Direct naar artikelinhoud
InterviewStijn Meuris

Stijn Meuris na de bijna fatale hartstilstand: ‘Ik wist: dit is niet hetzelfde als flauwvallen’

Stijn Meuris: ‘Het eerste incident was thuis op het terras. Mijn linkerarm viel uit. Raar. Maar na een cola en een sigaret was de verlamming weg.’Beeld Joris Casaer

‘Toen de deuren van de spoed openden en ik de eerste witte jas zag, ging ik onderuit. Ik ben op de grond gereanimeerd.’ De ­nieuwe theatermonoloog van Stijn Meuris (56) heet niet voor niets Stilstand. Een jaar geleden stopte zijn hart er even mee.

Op 22 december 2020 moest de wereld het plots zes minuten zonder Stijn Meuris doen: zo lang duurde het voor de spoedartsen in het Jessa-ziekenhuis in Hasselt zijn hart weer op gang kregen. Een vernauwing van de kransslagader veroorzaakte de bijna fatale klap, maar er zat veel meer achter: een crisis, ook van het hart, komt nooit zomaar.

Als het leven een voetbalmatch is, dan speelt Stijn Meuris nu de verlengingen, dankzij de vaardige handen van zijn dokters.

Het leek even alsof hij de sinistere boodschap van een song op Gigant, uit 1994, in de praktijk wilde omzetten: ‘De belofte jong te sterven houdt me bezig, ik had beter niks gezegd, aan medeleven en ongeloof alvast geen gebrek.’

Het was volle vijftig jaar geleden dat Meuris nog zes minuten aan één stuk stil was. Mocht hij op La Palma wonen, men zou hem met de plaatselijke vulkaan vergelijken. Deze stuiterende botsbal en tegelijk boksbal vol energie en meningen, verslaafd aan het leven en de opwinding van het podium, kroop dankzij een welgemikte stent door het oog van de naald, en als ik hem spreek zie ik gelukkig het oude vuur terug, dat brandt en brandt en brandt. Terwijl de psychologische gevolgen van zo’n hartstilstand groot zijn: de schrik zit erin, onvermijdelijk en voor altijd.

Vandaag lanceert de Belgische Cardiologische Liga een campagne waarin het verhaal van Stijn Meuris centraal staat. Hij is volop aan het repeteren voor zijn vijfde theatertournee De stilstand, waarin hij zijn eigen verhaal aan de stilstand van het land tijdens corona koppelt. Het klopt als een bus.

Een monoloog over een monoloog.

Opgeladen

“Ik ben 56 en soms denk ik, als ik voor een try-out weer ergens naartoe moet: ik had ook thuis in mijn zetel kunnen liggen. Maar zo’n voorstelling laadt mij ook geweldig op.

“Ik leef zo al sinds mijn 20ste: nooit had ik gedacht dat ik zomaar een zaal zou kunnen binnenlopen om de mensen al pratend te entertainen.

“Ik ben volle bak bezig aan De stilstand, mijn nieuwe theatervoorstelling en het gaat goed: ik moet niet meer op mijn spiekbriefjes kijken, nu gaat het over timen, finetunen, pointes afronden.

“Maar sinds een week is er weer die coronapaniek: kan het nog? Het zal toch niet wéér afgelast worden? Dat is geen leuke gedachte, zeker als dat zou gebeuren terwijl we er wél iets aan kunnen doen. Ons laten vaccineren, bijvoorbeeld. En ons minder laten meeslepen door complotten.

“Door een tijdlang ons zeer bekwaam medisch personeel van dichtbij te mogen aanschouwen, nota bene in volle coronacrisis, is mijn respect voor hen alleen nog maar gegroeid. En het was al groot. Die mensen zaten een jaar geleden al op hun tandvlees, en dat zal nu niet minder zijn. Dus aan de meest rabiate antivaxers en opruiende complotdenkers deze vriendelijke raad: laat u eens goed nakijken, vooral in de bovenkamer. Maar nu niet, want de door jullie geviseerde sector heeft het nog even heel erg druk.

“Zo’n try-out is een aparte ervaring. Ik ken niemand van de mensen bij wie ik op bezoek kom, ik voel me dan echt een tapijtverkoper. Ik heb alleen een kleine versterker en een micro bij me. Ik duw op de bel, hoor schreeuwende kinderen en de papa doet open. Alsof de dokter aan huis komt. Dan denk ik wel eens: what the fuck am I doing? Je breekt ergens in, en het publiek doet dat eigenlijk ook bij mij. We treden elkaars wereld binnen. Dan zit ik met een koffie in zo’n zijkamertje te wachten, met in de huiskamer allemaal mensen die ik niet ken.

“Ik steek de hele tijd mijn nek uit, zeker in deze voorstelling, die ik ook niet zonder reden De stilstand heb genoemd: mijn leven stond in december vorig jaar helemaal stil.Ik vertel daar ook over en het concept werkt: ik merk de waterscheiding tussen het eerste en het tweede deel, waarin ik de switch maak van de stilstand van het land naar mijn eigen stilstand. Dan is het plots niet meer grappig.

“Uiteindelijk klim ik wel weer uit die put, met relativering en een grap. Terwijl ik mij tegelijk afvraag: zit ik hier nu voor allemaal onbekende mensen mijn medisch rapport te vertellen? Je bent dan helemaal naakt: er zijn geen spots, geen muziek, er is geen theater en de mensen zitten op maximaal anderhalve meter van mij. Er is geen rookgordijn, ik kan mij alleen achter mijn microfoon verstoppen, die mij gelukkig een beetje camouflage geeft. Een microfoon geeft mij het gevoel dat ik aan het optreden ben. Dat praat helemaal anders. Maar dat is wel het enige wat ik dan heb.

“Mensen die naar een voorstelling van mij gaan, weten dikwijls niet waar ze naartoe komen: dat lijkt een voordeel, maar tegelijk ook de achillespees. Ik merk dat sommige dingen echt niet werken op sommige plekken: sarcasme, of sommige woordspelletjes bijvoorbeeld.

“Het hangt ook van de omgeving af: soms denk ik dat ik de ingehuurde pianist op een loungeparty ben. Hoe minder publiek er is, hoe moeilijker: het is een kwestie van sociale controle ook, denk ik. Hoewel het uiteindelijk steeds goed komt. Achteraf ben ik altijd blij dat ik er ben geweest.

“Ik ben er in 2017 mee begonnen. Toen merkte ik in gesprekken met vrienden en muzikanten dat er wel iets gebeurde wanneer ik iets vertelde en op dreef was. Het was niet per se grappig en relevant altijd, maar het had altijd wel een flow.

“Ik was tegelijk ‘het’ allemaal kotsbeu, de grote klauw van de sociale media stoorde mij en politiek begon mij hard te interesseren, omdat ik mechanismes begon te zien die mij vroeger niet waren opgevallen en die ik tot dan ook zomaar aanvaardde. Plotseling zag ik het spel.

“In mijn muziek kon ik daar niets mee en ik was ook geen journalist meer, dus ik miste een forum. En ik denk dat ik op dat moment ook nog eens een voorstelling van Theo Maassen had gezien. Die het niet over politiek heeft, trouwens, maar aan storytelling doet: dat komt het dichtst bij wat ik zelf ook doe. Ik vertel verhalen, niet alleen over mij maar over ons allemaal, hoe wij ons gedragen.”

Seizoen opgeblazen

Dat gaat vier jaar heel goed. Maar dan komt najaar 2020. Corona strooit roet in het eten en de vierde theatershow, Tirade #4, die zo goed als af is, wordt helemaal geschrapt. Meuris gaat online en sluit een deal met deze krant om op tweede kerstdag de show integraal zonder publiek te doen, vanuit de prachtige Academiezaal in Sint-Truiden.

“Het zou bij één repetitie blijven. Ik denk dat ik weet wat er op 22 december 2020 gebeurd is, al ben ik natuurlijk geen dokter: ik was gewoon diep en diep ongelukkig. Het weer was grauw, ik had net gehoord dat Tirade niet doorging: 27 shows geschrapt. Eén kort telefoontje blies het hele seizoen op.

'Ik heb iets bewijzerigs. Ooit heb ik beslist om het te doen, en dan doe ik het ook. Zo ben ik. En als het mislukt, dan is het maar zo.'Beeld Joris Casaer

“Ik zei al heel lang tegen Sue, mijn vriendin, dat ik mij niet goed voelde, dat er iets op komst was.

Ik denk niet dat het iets met corona te maken had, maar ik was wel echt ongelukkig. En ik was bang – raar om dat woord te gebruiken misschien, want zo bang ben ik normaal niet. Ik werd plots door allerlei gebeurtenissen overrompeld. Eerst was de reünietournee van Noordkaap gecanceld, daar hadden we een jaar voor gerepeteerd, dat was een heel gedoe. Drie uitverkochte AB’s en een rist andere concerten geschrapt.

“In december ging het dan helemaal mis. Er was natuurlijk ook een medisch falen, maar ik geloof wel in het holistische principe dat alles met elkaar te maken heeft. Er waren al voortekenen geweest: ik had in de periode voor de grote klap een paar flinke waarschuwingen gehad, die zeer beangstigend waren.

“Ik laat mijn hart sinds mijn 50ste testen en die resultaten waren altijd erg goed, al ben ik zeker geen atleet en rookte ik toen ook nog. Zuurstofopname, verzuring: allemaal goed. Dat de dokter ook altijd zei dat ik moest stoppen met roken, hoorde ik natuurlijk niet.

“Technisch gesproken heb ik geen hartfalen gehad: ik had een vernauwing van de kransslagader. Het eerste incident was thuis op het terras, waarbij ik voelde dat het heel erg mis was. Het was na een wandeling. Het begon met zweet in de hals, en daarna een zure smaak in de keel, een soort refluxgevoel. Maagzuur, terwijl ik daar nooit last van heb. Vies. Ik dacht eerst dat ik een vlieg had ingeslikt. Toen ik op het terras ging zitten, viel mijn linkerarm uit. Lam. Raar. Ik wist natuurlijk meteen: dat is niet goed. Maar na een cola en een sigaret was die verlamming weg en ook de slechte smaak verdween. Ik voelde me meteen weer goed.

“De dag daarop ben ik die harttest opnieuw gaan doen en die was weer perfect. Ik weet nu hoe dat komt: ze onderzoeken alles wat de mechaniek van het hart betreft, maar niets van rond het hart. Het probleem zat bij mij dus niet in het hart maar in de vernauwing van de kransslagader. Plaque heet dat, dat eerst slechts een deel van de bloedstroom blokkeerde, waardoor ik die waarschuwingen kreeg. Op 22 december heeft dat stukje plaque uiteindelijk de hele ader verstopt.

“Ik was mijn programma op radiozender Willy aan het voorbereiden, in mijn bureau. Dat was de enige plek waar ik toen nog rookte thuis. We hebben die kamer opnieuw laten schilderen, je wil niet weten hoeveel vuiligheid er van de muren kwam.

“De muziek stond luid, wijntje erbij, ik zat in de zone, alles goed. Maar ineens was het weer zover: een aanval. En ik voelde meteen: deze is anders. De andere drie kon ik controleren: door rustig te worden, door een sigaret te roken. (lacht) Bij die laatste aanval kon ik alleen nog opstaan en zeggen: ik ga dood. Zo voelde dat.

Horten en stoten

“Dan zijn we tegen een rotvaart en met horten en stoten in het Jessa-ziekenhuis hier in Hasselt op de spoedafdeling geraakt. Daar pas kreeg ik, en gelukkig maar, de echte, finale klap: daar ging het licht helemaal uit. Alsof mijn lichaam zich had ingehouden.

“Ik weet niet of dat kan, maar ik had tijdens die autorit voortdurend het gevoel: als ik mij laat gaan, houdt het op. Toen de schuifdeuren van de spoed openden en ik de eerste witte jas zag, ben ik tegen de grond gegaan. Ze hebben mij ter plekke op de grond gereanimeerd, wat eerst niet lukte. Flatliner. Uiteindelijk lukte het na een paar pogingen met een defibrillator. Zes minuten heeft het geduurd.

“Toen ik bijkwam lag ik op een stretcher, die door de gangen werd gereden, richting operatiekwartier. Het was heel filmisch allemaal; er hingen zes, zeven mensen boven mij die allerlei dingen aan het kapotscheuren waren: zakjes, baxters...

“Ik herinner mij de klank van de goudfolie die ze op je leggen. Ik dacht: zo koud is het hier toch niet? Dat kan geen goed teken zijn, dacht ik, want ik was al weer helder. Ze hebben toen heel snel een stent gestoken, via mijn pols.

“Ik dacht: wat doen ze nu, dat is toch niet op de juiste plek? (lacht)

“Dat ding reist blijkbaar door uw lichaam, het is een soort ballon dat naar de juiste plek wordt gedirigeerd, daar wordt opgepompt en daar ook blijft zitten. Het duurt minstens een jaar voor die ingegroeid is, tot dan moet je bloedverdunners nemen. En daarna nog andere bloedverdunners. Voor alle zekerheid, zeker?”

Finale klap

“Ik was tot dan nog nooit flauwgevallen maar toen dit gebeurde, wist ik toch: dit is niet hetzelfde als flauwvallen. Ik dacht: dit is de finale klap, het is gedaan. Dat duurde een kwart seconde. Ik wilde nog iets zeggen, maar mijn spraak was verstoord. De beste omschrijving die ik voor mijn toestand kan vinden – en de mensen die dit ook al hebben meegemaakt zullen dat wel herkennen: het voelt als een gigantische kramp. Een beklemming die pijnlijk is maar niet onoverkomelijk: alsof uw hele borst een dweil is die uitgewrongen wordt. Moeilijk ademen ook, rare bewegingen, bijna spastisch zelfs. Heel mijn lijf was aan het vechten. Een soort van overlevingsreflex, mijn lichaam dat alles op alles zette. Ik wist ook dat ik geen tijd had om te wachten op een ambulance, dus zijn we zelf naar een kliniek gegaan.

'Het was heel filmisch. Er hingen zes, zeven mensen boven mij die allerlei dingen kapot aan het scheuren waren: zakjes, baxters...'Beeld Joris Casaer

“Ik ben natuurlijk niet de eerste met een hartprobleem: de grootste killer wereldwijd blijft hartfalen. Maar wij horen daar minder over, omdat kanker nog altijd een veel groter horrorverhaal blijkt te zijn. Er is een genetische component, maar ook je levensstijl is belangrijk: iemand die zijn hele leven rookt en drinkt en niet beweegt, heeft meer kans op een hartfalen.

“Mijn vader is gestorven aan de gevolgen van een aneurysma, op zijn 72ste. Hij was net als ik een geweldige driftkikker, al kun je onze hartkwalen niet vergelijken. Maar ik denk echt dat je iets kunt krijgen door je te veel op te winden. Je zet spanning op de mechaniek. En soms barst dat.

“Ik heb twaalf jaar geleden een gescheurd buikvlies gehad: dat was gewoon weg. Ik ben toen ook al door het oog van de naald gekropen, zei de dokter. Ik herinner mij de stomverbaasde specialist die zei dat mijn buikvlies weg was waardoor mijn organen in mijn buik begonnen te bewegen. Gelukkig allemaal goed gekomen.

“De chirurg vroeg toen: lees jij tijdens het eten? Zeker, zei ik, dat doe ik al sinds ik 16 ben. Nooit meer doen, zei hij. Je zet spanning op de spijsvertering. Je bent niet aan het eten, je bent aan het lezen. Oei, dacht ik. Daar heb ik dan toch zeker zes weken rekening mee gehouden. (lacht)

“Mijn machine staat altijd aan, ik ben constant alert en vind weinig rust. Ik ben soms zo moe van mijzelf. Dat heb ik aan mijn ADHD te danken. Ik heb daar gelukkig wel wat trucjes tegen: een podcast beluisteren of iets lezen over dingen waaraan ik niet per se iets heb. Mijn fameuze boekjesverzameling over oude vliegtuigen bijvoorbeeld, terwijl ik nooit een vliegtuig ga kopen. Net zoals mensen die graag naar Dobbit-tv kijken: die willen niet per se zelf een veranda bouwen, maar kijken wel graag naar mensen die dat goed kunnen. Je zoekt eilandjes, denk ik, die uw geest masseren en daardoor het lijf ook.

Hoezo, zomervakantie?

“Ik kan niet makkelijk nee zeggen en tegelijk ben ik ook blij dat ik nog zoveel mag doen. Ik gebruik de boutade ‘ik had ook in mijn zetel kunnen liggen’ dan ook te vaak: alleen na mijn stilstand had ik voor het eerst van mijn leven een legitieme reden om volstrekt niets te doen.”

“Vond ik. Dat kwam mij goed uit. Ik moest mij nergens meer voor excuseren. En toch bleef ik mijn stukje voor de krant (Het Belang van Limburg, red.) maken. Dat verstonden ze daar niet. Ik zei: waarom niet? Ik ben niet ziek en sterker nog: ik ben niet dood. En ik heb hier een laptop. (lacht)

“Een van de belangrijkste doelstellingen in mijn leven is consistentie. Ik raak helemaal uit evenwicht als iets er niet is. Bij tv-programma’s heb ik dat ook; die nemen vaak ook zomervakantie. Hoe? Waarom? Weet jij trouwens nog wanneer De ideale wereld wordt uitgezonden? Dat is al zo dikwijls van plaats veranderd. Dingen moeten doorgaan. Stukjes in de krant, maar ook programma’s. En concerten.

“Ik had dit jaar heel graag nog de doorstart gemaakt met Noordkaap, maar het idee van de reünie kwam eigenlijk van Kurt Overbergh van de AB en het zou niet amicaal zijn om niet bij hen te beginnen. Maar dan moest alles meteen een heel jaar uitgesteld worden.

“Vier jaar geleden belde ik de oorspronkelijke groepsleden een voor een op, om hen voorzichtig te polsen of ze zin hadden. Tot mijn verbazing zei iedereen ja. Ik wilde na een paar exclusieve concerten graag nog een zomer met leuke festivals, maar daar zijn we nog niet helemaal uit.

“Dat maakte dat het ook deze zomer sappelen bleef qua concerten, al heb ik mij geweldig geamuseerd met ‘Marzo, Meuris, Meersschaert & Van Lierde’: de nieuwe Emerson, Lake & Palmer maar veel minder pompeus, zeg maar. En veel minder ego. Muziek spelen met veel goesting en zonder kapsones: het kan gelukkig nog altijd. Ik zeg nog altijd heel graag ‘ja’: mij kunnen ze met een wortel vangen. Daarin ben ik zeer te vergelijken met Rick de Leeuw, denk ik.”

Prime now!

“Ik ben gek op Theo Maassen, maar ik denk dat ik meer in de lijn van Freek de Jonge zit; zeker is dat ik voornamelijk door de Nederlandse scene ben geïnspireerd. Ook Freek vertelt een verhaal en hij houdt dat de hele voorstelling vol. Op het einde blijkt de cirkel rond. Dat zie je in Vlaanderen veel minder. Alleen Wim Helsen doet dat ook. “Ik ben geen opinion leader zoals Michael Van Peel: ik ben traditioneler, denk ik. En toch rock-’n-roll. Ik ben een geweldige fan van Ronny Chieng, een bij ons volstrekt onbekende komiek. Hij windt zich bijvoorbeeld geweldig grappig op over de traagheid van Amazon Prime: levering op dezelfde dag als je het bestelt, dat is toch onzin? Ik wil mijn bestelling metéén! Prime Now! (lacht) In mijn voorstelling gaat het ook over dat soort kleinigheden: als ik vertel hoe wij ons in bepaalde situaties gedragen, zie je dat het publiek zich herkent.

“Als je het daarentegen over Joachim Coens hebt, ziet het publiek alleen die rare jas van hem. Ik ben geen politiek analist, het is eerder een terugblik: de opkomst van Conner Rousseau, de strapatsen van Els Ampe, de vlucht uit het Vlaamse Parlement van Crevits en Tommelein. De opkomst van de sensitivity reader, nog zoiets. Ik heb er zelf een in de coulissen gezet. (lacht) Als je dit allemaal optelt, kom je toch tot een beeld van onze tijd als bron van vermaak en ergernis tegelijk.

“Ik hou van energie, veel energie. Ik heb graag opwinding. Het zal ook wel geen toeval zijn dat ik fan ben van Louis de Funès, een echte zenuwpees, die sinds kort opnieuw gewaardeerd wordt.

“De Tirade van vorig jaar was helemaal klaar. We hadden een technische test gedaan, die uiteindelijk wel gebruikt is voor een onlineactie met deze krant, maar dat hadden we eigenlijk niet mogen doen. Het was niet af. Een repetitie voor zes technici in plaats van een voorstelling voor een volle zaal is al niet makkelijk. En zeker niet hetzelfde. Mijn derde aanval heb ik vlak na die proefopname in Sint-Truiden gekregen. En drie dagen later kwam de grote klap en lag ik in de kliniek terwijl ik eigenlijk een livestream had moeten doen voor de krant.

“Wat ik nog graag zou doen, is: meer muziek gebruiken in mijn voorstelling. Er zijn nog zoveel mogelijkheden, al zie ik mij niet achter een piano kruipen en liedjes zingen en spelen.”

In mijn blote

“Ik vind de voorstelling in deze vorm ook heel zuiver en mooi: één persoon, één microfoon en dan mijn verhaal vertellen aan de zaal. Ik sta echt in mijn blote, zonder de steun van muzikanten. Waarom ik dat doe? Geen idee, eigenlijk. Ik heb iets bewijzerigs, al is dat slecht Nederlands. Ik heb ooit beslist om het te doen en dan doe ik dat ook. Zo ben ik. Soms mislukt dat, maar dat is dan maar zo.

“Ik vind het fijn als iemand soms een beetje uit de bocht gaat. Dat heb ik gemeen met Mauro Pawlowski, die zoveel verschillende petten heeft dat mensen soms niet meer weten wie hij is. Ik herken dat: het is vermoeiend, maar er is niet veel aan te doen. Zolang ik het graag doe, blijf ik het doen. En ik doe het graag. Niets is zo leuk als thuiskomen na een goeie voorstelling.

“En een goeie voorstelling: dat voel je al van bij het begin. Als de zaal goed reageert op het openingsnummer (‘Something’s Gotten Hold of My Heart’, in de versie van Nick Cave), weet ik dat het goed zal gaan. En reageren ze niet, dan weet je: het wordt een moeilijk avondje.” (lacht)

De stilstand gaat in première op 3 december in Bree. Meer info: koortzz.be