Direct naar artikelinhoud
InterviewJose-Luis Jimenez

‘Handen wassen helpt niet tegen het coronavirus’: wetenschapper Jose-Luis Jimenez doorbrak een dodelijk dogma

‘Handen wassen helpt niet tegen het coronavirus’: wetenschapper Jose-Luis Jimenez doorbrak een dodelijk dogma
Beeld Lorenzo Matteucci

Weinig wetenschappers hebben tijdens deze pandemie zoveel invloed gehad als de Spaanse scheikundige Jose-Luis Jimenez (52), die de wereld ervan overtuigde dat het virus zich via de lucht verspreidt. ‘Net zoals tabaksrook.’

“Tijdens de eerste vergaderingen met de Wereldgezondheidsorganisatie begonnen ze gewoon naar ons te roepen”, zegt Jose-Luis Jimenez. “Ze hebben toen echt de deur in ons gezicht dichtgegooid. Dat was op 3 april 2020. Een maand later vroegen de experts toch wat documentatie op over ons onderzoek. En in november 2020 heeft de WHO dan eindelijk officieel toegegeven dat ventilatie belangrijk is. Maar ze zegden er nog niet bij waaróm dat zo is. Ze bleven tegelijk maar herhalen dat mensen hun handen moeten wassen. Dat is zeer frustrerend, maar we boeken tenminste vooruitgang.”

Als er tijdens deze pandemie één voortschrijdend inzicht is geweest, dan is het wel de manier waarop het virus wordt overgedragen. Dachten we aanvankelijk nog dat het via oppervlakten kon gebeuren – vandaar: ‘Handen wassen!’ – of via druppeltjes die naar beneden vallen – vandaar: ‘Afstand houden!’ – dan weten we nu dat het virus airborne is, zoals dat heet. Het hangt in de lucht en vult gaandeweg een hele kamer. Vergeet het winkelkarretje en de druppeltjes, het virus wordt overgedragen via aerosolen.

“En dat is mijn onderzoeksdomein”, legt Jimenez uit via Skype terwijl hij wandelend op een loopband zijn conditie op peil houdt. Hij is hoogleraar scheikunde aan de University of Colorado en een wereldautoriteit inzake aerosolen. “Die bestudeer ik, samen met een aantal collega’s”, zegt hij. “Aerosolen zijn klein stukjes vaste of vloeibare materie die in de lucht zweven. Lucht bestaat voor een deel uit stikstof, zuurstof en koolstofdioxide. Dat zijn zeer kleine moleculen die voortdurend tegen elkaar botsen. Daartussen zweven dus de aerosolen: die zijn veel groter dan de moleculen, maar klein genoeg om door die moleculen rondgeduwd te worden, zonder dat ze door de zwaartekracht helemaal naar beneden vallen. Ze kunnen tot een dag lang in de lucht blijven hangen.”

Jose-Luis Jimenez: ‘In november 2020 heeft de WHO eindelijk officieel toegegeven dat ventilatie belangrijk is. Maar ze zegden er nog niet bij waaróm dat zo is.’Beeld Mariana Vieira

Zijn we daar nu zeker van?

“Het is de dominante, zeg maar de enige belangrijke manier van besmetting. Wat zou het anders kunnen zijn? Er zijn nul gevallen bekend van besmetting via oppervlakten – en er is geen gebrek aan studies daarover. En die druppeltjes: wel, als die een grote rol zouden spelen, zou het geen verschil mogen maken of je buiten of binnen met iemand staat te praten. Terwijl we nu zeker weten dat het verschil tussen binnen en buiten zeer groot is. De enige manier om deze pandemie te begrijpen, is door te zien dat het virus airborne is. Dat weten we ondertussen heel erg goed.”

Hadden de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en alle ernstige experts dat niet van meet af aan moeten weten? Want ze hebben ons lang iets anders verteld.

“Het is een complex verhaal. Ik denk niet het een samenzwering is, hoor. Maar toen de WHO een eerste commissie samenriep om te praten over de manier van overdracht die dit virus gebruikt, waren er allerlei dokters en experts uitgenodigd – zes van hen waren experts in handenwassen, nul in aerosolen. Dan ligt de conclusie al op voorhand vast.”

Waar komt de vergissing vandaan?

“Het heeft te maken met een fout die in de geneeskunde is gebeurd. Laten we eerst teruggaan naar Hippocrates, in het oude Griekenland. Die dacht nog dat de lucht die we delen ongeveer alle ziekten veroorzaakte. Dat werd tot het einde van de negentiende eeuw aanvaard – de meeste ziekten verplaatsen zich door de lucht, als het ware. Soms werden daar rare ideeën aan verbonden, zoals de fantasie dat een ziekte door de lucht van Boston naar Londen zou kunnen reizen.”

Wanneer is dat idee gesloopt?

“Dat begon in de negentiende eeuw. In 1850 ontdekte met dat je cholera krijgt door contact met besmet water. Nog later begreep men dat kraamkoorts werd veroorzaakt door slechte handhygiëne, en dat malaria werd verspreid door muggen. Dus gaandeweg zag men dat het idee van Hippocrates niet klopte. In 1910 is dan een zeer invloedrijk boek verschenen van de Amerikaanse epidemioloog Charles Chapin, die beweerde dat aandoeningen van het ademhalingsstelsel werden veroorzaakt door druppeltjes. Hij schreef al dat afstand houden de belangrijkste maatregel is die je kunt nemen.”

‘Het kan voor kinderen soms een beetje vervelend zijn, maar in scholen waar iedereen altijd maskers draagt, zie je geen uitbraken.’Beeld Mariana Vieira

U noemt dat het ‘droplet dogma’, het druppeltjesdogma.

“Precies. En dat idee van Chapin werd algemeen aanvaard. Overdracht via aerosolen was volgens hem bijna niet mogelijk. Hij heeft het debat toen gewonnen, zeg maar.”

Tot vandaag, dus.

“Zelfs vandaag zijn er nog altijd mensen die dat droplet dogma aanhangen, inderdaad. Terwijl we ondertussen sinds 1962 weten dat tuberculose zich via aerosolen verspreidt, sinds de jaren 80 weten we dat hetzelfde geldt voor mazelen – bij mazelen heeft het zeventig jaar geduurd voor men dat inzag, wat onbegrijpelijk is, gelet op de enorm hoge graad van besmettelijkheid. Maar het probleem was dat onderzoekers bevooroordeeld waren. Ze gaven niet graag hun ongelijk toe, en bleven vastzitten in hun dogma.”

Het voorbeeld van mazelen was voor sommige experts bij ons een argument om te beweren dat dit coronavirus zich niet via de lucht verspreidt. Dan zou het immers van meet af aan veel besmettelijker moeten geweest zijn, legden ze uit.

“En dat was een verkeerde redenering. Dat hebben we aangetoond in een paper die in april vorig jaar al verscheen. De redenering houdt ook geen steek, want alle experts weten dat tuberculose wél via aerosolen wordt verspreid, en dat is nog veel minder besmettelijk dan dit coronavirus. Daarom is er geen tuberculosepandemie: het is minder besmettelijk en overleeft vooral omdat mensen met de ziekte erg lang besmettelijk zijn. Mensen met covid zijn maar een paar dagen besmettelijk.”

Als je zegt dat het virus zich verspreidt via druppeltjes of oppervlakten, ligt de verantwoordelijkheid bij het individu. Wie besmet raakt, had zijn handen maar beter moeten wassen, of meer afstand moeten houden. Als een virus zich via aerosolen verspreidt, dragen overheden een grote verantwoordelijkheid. Kan dat een rol gespeeld hebben bij de adviezen die we bij het begin kregen?

“Ik denk dat dat vooral recent een rol begint te spelen. In het begin van de pandemie had China het virus nog kunnen indammen, als men had gezien hoe het zich verspreidt en wat je daaraan kunt doen. Nu pas, nu het virus overal is, willen overheden volgens mij de werkelijkheid niet onder ogen zien. Dan moeten ze immers investeren in ventilatie of luchtreiniging. Ze willen dat de economie blijft draaien, en dat mensen niet bang worden om naar het werk te gaan of het openbaar vervoer te nemen. Maar wat de economie écht schade toebrengt, zijn die verschillende golven die blijven terugkeren. En nu kunnen ze zeggen dat het aan de burgers ligt, die hun handen niet wasten of geen masker droegen.”

Er wordt vaak gesproken over superverspreiding: ligt dat aan de locatie of aan de verspreider?

“Allebei. We bestuderen dat nog. Dat sommige mensen in hetzelfde gezin niet besmet raken als een huisgenoot dat wel is, was voor de Wereldgezondheidsorganisatie ook een reden om te zeggen dat het virus niet airborne kán zijn – want dan zou iedereen die dezelfde lucht inademt, besmet moeten raken. Maar ook dat is een fout, een logische fout. Niet iedereen die covid heeft, verspreidt evenveel virus. Er is enorm veel variatie – er is onderzoek dat aantoont dat 73 procent van de zieken bijna geen virus uitstoten, en 22 procent enorm veel. Voor superverspreiding heb je dus twee dingen nodig: iemand die erg veel virus uitstoot, en een locatie die slecht geventileerd is, waar veel mensen zijn.”

Als het zich via aerosolen verspreidt, hoe schat u dan het seizoenseffect in? In de winter zitten mensen meer binnen, in de zomer vaker buiten.

“Op het noordelijke halfrond zie je telkens zware golven in de winter. Maar het is een nieuwe ziekte, er kunnen zoveel factoren zijn die een invloed hebben. De wiskundige modellen die proberen te voorspellen hoe de pandemie zal evolueren, zijn meestal verkeerd. Dat komt doordat er zoveel facetten zijn: hoeveel mensen zijn gevaccineerd, hoeveel werden eerder geïnfecteerd, hoelang blijven mensen binnen, wat is het effect van temperatuur en luchtvochtigheid op het virus? Het is een dynamisch gegeven. Alleen het seizoenseffect is een te simpele verklaring. Zoals het een te simpele verklaring zou zijn om te zeggen dat de economie aantrekt omdat er meer auto’s verkocht worden.”

Zijn de maatregelen allemaal plakjes Zwitserse kaas? In elk plakje zitten gaatjes, dus je moet er veel tegelijk nemen om het virus tegen te houden.

“Dat is een goed beeld. Het vaccin staat op nummer 1 van de belangrijkste maatregelen. Op nummer 2 staat: de buitenlucht in. Op nummers 3 en 4: ventilatie en mondmaskers. Maar niet zomaar om het even welk masker. Een stoffen masker beschermt voor pakweg 20 procent. Een zogenaamd FFP2-masker voor 50 tot 70 procent, als je het goed draagt: het moet goed aansluiten. Als iedereen in een gemeenschap FFP2-maskers zou dragen, zou het infectierisico verminderen met 90 procent. Het béste mondmasker is er eentje met een elastiek achter hoofd – achter de oren spant iets minder goed aan.”

Kun je zo’n FFP2 dragen met een baard of stoppelbaard?

“Dat hangt ervan hoe je geschoren bent. Op de website van de Amerikaanse Centers for Disease Control staat volgens mij een tekening waarop je verschillende soorten baarden ziet, met tekst en uitleg over welke baard je met zo’n masker kunt combineren.”

Vliegt u eigenlijk?

“Nee, ik heb sinds januari 2020 niet meer gevlogen, en toen was ik al niet meer op mijn gemak. Er is goede ventilatie aan boord, vliegtuigen gebruiken hepafilters, maar het probleem is dat die ventilatie niet aanstaat tijdens het boarden. En je moet vaak ook treinen of bussen nemen onderweg naar je vlucht. Dat verhoogt het risico.”

Ik heb het onlangs wel gedaan en mat op vlieghoogte meer dan 2.000 deeltjes CO2 per miljoen met mijn metertje. Zorgwekkend?

“Niet noodzakelijk. Tijdens de vlucht is het probleem niet zo groot. Er hangt wel veel CO2 in de lucht, maar het virus wordt er goed uit gefilterd, als de filters goed zijn. Tijdens de vlucht komt het gevaar vooral van mensen die naast je zitten, of mensen die bijvoorbeeld zonder masker aan het eten of drinken zijn.”

Neemt u liften? Want daarin kun je onrechtstreeks besmet worden door iemand die je nooit gezien of ontmoet hebt en die voor jou de lift gebruikte.

“Hangt ervan af. Als het niet te hoog is, neem ik de trap. In moderne gebouwen zijn de liften goed geventileerd, dus daar neem ik de lift. Maar in sommige Spaanse gebouwen zitten nog van die oude liften die meer lijken op doodskisten. Die vermijd ik. Anderzijds: je staat nooit echt lang in de lift, dus dat scheelt.”

‘Als je ziet wat deze crisis al heeft gekost, moet het mogelijk zijn om alle burgers gratis een paar goede maskers te bezorgen.’Beeld Mariana Vieira

In Vlaanderen kennen vooral de lagere scholen, waar kinderen niet gevaccineerd zijn, een enorme besmettingsexplosie. Wat zou u hen aanraden?

“Dragen de kinderen maskers?”

Vanaf 10 jaar.

“Oh, dan hoeft niemand verbaasd te zijn over die cijfers. Ik zou die kinderen, ook jonge kinderen, zo snel mogelijk vaccineren. Mijn zoon van 7 is gevaccineerd. En hij droeg al een masker in de klas toen hij 5 jaar oud was. Hij klaagde daar niet over. Het kan voor kinderen soms een beetje vervelend zijn, maar in scholen waar iedereen altijd maskers draagt, zie je geen uitbraken. In scholen zonder masker wel. Zo eenvoudig is het. Kinderen onder de tien geen masker laten dragen, is heel slecht beleid. Daarvan draagt uw land nu blijkbaar de consequenties.”

En als de klas goed geventileerd is of de lucht wordt gezuiverd, zijn maskers dan nog nodig?

“Bij een laag besmettingsniveau in de scholen en de rest van de samenleving zou je dan kunnen overwegen de maskers te laten vallen. Als je buiten lesgeeft en je kunt afstand houden, dan mag je de maskers zéker laten vallen. Het probleem is dat scholen overal ter wereld bij de slechts geventileerde locaties zijn. De gebouwen zijn oud, luchtkwaliteit is nooit een prioriteit geweest, en het kost geld om ventilatiesystemen te installeren. Dat probleem is in Californië even groot als in België, vermoed ik.”

Wat zou u mij aanraden als ik schooldirecteur was: ramen opengooien of luchtreinigers kopen, die ongeveer 500 euro per stuk kosten?

“Kwalitatief zijn beide maatregelen ongeveer evenwaardig. Een luchtreiniger met een hepafilter haalt het virus uit de lucht. Als je de ramen openzet, verdwijnt het virus naar buiten. Het eerste wat je moet doen, is meten. Met een CO2-meter kun je nagaan hoe goed het werkt als je de ramen openzet. Volstaat dat, dan moet je beginnen te rekenen: wat kost het je aan extra verwarming als je in de winter in alle klassen de ramen laat open staan. Behoorlijk wat, neem ik aan. Een luchtreiniger kost inderdaad ongeveer 500 euro, zoals u zegt. Ik zou u dus adviseren: maak de rekening en kies.”

Kun je die hepafilters ook zelf maken?

“Zeker. Dan kost het veel minder. Hetzelfde geldt voor CO2-meters, die kun je ook zelf bouwen. Dat zijn toch opwindende wetenschapsprojecten voor de leerlingen. Ze steken er veel van op. En kunnen met eigen ogen zien wat het effect is als je de ramen sluit en daarna weer opent. Zeer leerzaam.”

'Een luchtreiniger kost 500 euro. Wat kost het je aan extra verwarming als je in de winter in alle klassen de ramen laat open staan?'Beeld Mariana Vieira

Is een CO2-gehalte van 900 ppm, 900 deeltjes per miljoen, veilig?

“Hoe lager, hoe beter. De buitenlucht heeft een CO2-gehalte van ongeveer 400, dus je kunt zien wanneer de kwaliteit van de binnenlucht die van de buitenlucht benadert. Die 900 lijkt mij een relatief veilige grens. Als kinderen dan ook nog een masker dragen, is de kans dat ze besmet raken, niet zo groot – zelfs als ze niet gevaccineerd zijn.”

Hoe verwacht u dat deze pandemie nu verder zal evolueren?

“Landen zoals China en Zuid-Korea zijn veel agressiever geweest bij het indammen van besmettingen en hebben het dus beter gedaan. Maar de deltavariant maakt het voor alle landen weer zeer moeilijk, omdat die zoveel besmettelijker is. Het zal afhangen van de evolutie van het virus, of er nog nieuwe varianten komen, bijvoorbeeld. In ieder geval hebben overheden nog veel werk. Toen ik met een paar collega’s een jaar geleden een brief schreef naar president Joe Biden over maskers, kregen we zelfs geen antwoord. Men dacht dat de vaccins alles zouden oplossen. En dat is dus niet gebeurd.”

Maar wat kunnen beleidsmakers dan nog concreet doen? Wat zijn, behalve ventilatie en luchtreiniging, de prioriteiten op de lange termijn waar je nu al mee kunt beginnen?

“Ik zou zeggen: doe vooral de dingen die makkelijk zijn en zeer effectief. Om te beginnen aan mensen uitleggen hoe dit virus zich verspreidt. En dat men zich vergist heeft met dat handen wassen. Handen wassen helpt niet. Dan moeten overheden inzetten op maskers, ook dat is snel en eenvoudig te regelen: als je ziet wat deze crisis al heeft gekost, moet het mogelijk zijn om alle burgers gratis een paar goede maskers te bezorgen. Dat kan op korte termijn al zeer effectief zijn, als we die overal dragen. In scholen en supermarkten moet dat dan goed gecontroleerd worden.”

Gaan we door deze pandemie, die ons het belang ervan aantoont, een tijdperk van schone lucht tegemoet, waarin virusvrije klassen en lokalen de norm zijn? Zoals we vandaag ook rekenen op schoon water?

“In nieuwe ziekenhuizen zijn de ventilatiesystemen al zeer goed. Meer dan in de rest van de samenleving. De slechtste locaties zijn onze huizen: die zijn vaak erg goed geïsoleerd, maar slecht geventileerd. Als u na het kerstmaal met de familie wat slaperig wordt, komt dat niet altijd door het eten, maar ook door de slechte lucht. Ook in winkels en scholen is het zeer slecht gesteld. In Spanje hebben militairen tijdens de eerste golf in rusthuizen kadavers aangetroffen van mensen die waren gestorven door de slechte luchtkwaliteit. Daar was de ventilatie zeer slecht en waren vast ook veel superverspreiders . Eigenlijk wordt het tijd voor een paradigmashift, maar ik vrees ervoor.”

Waarom? Wat houdt die beweging tegen?

“In 1945 is een paper verschenen in Science waarin precies dezelfde shift werd bepleit: ook daarin stond al dat we ons water en ons voedsel wél, maar onze lucht nog niet zo schoon mogelijk houden. Het is nu 2021 en wij schreven pas in Science een artikel met dezelfde boodschap. Er is niets veranderd. De krachten die niet willen investeren in die shift, zijn te machtig. Er zijn Spaanse regio’s waar men wacht tot de pandemie voorbij is, zodat ze zich eindelijk geen zorgen meer hoeven te maken over de luchtkwaliteit. Veel andere overheden zullen ook zo denken. Na de pandemie kunnen ze het probleem weer negeren. Er zullen genoeg andere problemen zijn.”

Dat ziet er slecht uit.

“Zoals elke verandering moet je op de lange termijn denken. Klimaatverandering los je ook niet meteen op. Er moet een sterke beweging zijn die maatregelen blijft eisen zodat politici zich niet kunnen verschuilen achter excuses. We hebben een Greta Thunberg van de zuivere lucht nodig.”

Bent u dat niet? Een tikje ouder weliswaar, maar even belangrijk.

(lacht) “Nee, ik denk niet dat we dezelfde impact hebben. En weet u, ik geef dit soort interviews nu al een hele tijd, maar experts kunnen mij blijven wegwuiven. Jimenez is toch geen arts, zeggen ze dan, wat weet hij daar nu van? Tja.”

BIO

- Geboren in Spanje in 1968

- Hoogleraar chemie en biochemie aan de University of Colorado (VS)

- Specialist inzake de bestudering van aerosolen – deeltjes die in de lucht zweven

- Speelde een cruciale rol in onze kennis over de transmissie van het coronavirus