Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

Ben en Geert Segers: ‘Wij zijn een familie van stugge boeren’

Ben (l) en Geert Segers.Beeld Tine Schoemaker

De jongste is 47 jaar, acteur, en nu te zien in de film Dealer, het regiedebuut van Jeroen Perceval. De oudste is 48 jaar, gespecialiseerd in graszoden en de man die het veld van voetbalclub KVC Westerlo onderhoudt. Ben en Geert Segers, neven.

Geert

“Ben en ik zijn, naast neven, ook voormalige buren. Wij zijn de twee jongsten van een grote familie van 38 neven en nichten. Nog altijd woont het gros in en rond Arendonk. Dat is onze standplaats, in de buurt van de Nederlandse grens. Als je daar ‘Segers’ zegt, kijkt de helft van het dorp op.

“Onze vaders zijn twee van de elf kinderen van onze grootvader, Jakobus, afgekort tot Kub. Van oud naar jong zijn dit de elf kinderen van Kub: Marie, Jos, Irene, Louis, Leonie, Lea, Jeanne, Joseva, Charel, Jan en René. Zo heb je meteen een staalkaart van de meest gangbare namen van toen.

“Van die elf schieten er overigens maar vijf meer over. Om ons, de 38 neven en nichten, enigszins te kunnen plaatsen in die hele Arendonkse stamboom, verwijzen onze bijnamen naar de ‘oervader’, onze overgrootvader die Karel heette, wat Kèrel werd in de volksmond. Dat is nogal ne kèrel.

“Wijlen mijn eigen vader heette René. Dus wie ben ik in dit verhaal? Geert van René van Kub van Kèrel. Bens vader heet Jan. Hij is Ben van Jan van Kub van Kèrel.

“Dit hele verhaal is terug te brengen tot onze boerderij in Arendonk. Kub, onze grootvader, is in Arendonk begonnen met een melkkoeienboerderij. Hij had op het hoogtepunt veertien koeien, en was toen een van de grootste boeren van het dorp. Vijftig jaar later liggen de kaarten helemaal anders, en zijn we kleine boeren.

“Na mijn grootvader nam mijn eigen vader de boerderij over. Nu zet mijn grote broer het verder. Tja, hoe gaat dat hè, het is altijd den domsten die de boel overneemt. (lacht) Nu zijn het trouwens geen melkkoeien meer, maar dikbillen en braadkippen.

“Onze grootmoeder hebben we niet gekend. Die stierf lang geleden, werd gegrepen door een auto, en grootvader stond er plots alleen voor. Later woonde hij bij ons in, toen mijn vader de boerderij al had overgenomen. Dat was echt de zoete inval bij ons. Iedereen kwam in het weekend langs om grootvader te bezoeken. Ook Ben, die ik heel vaak zag. Die woonde maar vijftig meter verder.

“Als jongsten van 38 kwamen wij goed overeen. Nog altijd trouwens. Ik herinner mij de dood van Kub, onze grootvader, nog goed. Negen jaar was ik. Hij lag opgebaard in ons huis, in een ruimte die vlug was ingericht als ‘rouwkapel’. Er hingen paarse gordijnen voor de ramen. Ik heb daar geen trauma aan overgehouden of zo, ik zie er nog altijd de schoonheid van in: heel de familie samen op de boerderij.

“De familie Segers is een familie van nuchter boerenverstand. Hard werken. Ik neem zelf soms te veel hooi op mijn vork, en ben thuis ook alleen, heb niet meteen iemand om dingen mee te delen. Maar ik ben goed omringd, zeker door mijn broer en zus. Ben is daarin niet anders. Hij is acteur, werkt veel en is even nuchter. Zijn bekendheid is bijzonder voor ons, zonder dat we dat overdrijven – al ben ik wel trots op wat hij bereikt.”

Geert: ‘Als je in Arendonk ‘Segers’ zegt, kijkt de helft van het dorp op.’Beeld Tine Schoemaker

Ben

“Mijn vader heeft de vroegere familiefeesten gefilmd. Op Super 8-filmpjes uit de jaren zeventig en tachtig zie je al die nonkels en tantes, allemaal in het grijs, de mannen met een klak op, en allemaal zagen ze er toen al zestig jaar uit, hoewel ze maar ze oud waren als wij nu.

“Een gezonde, Vlaamse, Belgische boerenfamilie, dat is wie wij zijn. Grondgebonden, en ook wel vastberaden. Daar is de kiem gelegd van mijn acteercarrière. We speelden met de familie het doelpunt van Erwin Vandenbergh tegen Argentinië na, in de openingswedstrijd van het WK voetbal in 1982. We speelden ook De Witte van Sichem na. Geert speelde de boer die een attackske kreeg op het veld.

“Ook ik herinner me trouwens de dood van grootvader nog. Mijn eigen vader kwam onze slaapkamer binnen, waar ik sliep met mijn twee broers, en zei: ‘Vokke Segers is gestorven.’ Ik zie het nog zo voor me.

“Ik kan voor allebei spreken en zeggen dat we niks tekort kwamen in onze jeugd. We zijn overigens allebei nakomertjes en werden heel beschermend opgevoed. Het was wel de tijd dat er al eens een klets werd uitgedeeld. Dat was in het grote gezin van onze vaders niet anders geweest. Kub moest elf kinderen grootbrengen.

“Wat eigen is aan boerenfamilies, is dat er niet veel gepraat wordt, niet over gevoelens en emoties. Daar werd geen energie in gestoken. Antwoorden waren er niet. Dat zeg ik met respect, want ik ben blij van zo’n familie af te stammen, maar je mag dat ook benoemen.

“We leerden onze plan trekken, een beetje uit noodzaak, veel opties waren er niet. Toen ik in mijn jeugd soms lastige momenten doormaakte, kon ik enigszins met mijn moeder praten, maar dat was het dan ook. Er heerste geen gesprekscultuur bij de Segersen. Het zijn stugge boeren.

“Ik heb me later, bijna per ongeluk, uitgesproken over psychische problemen (Ben Segers sprak toen over de bipolariteit die het hem soms niet gemakkelijk maakt, red.), wat ongewoon is voor ons. Ik lag na mijn jeugd, en later ook na mijn scheiding, in de knoop met mezelf, voelde me niet goed in de kop en kon daar thuis niet echt mee terecht. Een psycholoog hielp me er mee bovenop. Het feit dat ik het gewoon kon vertellen, maakte al een verschil, die erkenning.

Gekke gewoontes

Geert over Ben: “Hij kan pas eten als de keuken en de woonkamer zijn opgeruimd.”

Ben over Geert: “Het eerste wat hij ’s ochtends doet, is het weerbericht en de buienradar bekijken.”

“Is dat de schaduwkant van een typisch Vlaamse opvoeding? Misschien. Door te praten hoop je mensen die met gelijkaardige problemen worstelen –overigens, ik ben maar een klein geval hierin, en maak het niet groter dan het is – te steunen, duidelijk te maken dat ze niet alleen zijn, dat praten helpt.

“Met mijn ouders heb ik er na die openheid over bipolariteit niet echt grondig meer over gesproken. Het is ook moeilijk te vatten wat dat precies is, voor mijzelf en voor hen. Ze zijn natuurlijk begaan met mij. Het is wellicht een soort onmacht die zij ervaren: wat moeten we daar nu mee? Maar het is wat het is. Het blijft een mooie familie waar Geert en ik van afstammen.”