Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Sylvie Kreusch: ‘Ik kijk op naar mensen die gewoon een Nokia hebben’

Sylvie Kreusch: ‘Tot mijn twintigste heb ik een diepe put gegraven. Pas door mijn eerste band op te richten heb ik mijn weg gevonden.’Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Zeventwintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Vandaag: muzikante en model Sylvie Kreusch (30). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

Hoe oud voelt u zich?

“Ik voel me absoluut geen 30. Op het vlak van verantwoordelijkheid al zeker niet. Ik heb ook nog vaak de neiging om mijn moeder te bellen met stomme praktische vragen. Tegelijk voel ik me vaak 60, heel oud. Ik heb niet meer de behoefte om naar feestjes te gaan. Een wandeling met mijn hond maakt mij gelukkig. Ik voel dat ik saai word. (lacht) En dat komt omdat ik heel hard heb geleefd. Ik heb een lange feestperiode achter de rug waarin ik heel diep ben gegaan. Drie dagen aan één stuk wakker blijven om geen enkel feest te missen. Pure rock-’n-roll. Alles geven en mezelf mentaal en lichamelijk volledig kapotmaken. Zo extreem dat ik natuurlijk gecrasht ben. Ik heb mijn portie wel gehad.

“De laatste vijf jaar voel ik dat ik aan het neerdalen ben. Enkel op momenten waarbij je in survivalmodus zit, op het einde van een relatie bijvoorbeeld, heb ik het nodig om weer even destructief te zijn. Me opkleden, naar buiten gaan en aanwezig zijn. Nu heb ik dat niet. Het liefst van al wil ik films kijken met vrienden en wandelingetjes maken met mijn hond.”

Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Als het gaat om liefdesrelaties, en daarin leer je jezelf het best kennen, dan ben ik iemand die veel te hard bezig is met de noden van de andere. Ik cijfer mezelf weg, waardoor ik in the end de dupe ben en met een gebroken hartje achterblijf. Ik wil empathisch zijn, waardoor ik mezelf vergeet.

“Ik ben ook iemand die confrontaties uit de weg gaat. Ik krop alles op en kan dan plots megahard uitbarsten tegen willekeurige mensen op straat. Als iemand iets zegt of doet wat ik niet kunnen vind, dan begin ik te brullen en zet ik hem volledig op zijn plaats. Ook in mijn teksten neem ik totaal geen blad voor de mond. Wat ik in het echt nooit zou durven te zeggen, gebruik ik in mijn kunst. Ik hoop er anderen mee te kunnen helpen.”

Wat is uw passie?

“Muziek, obviously. En honden. (lacht)

“Er zijn twee momenten waarop ik voel: daarvoor doe ik het. Dat is wanneer ik net een demo heb gemaakt, en wanneer ik me volledig verlies op het podium. Dat zijn de enige twee momenten waarop ik denk: it’s worth it. Het gaat mij niet om het applaus, maar om de eigen voldoening. Als ik die voel, maakt het mij niet uit of er nu tien of tienduizend man in de zaal staat.

“Mocht ik geen muziek maken, dan zou ik me minder sterk voelen. Het album dat ik nu heb geschreven, was vanuit noodzaak. Misschien is schrijven mijn gratis therapie. Ik voel dat ik snel genees van trauma’s, en dat is vooral te danken aan het feit dat ik een manier heb gevonden om mijn gevoelens te uiten. Jammer genoeg gaat het schrijven vlot wanneer ik door een intense periode ga, dan vloeit het eruit. Ik heb heftigheid nodig om te creëren. Ik denk dus wel dat een rustige liefde mijn creativiteit in de weg staat. Pas als de boel ontploft, word ik megacreatief. Soms denk ik zelfs dat ik daarnaartoe leef.” (lacht)

Wat is uw zwakte?

“Wat ik al heb gezegd: confrontaties vermijden. Veel mensen zeggen dat ik sterk ben. Dan denk ik: nee, het is juist níét sterk om de hele tijd weg te lopen.

“Hoe dat komt? Dat moet ik nog uitzoeken. (lacht) Meestal heeft het te maken met wat je voor je vijfde levensjaar hebt meegemaakt. Dingen die je je niet meer herinnert. Iedereen zit vol met trauma’s. Ik weet dat ik als kind veel niet bewust heb beleefd, omdat ik toen in mijn eigen droomwereld zat. Je bent het vergeten, maar het zit wel in je systeem. En dat maakt dat je later op een bepaalde manier reageert.”

Hoe was uw kindertijd?

“Ik heb vooral veel herinneringen aan onze vakanties in de Dordogne, waar mijn opa wijnboer was. Dat was een droomplek. Bij opa was het vrijheid, geen regels. Ik denk dat ik vooral dat wil onthouden, want België, dat was school. En school is echt een trauma. (lacht)

“Het idee van elke ochtend op de speelplaats aan te komen en je vrienden te moeten zoeken: ugh. Dat verloren voelen is al een heel vieze herinnering. En bovendien werd ik continu gestraft, omdat ik een dromer was. Niet dat ik iets verkeerds deed, maar ik zat vaak met mijn hoofd ergens anders. Ik werd gewoon afgestraft voor wie ik was.

‘Ik heb twee tweepersoonsbedden naast elkaar gezet, en dan knuffelen we elkaar. Er zit wel een kleine hippie in mij.’Beeld © Stefaan Temmerman

“Ook later op de kunstschool hebben ze me doen geloven dat ik niet getalenteerd was. Ik heb letterlijk gehoord: ‘Kunst is niets voor jou’. Dan geloof je dat en stop je ermee. En ga je gewoon feesten, want wat schiet er nog over? Dan ga je naar de club en wil je bij de coole kids horen en word je heel destructief.

“Tot mijn 20ste heb ik een diepe put gegraven. Pas door mijn eerste band op te richten heb ik mijn weg gevonden.”

Is het leven voor u een cadeau?

“Soms wel, soms niet. Als het niet zo is, probeer ik wel te beseffen dat ik heel geprivilegieerd ben en zoveel heb meegekregen wat anderen moeten ontberen, en dat ik dus niet moet zagen. Je groeit op met het idee dat succes hebben en de beste zijn een garantie betekenen voor geluk. Dat is niet zo. Je moet voldoening in jezelf zien te vinden, maar soms lukt dat niet, en dan voel je je een beetje verloren.

“We leven ook in een tijd waarin het heel moeilijk is om weg te blijven van alles wat je dom en leeg doet voelen. Je gsm, de Kardashians, Netflix. (lacht) Hoe stom je het allemaal vindt, het is aanwezig en slorpt alles op. Het is veel moeilijker geworden om een boek te lezen. Ik kijk op naar mensen die gewoon een Nokia hebben. Zij hebben een zoveel rijker leven. Niet alleen omdat ze meer kunnen doen op een dag, maar gewoon omdat ze al die invloeden niet ondergaan.”

Wat vond u de moeilijkste periode in uw leven?

“De club van 27. Zevenentwintig was een moeilijk jaar. Alles wat ik opgebouwd had, viel uiteen, ook omdat een lange relatie toen afbrak. Ik was er echt van overtuigd dat ik ging sterven.

“Er moeten nog moeilijke momenten geweest zijn, zoals de scheiding van mijn ouders toen ik negen was. Ik kan me niet herinneren hoe ze waren toen ze nog gelukkig waren samen, ik herinner me alleen maar ruzie. Maar ik heb dat niet echt opgeslagen. Pas door ouder te worden heb ik geleerd om heel dramatisch te zijn.” (lacht)

Hoe is de band met uw ouders?

“Nu moet ik oppassen wat ik zeg. (lacht) Ik vind het altijd zot als ik vriendinnen naar hun ouders zie sturen: ‘Ik hou van u’. Wij zeggen dat nooit. Wij zijn heel droog. Daarom dat ik het ook moeilijk heb om dat tegen mijn lief te zeggen. Die woorden, daar krimp ik van ineen. Ik ben daar niet mee opgegroeid. Dat klinkt zo Amerikaans, zo fake. Wij tonen onze liefde door voor elkaar door het vuur te gaan.

“Ik weet dat ik nooit in de goot zal belanden, want mijn mama zal daarvoor zorgen. Ik had onlangs nog een mental breakdown en de eerste naar wie ik belde, was mijn mama. Ik vraag me ook altijd af wie ik zou bellen als ik op een vliegtuig zou zitten dat crasht. Als het om leven of dood gaat, dan denk ik wel dat je naar de persoon belt die je heeft gecreëerd. Alleen al uit respect.”

Welke kleine dingen kunnen u blij maken?

“Met mijn hond gaan wandelen. Ik heb daar net een liedje over gemaakt: ‘Walk Walk’. Ik heb hem uit een asiel gehaald, waar hij acht jaar in een kooi heeft gezeten. Als hij nu vrij rondloopt in de natuur en je kijkt naar zijn mimiek, dan zie je zoveel geluk dat je er zelf blij van wordt. Je beseft dan ook wat het betekent om vrij te zijn en in een vrij land te wonen.

“‘Walk Walk’ is het meest positieve nummer dat ik ooit heb geschreven. Heel eerlijk en simpel, naïef ook. Het zou evengoed door een kind geschreven kunnen zijn, maar dat vind ik net zo mooi. Ik weet dat ik heel mijn leven in cirkeltjes ga lopen en mezelf dezelfde shit zal aandoen. Dan kan ik altijd naar dat nummer luisteren en voelen van: oké, alles komt goed, je bent in staat om rechtdoor te gaan en niet meer achterom te kijken.

“Waar ik ook gelukkig van word, is lepelen. Spoonen. (lacht) Ik hou van sleepovers met mijn vrienden. Ik heb twee tweepersoonsbedden naast elkaar gezet, en dan knuffelen we elkaar. Er zit wel een kleine hippie in mij.”

Hebt u soms heimwee?

“Ja. Vooral van het idee dat je nooit meer kunt terugkeren naar je kindertijd, word ik triestig. Bepaalde episodes in je leven worden afgesloten, en je moet verder. Dat is ook zo bij relaties die eindigen. Dan denk ik: ik ga nooit meer de liefde bedrijven met die persoon. Het is niet dat ik heimwee heb naar één bepaald moment.”

Wat biedt u troost?

“Mijn hond. (lacht) Het is zot om te zien hoe hij mij aanvoelt en hoeveel empathie hij heeft. Als ik triestig ben, komt hij naar mij om te knuffelen. En natuurlijk moet ik hem dan aaien. (lacht) Of hij kijkt megadiep in mijn ogen en dan komt de Socrates in hem naar boven. Dat was zijn naam in het asiel omdat het zo’n wijze hond is, maar ik vond dat wat te heftig, dus heb ik hem Kratje genoemd.

“Ook een nummer maken biedt troost. In die intense periode heb ik al blètend nummers geschreven en dat was de beste troost die ik kon krijgen. Die demo’s zou ik nooit willen wegsmijten, je hoort de eerlijkheid in die stem. Soms vind ik het jammer om de vocals opnieuw te doen, want dat gevoel is weg. De mooiste lyrics komen vanuit je buikgevoel, van de momenten dat je effectief troost zoekt door middel van je kunst.”

Waar hebt u spijt van?

“Van niets, denk ik. Het klinkt heel melig, maar alle dieptepunten in mijn leven waren nodig om sterker te worden. Dat heb ik altijd letterlijk gevoeld. Als er iets kuts gebeurt, dan leer ik mezelf veel beter kennen en ga ik veel meer zorg dragen voor mezelf. Eerst is er dat destructieve, maar daarna ga ik meer van mezelf houden.”

Wat is uw grootste angst?

“Opgegeten worden door een anaconda. (lacht) Nee, ik denk dat eenzaamheid mijn grootste angst is. En dan kom ik bij de dood. De dood lijkt mij heel eenzaam.

“Een beeld dat vaak terugkomt uit mijn kindertijd, is dat we aan het skiën zijn op een zwarte piste en plots in de mist terechtkomen. Waarop ik begin te flippen uit angst om iedereen kwijt te spelen. Ik zou nooit een wereldreis alleen kunnen maken.”

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Vorige week. Ik had liefdesproblemen en was met de fiets onderweg naar een goede vriendin op zoek naar troost. We hadden afgesproken op een plek waar ik nog nooit geweest was, ergens in een smal straatje. Ik reed heel traag, terwijl ik op mijn gsm keek waar het adres was. Doken er plots twee politieagenten op die dreigden met 200 euro boete. Dat was echt het laatste waar ik op dat moment mee bezig wilde zijn, dus ik fietste door naar de Groenplaats. Ik keek weer op mijn gsm. Stonden ze daar niet opnieuw. Die waren mij dus gevolgd! Hadden ze echt niets beters te doen? Ik had dus 200 euro boete aan mijn been. En omdat ik niet slaafs reageerde, begonnen ze me te filmen met hun bodycam. Ineens werd ik behandeld als een crimineel. Iedereen keek van: wat heeft dat wijf gedaan? Toen kreeg ik een mental breakdown midden op straat.

Sylvie Kreusch: ‘Ik kijk op naar mensen die gewoon een Nokia hebben’
Beeld © Stefaan Temmerman

BIO

Muzikante, model

Geboren in 1991

Kreusch’ band Soldier’s Heart werd met culthit ‘African Fire’ in 2013 opgenomen in StuBru’s De Nieuwe Lichting.

Sloot zich in 2017 aan bij Warhaus, de band van haar toenmalige vriend Maarten Devoldere.

Maakte muziek voor modedefilés.

Solodebuut Montbray uit sinds 5/11 .

“Als je zoiets meemaakt, besef je dat je helemaal niet weet hoeveel shit mensen meedragen. De politie zou er moeten zijn om je een gevoel van veiligheid te bieden, maar eigenlijk treiteren ze je. In plaats van gewoon een gesprek met me te voeren en te vragen wat er scheelde.”

Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

“Ik woon samen met mijn broer en we zijn allebei heel chill, maar ineens kan de boel ontploffen en dan beginnen we te roepen en elkaar uit te schijten. Vroeger als kind smeten we gewoon met borden naar elkaar.” (lacht)

Wat is uw vroegste herinnering?

“Ik zie mezelf nog zitten in een metalen wijnsilo bij mijn opa in de Dordogne. Ik kroop daar graag in om te zingen, want dat weergalmde daar zo zot.

“Ondertussen is dat domein verkocht. Ik denk vaak: kon ik maar terug naar die plek, dan zou ik daar een plaat maken. Daar zit zoveel inspiratie.”

Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Heel veel handgeschreven teksten, quotes, lyrics. ‘The saddest part of a broken heart isn’t the ending so much as the start’, van Leslie Feist (Canadese zangeres en songwriter, red.), dat soort dingen. Ocharme mijn mama, toen ze dat huis moest verkopen met al die alcoholstift op de muren.”

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Ik heb een heel sterk lichaam. Ik schrik ervan wat voor een zotte conditie ik heb voor iemand die zo veel en zo lang gerookt heeft. Ik word ook niet makkelijk ziek. Ik probeer nu wel respect te hebben voor mijn lichaam door genoeg te bewegen en goed te eten.

“Zoals elk meisje van mijn leeftijd zijn er dingen waar ik niet content of onzeker over ben, daarom hecht ik veel belang aan mijn outfit. Ik wil me er vrij in kunnen voelen.”

Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?

“Over het feit of ik al dan niet dieper moet gaan nadenken. (lacht) We leven in een tijd waarin iedereen naar een psycholoog gaat en aan psychoanalyse doet. De ene dag denk ik: ik heb dat niet nodig. De andere dag denk ik van wel. Die vraag houdt mij bezig. Moet ik dieper gaan graven in mezelf? Is dat nodig? Ik doe het al via mijn schrijven, maar is dat genoeg? Het lijkt wel alsof ik mezelf verwaarloos. Ik voel gewoon dat heel dat mentaal welzijn iets toxisch begint te worden. Die druk dat we allemaal gelukkig moeten zijn. Mensen die zo diep op zoek gaan naar zichzelf en zich daardoor net verliezen. Sommigen gaan zo ver dat ze hun toekomst laten bepalen door tarotkaarten of pendelaars. Ik vind dat gevaarlijk.”

Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ik weet niet precies wat een religieuze ervaring is, maar ik kan me wel verliezen in seks. Dat is iets heel dierlijks en puurs. Ik heb ook wel al heftige trips meegemaakt waarbij ik voelde dat ik het licht had gezien.”

Welk boek heeft voor u een bijzondere betekenis?

Just Kids van Patti Smith. Omdat ik mezelf daarin herken als artiest. Het gaat over vriendschap, over het verlies van mensen, over de ontwikkeling van haar talenten, over de worsteling en onzekerheid die daarmee gepaard gaan. Het is een boek waarin alles samenkomt wat mij interesseert.”

Hoe definieert u liefde?

“Obsessief verlangen naar iemand. Elkaar sterker maken. Elkaar kunnen loslaten. Elkaar veel gunnen. Dat laatste is vaak een probleem, ook bij vriendschap, omdat jaloezie de kop opsteekt. Als het niet lukt om iemand die je lief hebt iets te gunnen, heeft dat alles te maken met je eigen onzekerheid.”

Wat vindt u erotisch?

“Euhm… omdat ik nu niet meteen kan antwoorden, lijkt het alsof ik aseksueel ben, maar dat ben ik absoluut niet. (lacht) Voor mij zijn ochtenden erotisch. Dan ontwaak je uit je slaap en ben je puur. Je hebt geen dag die je moet verwerken. Je bent niet onder invloed. Wakker worden in elkaars armen, dat is voor mij het meest erotische.”

Wat is de meest speciale plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“Ik ben niet into speciale plekken. Voor mij moet het vooral een comfortabel bed zijn. Het moet praktisch zijn. Geen toilet op een vliegtuig voor mij. (lacht) Als ik naar het toilet ga, is het enkel om naar het toilet te gaan.”

Hoe zou u willen sterven?

“Niet. (lacht) Ik denk zoals iedereen: met al mijn kleinkinderen rond mijn bed en een goede fles champagne. Ik zou het heel erg vinden mocht er niemand naast mijn bed staan. Het idee dat ik mezelf heb kunnen voortplanten, vind ik heel belangrijk. Ik hoop dat ik véél kleinkinderen krijg.” (lacht)

Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Een onbetaalbaar megachic diner. Dingen die ik nog nooit heb gegeten, smaken die ik nog nooit heb ervaren. Een laatste ontdekkingsreis voor ik sterf.”

Welke droom hebt u nog?

“Met vrienden een zot kasteel kopen ergens aan een strand, met veel honden, en daar samen oud worden. Zo moeten we niet eindigen in ons eigen asociale hokje. Dat hoeft niet, er zijn andere manieren die gezonder zijn.”