Direct naar artikelinhoud
InterviewMax Pinckers

Belgisch fotograaf Max Pinckers: ‘Een foto vertelt helemaal niets’

Max Pinckers: 'De meeste foto's die ik neem, zijn familiekiekjes.'Beeld Thomas Nolf

Max Pinckers (33) haalde al de wereldpers met zijn foto’s op het snijpunt van feit en fictie. Met een nieuw boek en een expo in het FOMU biedt hij een masterclass ‘kritisch kijken’. ‘Niets is in scène gezet, toch ga je twijfelen.’

Eén beeld zegt meer dan duizend woorden, luidt het cliché. Voor fotograaf Max Pinckers ligt dat net iets anders. “Een foto vertelt eigenlijk helemaal niks. Dat is een grote misvatting. Een foto toont alleen hoe iets eruitziet. Maar het verhaal zit in de context van het beeld. Stel dat ik hier in het museum mijn foto’s zonder enige toelichting aan de muur zou hangen, dan zou dat maar weinig betekenis of waarde hebben.”

Pinckers is fotograaf, maar vooral onderzoeker. Sinds dit voorjaar mag hij zich ook doctor in de kunsten noemen. Alle fotoreeksen van zijn hand die u vanaf deze week in het Fotomuseum in Antwerpen kunt ontdekken, maakte hij de afgelopen vijf jaar in het kader van zijn doctoraat.

Driehonderd pagina’s telt het. Misschien zeggen beelden inderdaad niks, en hebben ze duizenden woorden nodig om een betekenis mee te krijgen. Pinckers: “Ik vind het natuurlijk prima als mensen mijn beelden puur op hun esthetische waarde beoordelen. Daarom maak ik heel bewust haast overdreven ‘mooie’ foto’s. Misschien raakt het publiek daardoor getriggerd om toch verder te kijken en zich vragen te stellen bij wat ze eigenlijk écht zien. Ik vind dat interessanter dan foto’s die ontoegankelijk of moeilijk zijn, en waar de toeschouwer geen aansluiting bij vindt, want dan komt er helemaal geen dialoog op gang.”

Vallende soldaat

Een voorbeeld: de eerste foto die u tegenkomt wanneer u de expo bezoekt, toont een desolaat landschap met olijfbomen. Het lijkt een mooi postkaartplaatje. U kunt er vluchtig voorbijwandelen, of even langer blijven kijken, naar die grote kleurenprint die haast té scherp en té perfect lijkt. Misschien merkt u op dat er iets niet klopt: dit is geen foto, maar een beeld dat uit tientallen scans is samengesteld. Op enkele plekken, waar de blaadjes door de wind even in beweging waren, is het beeld verstoord. Wie het bordje bij de foto leest, ontdekt dat dit beeld Controversy heet, en naar de twist rond de authenticiteit van Robert Capa’s iconische beeld van De vallende soldaat verwijst, genomen tijdens de Spaanse Burgeroorlog in 1936.

'Controversy', 2017. Dit is 0geen foto is, maar een beeld dat uit tientallen scans is samengesteld.Beeld Max Pinckers/Sam Weerdmeester, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

Pinckers: “Er bestaat al lang twijfel of die foto is genomen op de plek waar Capa beweerde, en mogelijk in scène werd gezet. Op het beeld zie je de ware locatie van Capa’s shot. De toeschouwer wordt uitgenodigd om in een boekje het hele achtergrondverhaal en het onderzoeksproces (een samenwerking met Sam Weerdmeester, red.) bij dit beeld te ontdekken. Er zijn dus verschillende betekenislagen, maar het zijn de kijkers die beslissen hoeveel context ze willen openemen, en in welke mate ze openstaan voor een kritische reflectie over de beelden die ik toon.”

De rode draad in Pinckers’ werk is het blootleggen van de clichés en de soms bedrieglijke mechanismen van de fotografie. Lang voor we met termen als ‘fake news’ en ‘post truth’ werden geconfronteerd, tastte hij in zijn documentairefotografie al de grenzen af tussen feit en fictie. “Maar zelf gebruik ik die termen niet graag, want niets is zo zwart-wit. Er zit veel waarheid in fictie, en er zit verbeelding in alles wat we als echt interpreteren. De kern van mijn werk is juist dat die scheiding niet zo simpel is.”

Portret van Peter Irungu Njuguna in Murang’a, Kenia. Uit de serie 'Unhistories' (2015-heden).Beeld Max Pinckers/MMWVA, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

Als dat voor u te cryptisch klinkt, verwijzen we u graag naar de tekst van Hans Theys in het gloednieuwe overzichtswerk van Pinckers’ volledige oeuvre. Hij leent een grapje uit Slavoj Zizeks boek Welkom in de woestijn van de werkelijkheid: een man die naar Siberië wordt verbannen, spreekt met zijn vrienden af dat hij in zijn brieven blauwe inkt zal gebruiken als hij de waarheid vertelt en rode als hij liegt. Zijn eerste brief is geschreven in blauwe inkt. Het leven is fantastisch in Siberië, schrijft hij, maar ze hebben hier geen rode inkt.

Abu Ghraib

Pinckers: “Ik gebruik voor mijn werk het label documentairefotografie, om een duidelijk kader aan de kijker mee te geven: wat je op mijn beelden ziet, is waar. Het zijn echte verhalen, echte mensen, niets is in scène gezet. Maar door de manier waarop ik dit alles in beeld breng, wordt de kijker toch aan het twijfelen gebracht. Je wordt uitgenodigd om stil te staan bij de rol die ik als maker heb gespeeld, en welke intenties en constructies er achter de beelden schuilgaan die je te zien krijgt.”

Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Ali al-Qaisi, een van de zes personen die door Pinckers worden opgevoerd In de reeks Margins of Excess, over mensen wier ware identiteit met fictie verweven is geraakt. De Irakees Ali al-Qaisi haalde de voorpagina van The New York Times, toen hij in een interview beweerde dat hij de man was op de iconisch geworden foto uit Abu Ghraib. De gevangene die op een doos staat, met een kap over zijn hoofd en elektrische draden in zijn handen, dat was hij, beweerde al-Qaisi.

Pinckers: “Een week later werd de getuigenis van al-Qaisi ontkracht door andere media, en bleek uit bewijsmateriaal dat hij niet de man op die bewuste foto kon zijn. Dus werd hij als een leugenaar en een fantast afgeschilderd. Wat in de mediaheisa over het hoofd werd gezien, is dat hij wel degelijk een gevangene was geweest in de Abu Ghraib-gevangenis, en ook daadwerkelijk op die doos had gestaan, met een kap over zijn hoofd.

“Of dat moment op foto is vastgelegd of niet, zou in dit geval geen doorslaggevende factor mogen zijn om te oordelen over de credibiliteit van zijn verhaal. Je zou kunnen stellen dat het legitiem is dat hij zich dat iconische beeld toe-eigent, want het is zijn verhaal dat op dat beeld wordt verteld. Maar we interpreteren alles op een foto heel letterlijk: hij staat niet op de foto, dus telt zijn ervaring niet meer mee. Terwijl dat beeld een symbool was geworden voor de gruwelijkheden die de Amerikanen in de nasleep van 9/11 hebben begaan. Maar op deze manier reduceren we elk beeld tot iets anekdotisch, terwijl ik hoop dat beelden een waarheid op een universeler niveau kunnen vertellen.”

'Performance #1 (Los Angeles)', uit de serie 'Margins of Excess'.Beeld Max Pinckers, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

Hij grijnst. “Dit gesprek is wel heel meta, daar hou ik van. Benieuwd hoe je daar een simpel verhaal van maakt voor in de krant.”

Misschien is ook dat een deel van de boodschap: we zien fotografie verkeerdelijk als een ‘simpele’, toegankelijke beeldtaal.

'The Only Way to Predict the Future Is to Create It', 2018. Uit de serie 'Margins of Excess'.Beeld Max Pinckers, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

We gaan niet op zoek naar diepere of universele betekenislagen, omdat we een foto als een hapklare snapshot zien. Maar die eenvoud bedriegt. “In ons dagelijks leven is fotografie natuurlijk heel ‘makkelijk’ en functioneel. We nemen met onze telefoon foto’s van ons eten, of van het papiertje aan de muur waar het wifipaswoord opstaat. Maar dat zijn beelden met een simpele, banale functie. Dat zijn geen artistieke creaties en hoeven zichzelf niet in vraag te stellen.”

Op eenvoudig verzoek levert Pinckers ons bewijsmateriaal dat ook een conceptuele fotograaf als hij het grootste deel van de tijd ‘banale’ foto’s maakt, met zijn telefoon. “Ik loop nooit met een camera rond. Alleen als ik aan een specifiek project aan het werken ben, ben ik heel bewust bezig met het creëren van een beeld. Maar de meeste foto’s die ik neem, zijn dit....” Hij toont de screensaver van zijn telefoon, met een lief spontaan kiekje van vrouw en kind. “Dit zijn géén kritische foto’s, en voor het publiek dus volstrekt irrelevant.”

Tafeltennistafereeltje in een pension in Pyongyang, Noord-Korea, 2017. Uit de serie 'Red Ink'.Beeld Max Pinckers, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

Pinckers woont nu in zijn geboortestad Brussel, maar hij bracht zijn jeugdjaren door in Indonesië, Australië, India en Singapore, en woonde afwisselend bij zijn vader, een reclamefotograaf, en zijn mama, een journaliste. “Die jeugd met veel verschillende culturele invloeden heeft zeker een impact op wie ik ben geworden en hoe ik naar de wereld kijk. Maar dat moeten mensen zelf maar in mijn werk ontdekken.”

Jay J. Armes. Uit de serie 'Margins of Excess', 2018.Beeld Max Pinckers, courtesy Gallery Sofie Van de Velde

Na zijn afstuderen tien jaar geleden, vond Pinckers erg snel internationaal succes. Voor zijn dertigste had hij al een opdracht voor The New Yorker op zijn palmares, een nominatie als lid bij Magnum Photos, en een plaatsje op de lijst van de meest veelbelovende jonge kunstenaars volgens Forbes. Eén grote ambitie voor de toekomst? “Iets minder werken. (lacht) Mijn vrouw Victoria (Victoria Gonzalez-Figueras, die ook alle productie en researchwerk doet, red.) en ik zijn altijd gewend geweest om overal naartoe te kunnen reizen voor de foto’s. Met een zoontje van tweeënhalf is alles anders, maar ook door corona en de klimaatverandering is het onduidelijk of die vrijheid ooit helemaal terugkomt.”

Double Bind van Max Pinckers, tot 22 maart 2022 in het Fotomuseum in Antwerpen. Fomu.be

Moeder en dochter in het Rungna-dolfinarium in Pyongyang, Noord-Korea , 2017. Uit de serie ‘Red Ink’.Beeld Max Pinckers, courtesy Gallery Sofie Van de Velde