Boosterprik veroorzaakt minder bijwerkingen

 ©  MARC HERREMANS - MEDIAHUIS

Bijna 660.000 Vlamingen hebben intussen hun derde (tweede in het geval van Johnson&Johnson) prik gekregen: het ‘boostervaccin’. De neveneffecten lijken minder uitgesproken dan bij de eerste of tweede prik.

Al wie ouder is dan 65, een immuunstoornis heeft, in de zorg werkt of een Johnson&Johnson vaccin kreeg, wordt dezer dagen uitgenodigd voor een extra prik. Zo’n 660.000 Vlamingen kregen ondertussen al hun boostervaccin. Enkel de mRNA-vaccins – Pfizer of Moderna – worden gebruikt voor deze vaccinatiecampagne. Van Moderna wordt zelfs maar de helft van een normale dosis gegeven. En dat zou wel eens de reden kunnen zijn waarom er minder bijwerkingen gemeld worden, zegt vaccinoloog Pierre Van Damme. “Daarnaast is de tijd tussen de basisvaccinatie en de boosterprik veel langer, waardoor ons lichaam er minder op reageert. We zien dat ook bij vaccinatie tegen hepatitis B bijvoorbeeld, daar zijn de bijwerkingen na de boosterprik ook veel milder. Maar het is niet omdat ons lichaam er niet op reageert, dat het niet werkt.”

Als er bijwerkingen optreden na de boosterprik, zijn dat dezelfde als in de eerste vaccinatiecampagne (onder meer spierpijn, koorts of misselijkheid). Dat zegt het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen FAGG.  (nba)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen