Geen prioriteiten bij boosterprik (ook niet voor leerkrachten): volgorde hangt af van leeftijd en type vaccin

Dat iedereen een extra boosterprik van het coronavaccin kon krijgen, was principieel al een tijdje beslist. Door de forse stijging in de besmettingen besliste het Overlegcomité gisteren dat de uitrol ervan sneller moet. Om dat te halen, nemen de ministers van Volksgezondheid enkele maatregelen.

Zo zullen de bestaande vaccinatiecentra worden versterkt en zal de prik - op termijn - ook kunnen worden gegeven door bedrijfsartsen of apothekers. Voor die laatste is er wel nog een lange juridische weg af te leggen, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Hij verwacht dat het eerder iets is voor het einde van het jaar of begin volgend jaar. 

Maar prioritaire groepen, die komen er niet. Nochtans had de Vlaamse regering via het Overlegcomité gevraagd om leerkrachten uit het basisonderwijs en kinderverzorgers voorrang te geven, omdat zij met niet-gevaccineerden werken. Maar dat komt er dus niet. 

"Zo'n booster geeft een goed effect twee maanden na het Johnson&Johnson-vaccin, vier maanden na AstraZeneca en zes maanden na Pfizer en Moderna", zegt Vandenbroucke. "Je moet dat niet later doen, maar ook niet eerder. Je moet dit schema volgen om het goed te doen. Anders is het zinloos."

Het onderwijs zal wel - net als andere sectoren - zelf de boostercampagne kunnen opzetten. "Maar dan nog zullen ze het schema moeten volgen."