Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Al sinds het allereerste begin van mijn huwelijk, nu zo’n kwarteeuw geleden, mist mijn vrouw iedere seksuele belangstelling’

‘Al sinds het allereerste begin van mijn huwelijk, nu zo’n kwarteeuw geleden, mist mijn vrouw iedere seksuele belangstelling’
Beeld Sammy Slabbinck

Dat een heel leuke vrouw niet per se de juiste partner hoeft te zijn, kan Elias (57) volmondig beamen. Tot zijn verdriet en ongenoegen ziet hij al 25 jaar met lede ogen aan dat zijn wederhelft geen enkele vorm van fysieke aanraking op prijs stelt. En daar geeft hij ook zichzelf de schuld van. 

‘Al sinds het allereerste begin van mijn huwelijk, nu zo’n kwarteeuw geleden, mist mijn vrouw iedere seksuele belangstelling. Voordat ik haar leerde kennen, was ik met andere vrouwen. Met hen had ik het wel goed. Dat mijn vrouw het wat aantrekkelijkheid betreft toch won van alle voorgangsters, lag vooral aan het feit dat ze gewoon ontzettend leuk was. Ik werd verliefd en dacht: de seks komt vanzelf wel als we elkaar wat beter leren kennen. Haar terughoudendheid legde ik uit als schuchterheid, haar fantasieloosheid als gebrek aan ervaring. 

“Ik nam me voor haar te helpen, leidend te zijn, haar behoedzaam kennis te laten maken met alles wat fijn is aan seks. Maar mijn vrouw wees alles af, onze twee kinderen zijn verwekt met inspiratieloze seks die gedurende ons huwelijk steeds minder frequent werd. In het begin lukte het me mijn schouders op te halen. Ik was verliefd, we reisden veel, we bezochten concerten en toen de kinderen geboren werden, hadden we daar jarenlang onze handen aan vol. Maar de laatste tien jaar, nu de kinderen het huis uitgaan, begint het weer te wringen. 

“Zonder te willen klinken als een man die vindt dat hij recht heeft op seks, recht heeft op aanraking, geloof ik echt dat iedere relatie bestaat bij de gratie van communicatie, en communiceren is meer dan alleen maar praten. Bij iedere aanraking van een geliefde treedt er onmiddellijke ontspanning op die nodig is om het gedoe van alledag als het ware verend op te vangen. En nu onze aanrakingen achterwege blijven, ook nu we meer tijd hebben voor elkaar, begin ik het geloof in haar en ons huwelijk te verliezen. Ik heb weleens voorgesteld: als je geen seks wilt, kunnen we ook gewoon naast elkaar gaan liggen, bijna als vriendjes, elkaar masseren bijvoorbeeld, om erachter te komen wat je lekker vindt en wat niet. Ik heb gevraagd of er iets in haar jeugd is gebeurd wat haar nu nog altijd belemmert, maar ze reageert op geen enkele suggestie. Ze kijkt me aan, zucht en zwijgt.

“Een tijdje geleden liep ik, niet voor het eerst, voor een gesprek haar werkkamer binnen. Ze zat aan haar bureau, naast het logeerbed waar ik alweer een tijdje slaap. Ik weet dat ze een moeilijke tijd doormaakt, de relatie met onze bijna volwassen dochters is niet al te best, het lijkt soms alsof ze hen hun verworvenheden zoals uitgaan, die ze zelf toen ze jong was ontbeerd heeft, verwijt. Ik liep binnen en vroeg: ‘Hoe kan ik je toch helpen? We moeten een aantal dingen regelen. De band met de dochters herstellen en daarna moeten wij ook wat issues oplossen.’ Ik stelde voor om samen naar een gezinstherapeut te gaan en misschien naar een seksuoloog. Ze sloeg haar blik neer. Ik kon niet zien of ze moedeloos was, geërgerd of misschien wel teleurgesteld omdat ik opnieuw over ons huwelijk begon. Ik vroeg haar, denk alsjeblieft eens na over ons. Maar het leek erop dat liefde en intimiteit voor haar nog altijd non-issues waren. Uiteindelijk zei ze: ‘Moet dit nu? Ik ben aan het werk.’ En ik keek naar haar en dacht, wanneer is dan wel een geschikt moment?

“De avond die volgde, verliep als alle andere avonden. Geen van beiden kwamen we terug op ons korte gesprek. Zoals gewoonlijk ging ze rond half negen naar boven en trok zich terug in haar kamer. Alsof ik geen steen in de vijver had gegooid. Surrealistisch bijna. Al had ze maar gezegd: houd eens op met dat gedram, ik heb er gewoon geen zin meer in met je. Maar dat durft ze niet. Daarvoor is ze in 25 jaar te afhankelijk van me geworden. Ik regel de financiën, de verbouwingen, de auto’s, ze zou niet eens meer weten hoe het moet, zelfstandig een huis­houden runnen. Gedoogt ze me? Gedoog ik haar? ­Houden wij elkaar in de greep? Waarom ga ik op mijn beurt niet weg? 

Niet sterk genoeg

“Ik luister graag naar muziek. Van het kerstlied ‘Carol of the Bells’ bestaan twee bekende uitvoeringen, de een precies volgens de instructies van de componist, de andere vrijer, vol improvisaties, en dus ook risicovoller. Ik leid het leven van uitvoering één, en verlang naar uitvoering twee. Ik ben een Tesla-mannetje met hippe schoenen, maar ik zou mijn auto’s en mijn tweede huis allemaal inruilen voor een beter leven met mijn vrouw. Een vriendin zei laatst: jij wilt wel weg, maar je bent niet sterk genoeg. Dat zou kunnen, maar het zit gecompliceerder. De positie waarin mijn vrouw zich bevindt, is mede mijn verantwoordelijkheid, mede ontstaan door haar huwelijk met mij. Ik ben niet haar vader, dat weet ik wel, maar toch, we zitten in hetzelfde schuitje. 

“Ons probleem is natuurlijk niet uniek, er zijn zoveel huwelijken die kampen met een gebrek aan intimiteit. En wie weet, waren we ook zonder dit verschil in behoeften uit elkaar gegroeid. Wat me het meest van alles steekt is dat ik haar onverschillig laat. Dat ze het niet kan opbrengen naar me te luisteren, na te denken over zichzelf, over ons. Hoe vaak heb ik niet gevraagd, hoe kunnen we dit keren? Maar ze blijft stoïcijns. Lang geleden verloren we een kind, misschien dat dit ons heeft verkrampt. Het besef dat wij na zijn dood niet mochten mislukken, want dan zou zijn sterven betekenisloos zijn geweest. Misschien zorgde dat voor een zekere druk; want ook al hebben we zijn dood verwerkt, schuld en verdriet zijn altijd bekende thema’s geweest in ons huwelijk.

“Het is niet dat ik niet meer van haar houd, dan zou het simpel zijn. Wel begint mijn geduld het van de teleurstelling te verliezen. Verbittering is niet ver weg meer. Vorige maand stemde ze voor het eerst toe met relatietherapie. Wie weet gaat die enige verlichting bieden, moeilijk te voorspellen na al die jaren. Het is allemaal nogal minnetjes, ingehouden, nihilistisch: wij, deze relatie. En zelf durf ik ook al geen radicale beslissing te nemen. Ik ben murw. Ik zie gelaten toe hoe mijn verlangen wordt gesmoord en de liefde steeds verder wegdruppelt.”