Direct naar artikelinhoud
GetuigenisMisbruik in de sport

Ex-wielrenster Tara Gins: ‘Mijn ploegmanager zei: ‘Mocht je een beetje vermageren, ik zou je wel doen’’

Ex-wielrenster Tara Gins: ‘Mijn ploegmanager zei: ‘Mocht je een beetje vermageren, ik zou je wel doen’’
Beeld Geert Van de Velde

Een dokter die haar tot tranen toe beledigde. Een mecanicien die in de sauna op haar kroop. Een baas die haar niet betaalde. Tara Gins (31) heeft in de rommelende buik van het vrouwenpeloton vreemde dingen meegemaakt. Maar nu ze zelf een team leidt, hoopt ze dat het beter wordt. ‘Het vrouwenwielrennen verandert snel.’

Tara Gins: “Als kind ben ik na de scheiding van mijn ouders bij mijn pa gaan wonen. Hij was gek van wielrennen: hij had ook zelf gekoerst, weliswaar vooral rond de kerktoren (lacht). Op mijn 16de zei ik: ‘Ik ga ook koersen.’ Mijn pa keek daar wel van op: in zijn hoofd was wielrennen iets voor mannen. Maar binnen de week kreeg ik van hem een fiets, en hij schreef me in bij een nieuw wielerteam in Liedekerke. De drijvende kracht achter het team was een man wiens dochter ook fietste. Hij trainde samen met de meisjes en maakte de ene seksistische opmerking na de andere. Als we bij hem thuis onze outfits gingen passen, was er helemaal geen houden meer aan. ‘Je borsten staan er goed in,’ zei hij dan. Of: ‘Je kont komt goed uit.’

“In die tijd had je nog maar weinig vrouwelijke wielrenners. Je was iets speciaals in je spannende pakje: een rijdende attractie. Op mijn fiets kreeg ik opmerkingen van alle mogelijke mannen. Ik werd ook overal nagefloten. Het liefst ging ik met de jongens van de school trainen, dan voelde ik me tenminste veilig: ik heb me ook altijd een tomboy gevoeld.”

Wielrennen is een harde sport. Heb je dat snel gemerkt?

Gins: “Je moet ermee om kunnen dat iedereen je meet en weegt. Letterlijk: als je een trainer of kinesist bezoekt, vlieg je meteen op de weegschaal. Hangt er één kilo te veel aan je lichaam, krijg je dat te horen in het bijzijn van iedereen. Dat gebeurt ook bij jongens. Alleen worden zij doorgaans beter begeleid: zij krijgen van een diëtist een verantwoord voedingsschema om hun competitiegewicht te bereiken. In het vrouwenwielrennen zegt de mannelijke ploegmanager: ‘Je bent te dik: doe er iets aan.’

“De hardste opmerking heb ik gekregen van een sportdokter die mijn vetpercentage wilde meten. ‘Dit kan ik niet meten,’ zei hij, ‘je zit te ver boven de limiet.’ Ik ben in tranen naar huis gegaan – het was niet de enige keer (stil). Een vrouw heeft van nature meer vet dan een man. Maar daar houdt zo’n sportdokter geen rekening mee. Die denkt uitsluitend in mannelijke vetpercentages.

“Zulke opmerkingen heb ik altijd in mijn eentje verwerkt. Ik kon dat wel aan, dacht ik. Maar nu, op mijn 31ste, heb ik nog altijd moeite om naar mezelf in de spiegel te kijken, zeker nu ik niet meer het lichaam van een topsporter heb. Ik blijf mezelf met dezelfde kritische blik controleren: ‘Zie ik daar geen vetrolletje?’ Ik blijf me schuldig voelen.

“Op trainingskamp heb ik aan tafel gezeten met rensters die sla met nootjes aten. Daar gingen ze dan vier uur op trainen. Dat kon ik niet: als ik niet gezond at, donderde ik van mijn fiets. Ik heb rensters met anorexia zien koersen, volwassen vrouwen die 40 kilogram wogen. Maar daar werd niet hardop over gesproken, daarvoor was de onderlinge rivaliteit te groot: niemand geeft alles prijs over zijn trainingsmethodes en supplementen. Ook over je gewicht blijf je vaag.”

Was het een mannelijke wereld?

Gins: “Uiteraard: het vrouwenwielrennen komt voort uit het mannenwielrennen. Onze entourage bestond uit mannen. En op de koersen waren het vooral vaders die veel lawaai maakten. De mijne is gelukkig niet extreem, maar ik heb vaders hun dochters horen uitmaken voor het vuil van de straat omdat ze de goede ontsnapping hadden gemist, of na een lekke band niet terug in het peloton waren geraakt.”

Heb je getraind als je ziek of geblesseerd was?

Gins: “In het buitenland heb ik ooit een voedselvergiftiging opgelopen: een hele dag heb ik in de badkamer gekampeerd. Overgeven, buikloop, 40 graden koorts – ik kon niet meer op mijn benen staan. Maar ik werd als een crimineel behandeld omdat ik ’s anderdaags niet wilde koersen. Ze lieten me achter in het hotel, zonder voedsel of medicatie. Op tv zag ik hoe een ploeggenote zat over te geven op haar fiets, maar het resultaat was wel dat ik mezelf, diep vanbinnen, toch weer schuldig voelde: ik had me aangesteld, dacht ik. Te veel drama gemaakt. Maar ik heb een maand lang de naweeën van die vergiftiging gevoeld.”

Ben je vaak over je grens gegaan?

Gins: “Op een dag had ik mijn pols gebroken, maar vier weken later was er een criterium in Ninove, dat ik dolgraag wilde rijden. Na één week vroeg de ploegleiding al: ‘Kun je in Ninove koersen of niet?’ Als ik niet meteen besliste, konden ze me niet inschrijven. Ik ben naar het ziekenhuis gegaan, en ik heb gezegd: ‘Haal het gips er maar af.’ Ik heb nog altijd last van die pols.”

Je hebt veel gebroken in je carrière.

Gins: “Mijn ribben, mijn schouders, mijn elleboog. Ik ben ook aan mijn knie geopereerd, waarna ik een brace moest dragen. Maar de wintertraining begon, en de ploeg vorderde me op voor een teambuildingweekend. ‘We zullen het rustig aan doen,’ zeiden ze. Niet dus: de eerste dag was er meteen een rit van 140 kilometer tegen 32 kilometer per uur gemiddeld, in de vrieskou. De laatste kilometers heb ik aan de klink van de volgwagen gehangen. De week daarop was er weer zo’n rit. Ik zei: ‘Dat kan ik echt niet aan.’ Daarop heeft de ploegleiding me voor een half jaar geschorst: ik mocht niet meer koersen tot juni. Maar in mei hadden ze te weinig rensters, en ze belden me op met de vraag of ik toch niet kon invallen. Dan ben je zo blij dat je snel weer op de fiets springt. Maar in augustus brak ik mijn arm. En een maand later kreeg ik de mededeling dat ze me geen contractverlenging gaven: ‘Je hebt te weinig gekoerst.’”

Er waren nog niet veel profploegen in het vrouwenwielrennen, dus het was wellicht niet makkelijk om elders onderdak te vinden?

Gins: “In heel wat profteams liep het mis met de betalingen. De ploegleiding dreigde rensters af: meisjes moesten bepaalde wedstrijden rijden of ze nu in vorm waren of niet, of ze nu ziek waren of niet. Dat kon de ploegleiding makkelijk afdwingen: de meeste betalingen gebeurden in het zwart. Er waren geen contracten. Ik heb veel meisjes zien janken omdat ze moesten rijden.”

Heb jij veel betalingen in het zwart niet gekregen?

Gins: “Ik kreeg niet betaald.”

'Mijn ploegmanager kwam de massageruimte binnen, bekeek me van kop tot teen en zei: ‘Mocht je een beetje vermageren, ik zou je wel doen''Beeld Geert Van de Velde

Niets?

Gins: “Nee, ik zat bij een profploeg, maar kreeg geen loon. Alleen mijn materiaal, mijn verplaatsingen en verblijfskosten werden vergoed. Ik werkte elders, als IT-teamleider bij TNT in Brussel. Alleen de toppers in het vrouwenwielrennen verdienden geld, hooguit vijf in België. Ik was één van de minderen.

“In onze ploeg had je twee vrouwen met een contract: Thalita de Jong en Monique van de Ree. De rest reed gratis. Het is te zeggen: je reed gratis, maar tegelijk kreeg je wel orders: je moest drinkbussen halen bij de volgwagen, de kopvrouw uit de wind zetten – je mocht niet je eigen kans gaan.”

Hoe lang heb jij gratis gereden?

Gins: “Mijn hele carrière (lacht). Kijk, ik verwijt niemand iets: ik heb daar zelf voor gekozen. En intussen gaan we er ontegensprekelijk op vooruit: je hebt nu World Tour-teams waar alle rensters betaald krijgen. Ik beweer niet dat het voor iedereen voldoende is om van te leven, maar ze hebben wel allemaal een contract.”

IN DE JACUZZI

De manager van je laatste team was Patrick Van Gansen. Vier rensters hebben hem achteraf aangeklaagd voor ongewenste intimiteiten. Later is ook een anonieme brief van vijf andere rensters verschenen waarin zijn agressieve stijl werd gehekeld. Alleen jij hebt toen met je naam ondertekend.

Gins: “Ik heb mee aan de basis gestaan van de ploeg waar de problemen zich hebben afgespeeld (Health Mate Ladies, red.). Ik had geen contract meer, en wilde het eens op mijn eentje proberen. Ik belde Patrick omdat ik wist dat hij, via zijn wielermagazine Cyclelive, veel connecties had. ‘Ken je geen sponsor voor mijn fietsen?’ vroeg ik. Maar hij zei: ‘Als ik het voor jou regel, kan ik het beter meteen voor een heel team doen.’ In twee weken tijd stampte hij een profteam uit de grond. In ruil vroeg hij me mijn dikbetaalde job bij TNT op te geven en parttime voor hem te komen werken om de administratie en sociale media van het team doen. Ik heb daar snel spijt van gekregen. Ik moest altijd paraat staan: dag en nacht, week en weekend. Zelfs tijdens de training belde hij: ‘Je komt nú naar huis.’

“Een half seizoen heeft het geduurd, het ene incident volgde op het andere. Patrick is een man die om het minste kan ontploffen. Na het Belgisch kampioenschap was het weer prijs: ik kreeg alle shit over me heen omdat het in de koers fout was gelopen. ‘Je doet je job niet,’ zei hij. Ik zei: ‘Oké, ik neem ontslag.’ ‘Nee,’ riep hij, ‘je bent ontslagen.’ Dat was het einde van mijn carrière: ik had er genoeg van. (Zwijgt) Veel rensters hebben zijn agressie van dichtbij meegemaakt. Maar hij had ook zijn favorietjes, die bij hem thuis logeerden, in zijn huis met vele slaapkamers. Het teamhuis, zogezegd. Maar zij kregen wel te maken met seksuele toespelingen van zijn kant.”

Waarom trokken ze bij hem in?

Gins: “Die meisjes kwamen uit het buitenland. Ze hadden geen geld. Opeens kregen ze het voorstel om in België te komen koersen en kregen ze zelfs onderdak. Het leek wel het paradijs.”

De Franse Chloë Turblin, die hem later ook aanklaagde, heeft een verhouding met hem gehad.

Gins: “Ze was niet de enige. Patrick voelt goed aan wanneer iemand afhankelijk van hem is. Nogmaals, die meisjes hadden het niet breed. Sommigen kwamen ook uit een slechte thuissituatie. En opeens was daar iemand die alles voor hen deed. Ze vertrouwden hem, automatisch evolueerde dat naar meer. Laten we zeggen dat beide kanten ervan hebben geprofiteerd.

“Maar Patrick ging over de schreef. Hij bepaalde, bijvoorbeeld, wat de meisjes in huis mochten dragen. Hij gaf commentaar op hun uiterlijk. ‘Die zou ik wel doen’, zei hij over eigen rensters. Ook tegen mij sprak hij in die termen: ‘Mocht je een beetje vermageren, ik zou je wel doen.’ Hij kwam, tegen alle regels in, de massageruimte binnen als ik op de tafel lag. Hij bekeek me van kop tot teen en zei: ‘Amai, jij ziet er sexy en geil uit.’ De manager van een profploeg.”

De Internationale Wielerunie heeft Patrick Van Gansen twee jaar geschorst, tot eind 2022. Voel jij je schuldig omdat je hem in het wielrennen hebt gebracht?

Gins: “Hij had daarvoor al een team geleid. Maar eerlijk is eerlijk: die brief zit me niet lekker. Hij is opgepikt in de media en Patrick is aan de schandpaal genageld. Dat verdiende hij nu ook weer niet. Hij beseft gewoon niet wat hij doet: hij is een ongelooflijke vrouwenzot.”

Je hebt wel meer meegemaakt in het vrouwenwielrennen?

Gins: “Bij massages ben ik meermaals aangeraakt op plekken waar ik niet hoorde te worden aangeraakt. En dat is maar één voorbeeld.

“Elf jaar geleden nam ik, met een ander meisje, een douche na de training. De mecanicien, die samen met ons had getraind, kwam onze kleedkamer binnen, trok zijn kleren uit en kwam gewoon bij ons staan. Een man van 60. Wij waren meisjes van twintig: we hadden geen idee hoe we daarop moesten reageren. Later heeft die man me nog proberen te zoenen. Toen heb ik ’m wel duidelijk gemaakt dat hij te ver ging. Alleen, ik had over dat incident een andere renster in vertrouwen genomen, en zij had het management daarover ingelicht. Toen het management mij daarop aansprak, heb ik ontkend: ik wilde de zaak niet opblazen.

“Je twijfelt constant, hè: maak ik niet te veel drama? Maar dat hoor ik ook van vrouwen die zijn verkracht: ook zij hebben last van een schuldgevoel. ‘Ligt het misschien aan mij?’

“Een verkrachting heb ik gelukkig niet meegemaakt. Een aanranding wel. In de sauna van een hotel is de mecanicien van een ander team op mij gekropen: ik heb ’m letterlijk van me af moeten duwen.”

‘Je twijfelt constant: maak ik niet te veel drama? Maar dat hoor ik ook van vrouwen die zijn verkracht: ook zij hebben last van schuldgevoel. ‘Ligt het misschien aan mij?’’Beeld Geert Van de Velde

Ook daar heb je geen ruchtbaarheid aan gegeven.

Gins: “Ik heb hem ook duidelijk gemaakt dat ik het niet wilde. Maar in het wereldje is het niet makkelijk om je integriteit te bewaren: er wordt zoveel geroddeld. In datzelfde hotel zat ik op een dag rustig in de jacuzzi met een ploeggenote toen renners van een mannenteam plotseling rond ons stonden en vroegen of ze erbij mochten komen zitten. – ‘Oké.’ Maar die gasten namen in het geniep foto’s van ons, die ze meteen deelden op WhatsApp. Dat veroorzaakte ophef: ‘Tara met coureurs in de jacuzzi!’ Met andere woorden: Tara is een slet. ’s Avonds mocht ik het al uitleggen aan onze manager, die me een preek gaf: de foto’s schaadden de reputatie van het team. Ik kreeg op mijn donder, maar ik had niets verkeerds gedaan.”

Je verwierf pas internationale bekendheid na je carrière toen je, als gevolg van een fotoshoot voor Playboy, je contract van ploegleider verloor.

Gins: “Ik was blij met het voorstel voor een shoot. Ik had er altijd van gedroomd. Ook mijn ex maakte geen bezwaar. ‘Hou er wel rekening mee,’ zei hij, ‘dat de foto’s in het wielerwereldje zullen rondgaan.’ Dat gebeurde. Eén jaar later had ik tijdens een sollicitatiegesprek iedereen overtuigd: ik kreeg de baan. Maar even later kreeg ik telefoon: ‘We gaan toch niet met jou door.’”

Omdat het een team was voor mannelijke beloften en de ouders die het team sponsorden bezwaar maakten tegen de naaktfoto’s?

Gins: “Het was iets ingewikkelder: het jaar daarvoor had een ploegleider de renners tijdens een weekend aan een doopritueel onderworpen, zoals ook wel eens bij studenten gebeurt: de jongens moesten in hun ondergoed in een rivier zwemmen. Twee jongens weigerden dat. Toen ze het later thuis vertelden, waren hun ouders in alle staten. Die ouders waren sponsors van het team. Ze hebben de ploegleiding gebeld met het dreigement hun steun in te trekken. Het gevolg was dat de ploegleider werd ontslagen. En toen kwam ik, me totaal niet bewust van de voorgeschiedenis, in de picture. De ontslagen ploegleider heeft uit wraak een campagne tegen me opgezet, met behulp van die oude foto’s uit Playboy: ik zou zogezegd niet deugen als ploegleider van jonge renners. Ik was te sexy, ik miste sérieux.”

Heb je spijt van die shoot?

Gins: “Tom Boonen, Peter Sagan, Fabian Cancellara, Mario Cipollini hebben allemaal naakt geposeerd. Niemand heeft hen daarover één verwijt gemaakt. Maar als een vrouw hetzelfde doet, is het kot te klein. Eerlijk gezegd, voor mij is er weinig verschil tussen een blote man of vrouw. Het is nogal bekrompen om daar nu, in deze tijd, nog moeilijk over te doen. Grote namen uit het mannenwielrennen hebben me privéberichtjes gestuurd. Ze gaven me gelijk: ‘Voor mannen gelden andere standaarden dan voor vrouwen.’

“Maar goed, ik heb het afgelopen jaar de leiding gehad over de mannelijke jongerenploeg van Hubo, waar ik wel welkom was. Daar heb ik veel opgestoken. Vooral de jongere renners zeiden dat ze het fijn vonden om met mij te werken. Iemand zei: ‘Het is de eerste keer dat ik met iemand van de ploeg over thuis kan spreken.’”

Volgend jaar leid je een vrouwenploeg, je bent ook deeltijds koersdirectrice en een week geleden ben je met de Welshe wielrenner Fraser Turgoose getrouwd. Ben je voor altijd van de koers?

Gins: “Ik zie mezelf niets anders doen. De koers is een kleine gemeenschap. Soms eng en bekrompen, soms warm en open: op ons trouwfeest waren acht nationaliteiten aanwezig. Laten we zeggen dat het een haat-liefdeverhouding is (lacht). Ik ben wel blij dat ik, als ploegleider, nu eindelijk betaald zal krijgen voor mijn hobby. Ik zal er ook op toezien dat de oude wantoestanden zich in mijn team niet voordoen. Maar daar heb ik vertrouwen in: het vrouwenwielrennen verandert snel.”

En als het toch nodig is, blijf jij je mondje roeren?

Gins: “Ik ben timide en introvert. Maar als ik niet akkoord ga, zul je me wel horen. Wellicht is dat iets uit mijn jeugd. Mijn broer is getrouwd met een man toen dat nog helemaal niet zo vanzelfsprekend was. Op school is hij ontzettend gepest: ik ben altijd voor hem in de bres gesprongen. Ik ging de confrontatie aan, ik wilde er niet over zwijgen. En zo is het nu nog: als het moet, spreek ik.”

© Humo