De correctionele rechtbank van Antwerpen boog zich maandag over het tweede proces rond de illegale ‘freefights’ of ‘bosgevechten’ in het milieu van de voetbalhooligans. In het dossier tegen 66 leden van de harde kern van Antwerp sprak de rechtbank effectieve gevangenisstraffen uit. Een aantal veroordeelden wacht nog op een proces in beroep.

Na de aanval van Antwerp-hooligans op een supportersbus van Beerschot in 2017, startten politie en parket niet alleen een onderzoek naar de hooliganscene van Antwerp, ook de zogenaamde ultra’s van Beerschot werden onder de loep genomen. Uit dat onderzoek bleek dat ook de Jonge Garde Beerschot zich liet gelden tijdens zogenaamde ‘freefights’ tussen supportersgroepen.

“Ernstig gevaar voor openbare orde”

‘Freefights’ zijn gevechten in bossen of andere afgelegen plaatsen, waarbij supportersgroepen afspreken om tegen elkaar te vechten. “Er worden wel afspraken over het aantal deelnemers en de bewapening gemaakt”, aldus de procureur. “Ook is er vaak een scheidsrechter aanwezig. Maar de afspraken worden vaak aan de laars gelapt. En tijdens de gevechten raken deelnemers gewond of gaan ze knock-out, zonder dat er medische bijstand is voorzien. De gevechten vormen een ernstig gevaar voor de openbare orde en zijn dus illegaal.”

De Jonge Garde Beerschot nam volgens het openbaar ministerie deel aan minstens vier ‘freefights’, tussen 2014 en 2017. De vechters van de harde kern van Beerschot gingen de confrontatie aan met de ultra’s van Waasland-Beveren, Genk, Lierse en Antwerp. Daarnaast waren een aantal beklaagden betrokken bij een raid in 2017 op café Wimbledon, een supporterscafé van Lierse.

23 leden staan terecht

De leider van de Jonge Garde Beerschot was volgens de procureur Robbie S., die werd bijgestaan door zijn rechterhand Sven D.. Robbie S. onderhield contacten met de andere supporterskernen, organiseerde ‘freefights’, zorgde voor kleding en nam zelf deel aan een aantal gevechten. S. riskeert een gevangenisstraf van 22 maanden. Zijn vermeende rechterhand riskeert een werkstraf van 180 uur.

In totaal staan er 23 leden van Jonge Garde Beerschot terecht, waaronder oprichter Wim V.D.E. Hij riskeert veertien maanden celstraf. De oprichter ontkent ook maar iets met de ‘freefights’ te maken te hebben. “Hij heeft de Jonge Garde Beerschot 25 jaar geleden opgericht, maar hij hoort niet meer tot de vriendenclub die de Jonge Garde Beerschot nu is”, aldus zijn raadsman Nick Paeleman. “Hij is niet bij de ‘freefights’ betrokken geweest. Hij is hooguit één keer toeschouwer geweest.”

“Geen leiders en taakverdeling”

Advocaat Xavier Potvin verdedigde meerdere beklaagden. “We gaan niet discussiëren over het illegale gehalte van de ‘freefights’”, aldus mr. Potvin. “Mijn cliënten erkennen dat ze fouten hebben gemaakt en nemen hun verantwoordelijkheid. Maar wij betwisten wel dat Jonge Garde Beerschot een vereniging was die tot doel had om geweld te plegen. Hier zit geen organisatie, met een generaal of een sergeant zoals we in het dossier van Antwerp hebben gezien. Hier zit geen organisatie die vechters ronselde en betaalde om deel te nemen aan gevechten tegen andere groepen. De mensen die u hier ziet zitten zijn allemaal vrienden, die elkaar ontmoeten bij het voetbal, die met elkaar op stap gaan, die bij elkaar thuis komen en naar elkaars verjaardag of trouwfeesten gaan. Deze groep had ook geen leiders, laat staan dat er een taakverdeling bestond. Iedereen was gelijkwaardig.”

Net als meester Potvin waarschuwde ook zijn confrater Brecht Pype, die voor tweede beklaagde Sven D. pleitte, ervoor om het Beerschot-dossier niet met dezelfde bril te bekijken als het Antwerp-dossier. “Er werden geen deelnemerslijsten opgemaakt, er was geen structuur”, aldus Pype.

Potvin: “De beklaagden zijn na 2017 ook gestopt met deelname aan ‘freefights’, omdat ze vonden dat het niets meer met voetbalbeleving te maken had. Ze vonden dat groepen als die van Antwerp veel te professioneel waren voor hen. Ze vreesden dat het uit de hand zou lopen.”

“Niet meer dezelfde man”

Een aantal beklaagden nam zelf het woord tijdens het proces. Ze vroegen de rechtbank om een milde straf. “Ik heb fouten gemaakt”, zei Robbie S., de vermeende aanvoerder. “Maar hier staat vandaag een andere man, dan ik vijf jaar geleden was toen de laatste feiten hebben plaatsgevonden. Ik ben niet meer in contact gekomen met de politie of het gerecht. Ik heb een relatie en vast werk.” (vdaa)