Direct naar artikelinhoud
AnalyseData

Meer dan miljoen boosterprikken zijn toegediend in ons land, maar eigenlijk kan het sneller

Meer dan miljoen boosterprikken zijn toegediend in ons land, maar eigenlijk kan het sneller
Beeld ANP

De symbolische kaap van één miljoen Belgen die een boosterprik tegen het coronavirus hebben gekregen, is gerond. Een mooi cijfer, maar er komen ook al meer dan 3 miljoen inwoners in aanmerking voor die broodnodige extra beschermlaag, waarvan een groot deel 65-plussers. Het kan dus in principe sneller, zeker nu steeds meer gevaccineerde ouderen in het ziekenhuis belanden.

1.090.889, of 9,47 procent van de volledige bevolking. Dat is het aantal extra prikken dat tot en met gisteren werd uitgedeeld, nadat de boostercampagne in ons land eind september opstartte. In eerste instantie gebeurde dat bij de bewoners van de woon-zorgcentra en mensen met een verlaagde immuniteit. In de loop van oktober kwamen daar ook de nog thuiswonende 65-plussers bij, in aflopende volgorde. Bedoeling is om in Vlaanderen alvast alle 65-plussers tegen het einde van het jaar hun derde prik te hebben gegeven.

De campagne wordt beschouwd als een belangrijk wapen in de strijd tegen toekomstige coronagolven, al lijken de eerste resultaten uit het buitenland ook te bewijzen dat massaal derde prikken zetten al veel sneller effect kan hebben. Onderzoek uit Israël en het Verenigd Koninkrijk, waar al een groot deel van de ouderen een extra prik kreeg, toont aan dat het risico op een symptomatische infectie, en bijgevolg ziekenhuisopname en overlijden, fors daalt na de boosterprik.

Meer dan 90 procent bescherming

De eerste effecten zijn bovendien al na een week te zien. Zo steeg de bescherming tegen infectie bij Britse 55-plussers die eerst Pfizer hadden gekregen van 63 procent vijf maanden na de tweede prik, naar 94 procent na de derde prik. Dat is zelfs nog hoger dan hun hoogste beschermingsniveau net na de tweede prik, die op 82 procent lag. Voor wie AstraZeneca als basisvaccin had gekregen was het verschil zelfs nog groter: de beschermingsgraad evolueerde van 61 procent richting 44 procent vijf maanden later tot 93 procent net na de boosterprik.

In Israël toonde een studie bij meer dan 700.000 ontvangers van een derde dosis dan weer aan dat het risico op hospitalisatie met 93 procent daalde dertien dagen na de inenting, in vergelijking met evenveel mensen die slechts twee prikken hadden gekregen.

De vraag is of de boostercampagne in ons land dan niet sneller moet worden uitgerold, met die positieve resultaten in het achterhoofd. Want ook al zijn er al meer dan een miljoen extra vaccins gezet, vandaag komen ook al meer dan drie miljoen mensen in aanmerking voor die extra prik. Wie gevaccineerd is met Pfizer of Moderna moet minimaal zes maanden wachten op de booster, bij AstraZeneca is dat vier maanden, en bij Johnson & Johnson twee maanden. In totaal 3,1 miljoen Belgen hebben die wachttijd al doorlopen en kunnen dus al extra gevaccineerd worden, maar wachten nog op hun uitnodiging of prikmoment.

Voor een aantal doelgroepen is de beslissing om de boosterprik toe te dienen nog maar pas genomen, en zit er daardoor sowieso vertraging op de curve. Zo worden de zorgverleners in de ziekenhuizen en de eerste lijn sinds vorige week opnieuw gevaccineerd, terwijl velen onder hen al zeven tot acht maanden geleden, in maart of april, hun tweede prik hebben gekregen.

Ook werd nog maar enkele weken geleden beslist om wie Johnson & Johnson kreeg een tweede prik te geven. Zij komen vanaf half december aan de beurt, terwijl 380.000 Belgen volgens het interval van twee maanden op dit moment al in aanmerking komen.

Zelf de evolutie van de boostercampagne opvolgen? Dat kan op de vernieuwde interactieve vaccinatieteller van De Morgen.

Wapen

De doelgroep waar de booster het belangrijkste wapen kan zijn, zijn echter de 65-plussers, zoals vorige week ook op het Overlegcomité werd benadrukt. De beslissing hen een extra dosis te geven werd al op 29 september genomen door de verzamelde ministers van Volksgezondheid, na een positief advies van de Hoge Gezondheidsraad vijf dagen eerder.

Pas sinds vorige week echter lijkt de campagne in Vlaanderen, na een vlotte uitrol in de woon-zorgcentra, echt op gang te zijn gekomen, nadat heel wat vaccinatiecentra wekenlang op een lager pitje draaiden door reorganisaties en verhuisplannen. Het Agentschap Zorg en Gezondheid maakt zich sterk dat al meer dan 33 procent van de 65-plussers gevaccineerd is, en nog eens 37 procent uitgenodigd voor hun prik de komende weken. 

Uit de meest recente Sciensano-cijfers blijkt dat 508.000 Vlaamse senioren extra gevaccineerd zijn, iets meer dan een derde van het totaal. Maar een kleine 950.000 anderen komen strikt genomen vandaag ook al in aanmerking voor hun extra prik.

Ziekenhuis

Volgens de laatste data van de Risk Assessment Group (RAG) worden er ondertussen steeds meer 65-plussers in het ziekenhuis opgenomen, ook als ze dubbel gevaccineerd zijn. Per dag kwamen er in de eerste twee weken van november in absolute aantallen meer gevaccineerde ouderen in het ziekenhuis terecht (86) dan niet-gevaccineerden (19). De gevaccineerde 65-plussers vormen daarmee meer dan de helft van alle ziekenhuisopnames. Dat is op zich ook logisch: er zijn veel meer gevaccineerde ouderen dan niet-gevaccineerde.

Als daarmee rekening wordt gehouden, blijkt duidelijk dat de vaccins nog altijd een effect hebben en niet-gevaccineerden nog altijd een hoger risico lopen: per 100.000 gevaccineerde 65- tot 84-jarigen belandden er in die twee weken 52,7 in het ziekenhuis, bij de niet-gevaccineerden was dat liefst 172,4. Niet-gevaccineerden in die leeftijdscategorie belandden dus 3,3 keer vaker in het ziekenhuis. Bij de 85-plussers was dat ook nog altijd een factor 2,2: 91,9 ziekenhuisopnames per 100.000 gevaccineerden tegenover 200,8 per 100.000 niet-gevaccineerden.

Maar met een hogere viruscirculatie en een afnemende immuniteit voor wie nog geen derde prik kreeg, nemen de ziekenhuisopnames dus ook bij de dubbel gevaccineerde 65-plussers toe. Het lijkt dus logisch om in die groep een tand bij te steken met de boosters om hun immuniteit een nieuwe duw in de rug te geven.

De groep die in aanmerking zou komen voor de boosterprik zou trouwens nog groter worden indien het interval van zes maanden zou worden losgelaten, zoals sommige andere landen doen. In Zweden is de wachttijd bijvoorbeeld ingekort tot vijf maanden om meer senioren voor de winter extra te kunnen beschermen. Oostenrijk ging vorige week zelfs naar vier maanden, gezien de dramatische epidemiologische toestand in het land.