiden. Toch denken experts dat het in Kanters geval niet genoeg zal zijn om hem te dwingen terug te treden in de Google-zaak.

Steun van Republikeinen

Ondanks zijn uitgesproken progressieve signatuur geniet Kanter brede politieke steun. Zo steunden ook Republikeinen die eerder dezelfde positie bekleedden zijn voordracht in het openbaar. Ze mogen het dan oneens zijn met zijn politieke opvattingen, ze onderschrijven zijn zeer grondige juridische kennis op het gebied van mededinging.

Wat ook meewerkt, is het veranderde klimaat rondom de machtige techbedrijven. Republikeinen moeten van oudsher niets hebben van overheidsingrijpen, maar voor Big Tech maken ze graag een uitzondering. Onder de Republikeinen genieten de techbedrijven van de westkust de reputatie van verderfelijke, linkse hipsterbolwerken, die met hun sociale netwerken progressieve denkbeelden voortrekken. Aan Kanter nu de uitdaging om de hooggespannen verwachtingen waar te maken.

Drie keer Amerikaanse overheid versus Big Tech:

1. Justitie versus Google
Het Amerikaanse ministerie van Justitie maakte in oktober 2020 bekend dat het Google gaat aanklagen wegens het ‘instandhouden van een illegaal monopolie op zoekopdrachten en zoekadvertenties’.

2. FTC en staten versus Facebook
De Amerikaanse handelscommissie FTC en verschillende staten hebben Facebook aangeklaagd wegens misbruik van zijn machtspositie. De commissie wil mogelijk dat het bedrijf WhatsApp en Instagram verkoopt.

3. Amerikaanse staten versus Google
De openbaar aanklagers van meerdere Amerikaanse staten hebben in 2020 en 2021 drie verschillende zaken aangespannen tegen mogelijk machtsmisbruik door Google op het gebied van onlineadvertenties, zoeken en appdistributie.