Direct naar artikelinhoud
VoorpublicatieAvicii

De biografie van Avicii: ‘Zijn hele entourage verzamelde in zijn villa. Ze hadden genoeg gelogen’

Avicii.Beeld EPA

Tim is de eerste biografie over Tim ‘Avicii’ Bergling, de Zweedse superster-dj die zich op 20 april 2018 van het leven beroofde. Hij was 28. Drie dagen eerder had hij deze notitie op zijn telefoon gemaakt: ‘Verspreid positiviteit met je muziek. Geniet van het succes, maar niet het materiële succes.’ Onderzoeksjournalist Måns Mosesson beschrijft leven, ambities, succes en het tragische einde van Bergling, en trekt een broodkruimelspoor van kleine teleurstellingen, twijfels en diepe vermoeidheid. Deze exclusieve voorpublicatie bundelt drie fragmenten.

I. DYLANS VOORBEELD

Van: Anki Lidén
Aan: Tim Bergling
Datum: 15 maart 2013

Mijn geliefde allerliefste Tim!! Ik hoop dat je je steeds iets beter voelt & dat je snel weer vooruit kunt kijken & je beter & sterk zult voelen & je fantastische muziek kunt maken & geen druk over iets zult voelen!! Je bent zo ongelofelijk getalenteerd in wat je doet en het belangrijkste van alles is dat je zelf voelt wat je wilt – qua aantal gigs, wanneer je thuis wilt zijn met vrndn in Stholm & een normaal leven wilt leiden, jij beslist & denk verdorie niet aan geld – dat stelt zóóóó weinig voor vergeleken met gezondheid, vrienden, liefde!! Je weet dat we meer dan van wat ook van je houden.

Mam

Van: Tim Bergling
Aan: Anki Lidén
Datum: 17 maart 2013

Weet ik mamsie, ik hou ook meer van jou dan van al het andere! Tot snel!!! Voel me beter, hoef niet meer zoveel pijnstillers in te nemen als 3 dgn geleden en voel me ook psychisch steeds beter!

kus!!

Vijf dagen na zijn laatste optreden in Australië vloog Tim naar Miami om op het Ultra Music Festival te draaien. Overal in de Verenigde Staten dook toen een nieuw modewoord op: EDM. Die afkorting stond voor electronic dance music en werd door de media en de platenbranche gebruikt als verzamelnaam voor alles van progressive big room tot techhouse. Deadmau5 sierde de cover van Rolling Stone, Kaskade had het Staples Center in Los Angeles uitverkocht, het Amerikaanse publiek had kennisgemaakt met de jonge Duitser Zedd, en de Nederlanders Afrojack en Hardwell waren sterren. Veelzeggend w dat zakentijdschrift Forbes nu ook een jaarlijkse lijst publiceerde met de best betaalde dj’s ter wereld. Tiësto, die de lijst aanvoerde, kon volgens het tijdschrift 250.000 dollar vragen voor een optreden.

Avicii zou niet een van de velen zijn. Nooit. Daarom zouden hij en een hoop andere muzikanten op 22 maart 2013 iets historisch doen. Tim was gespannen en ongeduldig toen ze zich in de kleedkamers verzamelden, in een luxejacht dat in Bayfront Park aangemeerd lag.

Tim zou beginnen met een conventionele set, om het publiek te sussen zodat het tot rust kwam. Daarna zouden vijftigduizend mensen uit hun dak gaan door grandioze bluegrass, gespeeld op akoestische instrumenten.

Platenbaas Per Sundin had zijn eigen vak gereserveerd op de viptribune van het festival, en emmers met Red Bull, wodka en bubbels laten aanrukken. De noorderling voelde zich het haantje terwijl de belangrijkste mensen van Universal om hem heen paradeerden – er waren collega’s uit Zuid-Amerika, de marketingafdeling was aanwezig, net als Geffen-baas Neil Jacobson met zijn entourage uit Los Angeles.

Sundin had met Avicii een nieuwe markt aangeboord en daardoor een hele groep house-Zweden aangetrokken: Alesso, Otto Knows, Nause, Dada Life. Binnen de platenbranche werd EDM gezien als een reddingsboei, het was de eerste muziekstijl die winstgevend was na de dramatische instorting van de platenverkoop tien jaar eerder. Intern steeg Sundins ster dus snel, hij was de Zweed die wist wat de jeugd wilde.

Toen het optreden begon, beneden op het podium, had hij het gevoel dat de droom van een Amerikaanse nummer 1-hit, ontdekt door het filiaal in Stockholm, levendiger was dan ooit. Zoals gewoonlijk mixte Tim genregenoten als Nicky Romero, Bingo Players en AN21 en onverwachtere bootlegs van bijvoorbeeld ‘Simon Says’ van rapper Pharoahe Monch en de indierockers Florence + The Machine.

Vijftigduizend bezwete mensen gaven zich volledig over.

Toen stierven de laatste tonen van ‘Levels’ weg, gingen de spotlights uit en viel de duisternis over het park.

Het publiek reageerde verbaasd. Was het al voorbij?

Een paar mensen probeerden een yell te beginnen, anderen keken gewoon verbaasd om zich heen en begonnen zich naar de uitgang te begeven.

Plotseling sprong een spotlight aan.

In het felle rode licht stond een man met een platte pet country te zingen.

Het nummer ‘Wake Me Up’ van Aloe Blacc kreeg totaal niet de respons waar de groep achter het podium op had gehoopt.

Zangeres Audra Mae stond buiten het zicht van het publiek en begon zich af te vragen waar ze aan was begonnen. Op het podium deed de arme drummer zijn uiterste best, de melodieën van de banjo vibreerden mooi, maar het sloeg niet aan.

Totaal niet.

Zanger Mac Davis stapte het podium op. Met zijn hand in zijn zak begon hij te zingen. De eerste zinnen waren vals, hij schreeuwde ze bijna uit. Toen de groep bij ‘Hey Brother’ kwam, begon het publiek boe te roepen en op zijn vingers te fluiten.

De mensen in het park waren verbaasd, veel toeschouwers waren gewoon kwaad. Dus begonnen ze te twitteren.

– ‘Avicii is het aan het verkloten op #Ultralive. Wat doet hij in godsnaam?’

– ‘Ik schijt liever in mijn handen en ga dan klappen in plaats van naar deze shit te kijken.’

– ‘Verspil onze tijd niet met die zangers en ga harde beats draaien!’

– ‘WTF gebeurt er nou tijdens Avicii’s set? Banjo’s: serieus?’

Na afloop begrepen de muzikanten niet wat er precies was gebeurd.

“Mensen snappen het nu misschien nog niet,” schreeuwde Tims vriendin Emily Goldberg in zijn oor terwijl ze met z’n allen naar de kleedkamers liepen, “maar ik zeg je dat al deze nummers hits zijn!”

“Kijk nou”, antwoordde Tim, en hij liet zijn telefoon zien. Hij las een paar commentaren op Twitter hardop voor.

Terug op het luxejacht ging hij op een hoek van de bank zitten. Hij was woest. Maar zijn manager Arash Pournouri was vrolijk. Alles was volgens plan gegaan! Ze hadden schokgolven willen veroorzaken die zich tot buiten de housewereld verspreidden, en dat was bijzonder goed gelukt. Over vijf dagen zou de publieke mening omslaan, daar was Arash van overtuigd. En dan zou iedereen beseffen dat Tim de grote vernieuwer was.

Tim zocht bezeten naar opnames en filmpjes van het publiek. Misschien was het licht niet goed geweest? Of had het te zacht geklonken? Waarom was iedereen zo boos?

“Kom, we gaan een sigaretje roken”, zei tourmanager Charlie Alves. “Je voelt je beter als je even beweegt.”

Ze gingen op het voordek zitten en keken naar het industrieterrein aan de overkant van het water. Het doffe gebonk van Tiësto’s muziek klonk achter hun rug, hij was direct na Avicii het podium op gegaan.

“Ik snap het gewoon niet”, zei Tim.

Charlie stak zijn hand uit naar Tims telefoon, probeerde hem zover te krijgen dat hij die losliet.

“Jongen, ’t is het probleem van het publiek, niet het jouwe. Dit is fantastische muziek, punt uit. Mensen zijn gewoon niet gewend aan akoestische instrumenten.”

De overeenkomst met Bob Dylans veelbesproken tournee door Engeland vijftig jaar geleden drong zich op, ook al was de situatie nu precies andersom.

In 1966 was Dylan een jong icoon geweest, aanbeden als de grote protestzanger van zijn generatie, een bezielde pacifist. Die lente ging hij op tournee. Zolang Dylan in zijn eentje was, uitsluitend begeleid door zijn akoestische gitaar, ging alles goed. Maar toen hij zijn begeleidingsband erbij haalde, sloeg zijn publiek om. De mensen jouwden en floten hem uit, ze voelden zich verraden door het daverende volume van de instrumenten. Een elektrische gitaar werd als wereldvreemd en oppervlakkig gezien, het was godslastering om oude volksliedjes met een hele rockband te spelen. Dat was egocentrische, om niet te zeggen burgerlijke muziek.

“Verrader!”, schreeuwde een man in Manchester hard en spottend, net toen Dylan het nieuwe ‘Like a Rolling Stone’ zou inzetten. Een camera legde vast hoe Dylan daarop verstijfde, waarna hij zich naar zijn band keerde en vroeg het volgende nummer verdomme extra hard te spelen.

Het zou een klassiek moment in de muziekgeschiedenis worden, telkens weer in documentaires vertoond, juist omdat die gedachtewisseling almaar betekenisvoller werd.

Charlie stak nog een sigaret op.

Wie was hier de moedige visionair? De reactionairen in het publiek in elk geval niet, zij die zich krampachtig vastklampten aan nostalgie.

Tim knikte.

“Ja, het is goed”, zei hij. “Ik weet dat het goede nummers zijn. Ik wil gewoon begrijpen hoe het kon gebeuren.”

En hij ging weer helemaal op in zijn scherm.

De volgende ochtend werd Emily vroeg wakker. Ze ging even op het balkon van de hotelkamer staan, ongerust en gefrustreerd, waarna ze weer naast haar vriend in bed kroop. Terwijl Tim zich in bed uitrekte, hield ze hem zo stevig mogelijk vast.

“Ze begrijpen het gewoon niet. Jouw muziek is uniek. Daar moet je niet aan twijfelen.”

Tim zei niets. Toen hij Emily in de ogen keek, glansden de zijne van de tranen. Hij ging rechtop in bed zitten, met zijn computer op zijn knieën, en scrolde weer verder.

– ‘Was dit @Avicii’s manier om te zeggen dat hij van genre wil wisselen? Ga je gang. Ik weet niet of veel mensen je echt zullen missen.’

– ‘Ligt het aan mij of is #Avicii heel mager? Het lijkt wel alsof hij niet eet of aan de drugs is.’

– ‘Avicii, je bent kut. Eikel.’

Tim ‘Avicii’ Bergling.Beeld Gettyimages

II. ANTONY’S HOOP

Een maand na het niet zo best verlopen optreden in Miami kwam de kentering. Op 10 april 2013 uploadden de jongens van de studio in Styrmansgatan, een straat in de binnenstad van Stockholm, een bestand van een uur op de muzieksite SoundCloud, met de eenvoudige naam ‘Avicii – Promo Mix 2013’.

Het was een verzameling van de studioversies van Tims nieuwe nummers, een veel herkenbaardere vorm voor het housepubliek, en het nieuws ging als een lopend vuurtje over het internet.

Het eerste nummer van de mix was een onverwachte cover. Tien jaar geleden hadden Antony and the Johnsons in de queerclubs van New York naam gemaakt met hun breekbare liedjes over de dood en duisternis. Hun ‘Hope There’s Someone’ was een smeekbede om een troostrijk leven na dit leven – niet echt een nummer dat Swedish House Mafia of Deadmau5 ooit zou vertolken. Tim had bij die beklemmende ballad een opbouw van de ritmische housepiano en synths gecomponeerd. Het was een grensoverschrijdend experiment dat eigenlijk niet had mogen aanslaan, maar dat veel zei over de weg die Avicii wilde inslaan.

Zonder zichtbare akoestische instrumenten die de aandacht afleidden begreep het publiek de visie van Tim Bergling blijkbaar makkelijker. De commentaren op SoundCloud waren niet meer afwijzend maar aanmoedigend, en de verwachtingen voor het album waren hooggespannen.

Toen ‘Wake Me Up’ ten slotte in juni 2013 als eerste single werd uitgebracht, bracht het enorm veel op. Het nummer belandde direct op nummer één in de invloedrijke Britse hitlijst en in een week tijd werden meer dan een kwart miljoen exemplaren verkocht – het was de snelst verkopende single van het land in lange tijd. In de VS stond het nummer al tussen de eerste 25 in de Billboard Hot 100 voordat het überhaupt op de radio was gedraaid.

De lichte gitaaraanslag die het nummer inleidde, nodigde een heel nieuw publiek uit in Avicii’s wereld. Zelfs rockers die waren blijven volhouden dat een dj alleen maar op een podium aan knoppen stond te draaien, bezweken. De verschuiving die een paar jaar eerder door David Guetta, Calvin Harris en Swedish House Mafia was ingeleid, werd nu door Avicii bevestigd, voor eens en voor altijd. Dancemuziek werd niet langer als instrumentale muziek met een gesampled refrein beschouwd. Het was zuivere pop geworden, waar mensen van alle leeftijden naar konden luisteren en die zelfs op rockzenders werd gedraaid.

III. MAMS SLAAPLIEDJE

De zomer van 2015 was in één donker waas voorbijgegaan, dat besefte Tim nu. Hij had in een witte villa op het zuidelijke puntje van Ibiza zitten stressen omdat zijn nieuwe tracks niet goed genoeg gemixt waren en omdat de platenmaatschappij wilde dat hij in Londen interviews gaf.

Stories zou de opvolger worden van True, de plaat waardoor Tim Bergling twee jaar eerder van gewilde club-dj tot wereldwijd popfenomeen was uitgegroeid. De nieuwe plaat zou met een jaar vertraging uitkomen en Tim had zich maar moeilijk kunnen concentreren.

Zijn lichaam functioneerde al lang niet meer naar behoren. En het afgelopen jaar, na zijn galblaasoperatie, had hij gevoeld dat er iets in zijn buik was gaan groeien. Tim was bezeten geraakt door die knobbel. Hoe meer hij eraan dacht, hoe meer hij hem voelde. Als een tumor die aan hem vrat. En terwijl dat onbekende ding in hem groter werd, had hij van de zomer op festivals in heel Europa gedraaid en elke zondag Ushuaïa gevuld, de meest protserige houseclub van Ibiza. Toen hij de middag na zijn laatste optreden wakker was geworden, was hij ervan overtuigd dat hij naar Los Angeles zou vliegen, waar zijn huis stond. In plaats daarvan had iedereen zich in de villa verzameld. Zijn vader Klas was er, manager Arash was uit Stockholm gekomen, zijn grote broer David ook.

Zijn tourmanager, zijn lijfwacht. En natuurlijk zijn maten, zijn jeugdvrienden die al een paar jaar met hem meereisden, waar hij ook naartoe ging.

Ze hadden hem verteld hoe ongerust ze waren. Dat ze er genoeg van hadden om elke dag te liegen als hun werd gevraagd hoe het was om voor Avicii te werken. Ze hadden gehuild, ze waren er kapot van.

Uiteindelijk had Tim ermee ingestemd naar de kliniek te gaan, vooral om een eind te maken aan dat eeuwige gezeur dat hij onbetrouwbaar en nonchalant was geworden.

De eerste dagen, tijdens de aanvankelijke ontwenning, had hij vooral geslapen. Maar daarna had zijn therapeut, Paul Tanner, hem geadviseerd te schrijven.

Mijn eerste herinnering is dat ik in bad ga met mijn moeder of dat ze een slaapliedje voor me zingt, of dat mijn vader binnenkomt en de oude cassettebandjes met sprookjes van kant A naar kant B omdraait terwijl ik in slaap probeer te vallen.

De woorden die hem te binnen schoten, waren ruw. Hij had zo lang in een zachte, misleidende roes geleefd dat hij aanvankelijk een enorme weerstand voelde. Maar hij snapte de bedoeling: als hij zijn ervaringen onder woorden bracht, kon hij er makkelijker over praten, kon hij inzicht krijgen in het leven waardoor hij in september 2015 op deze plek was beland.

Toen de woorden eenmaal begonnen te stromen, kon hij bijna niet meer stoppen. In plaats van te slapen zat hij nachtenlang achter de computer te schrijven. Hij vertelde over zijn opvoeding, over zijn broers en zus, over hoe hij de muziek had ontdekt en zijn carrière een hoge vlucht had genomen. Hij schreef over de ingewikkelde relatie met zijn manager Arash en de periodes met zijn vriendinnen, Emily en Racquel Bettencourt.

’s Middags voerde hij lange gesprekken met zijn therapeut. Ze bespraken begrippen als overlevingsstrategieën en afstoting. Tim analyseerde die nieuwe informatie systematisch, zoals hij met alles deed.

Hij besefte nu wat hij allemaal had onderdrukt. Hij had zich zo lang tot het uiterste gedreven dat het normaal voor hem was geworden.

Ineens zag hij de dingen totaal anders. Misschien konden ook de moeilijke gevoelens, die hij eigenlijk niet wilde hebben en waarmee hij al sinds zijn jeugd worstelde – zijn nervositeit, onrust, angst – hem helpen? Hij begon ze te zien als een kompas, als een instrument dat hem een nieuwe richting kon wijzen.

Een gevoel kan een positieve of negatieve lading hebben, maar het heeft nooit een negatieve bedoeling.

Hij was heel lang over zijn grenzen gegaan, had jaren met pijn geleefd. Lichamelijke pijn, zoals in zijn buik, maar ook psychologische. Hij was niet alleen met zijn kop tegen de muur gelopen, hij was er dwars doorheen gegaan, meerdere keren zelfs. Hij had op het randje van de dood gestaan, zo voelde het echt.

Hij wou dat hij eerder had geluisterd.

Måns Mosesson – Tim: de officiële biografie, Kosmos Uitgevers

Heb je nood aan een gesprek of wil je chatten of mailen met een medewerker van Zelfmoordlijn1813? Klik dan hier voor alle info over Zelfmoordlijn 1813, de gratis en anonieme hulplijn voor mensen die aan zelfmoord denken en hun omgeving.

© Humo