Direct naar artikelinhoud
De vragen van ProustTom Vermeir

Acteur Tom Vermeir debuteert in ‘De Slimste Mens’: ‘In een relatie moet je iemand kunnen loslaten. Op alle vlakken. Seksueel, corporeel, spiritueel’

Tom Vermeir: ‘Ik heb al wat lappen gekregen in mijn leven, maar zou het niet anders willen.’Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Tweeëntwintig vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: acteur Tom Vermeir (45), die meedoet aan ‘De Slimste Mens Ter Wereld’. Wie is hij in het diepst van zijn  gedachten?  

Hoe oud voelt u zich?

 (twijfelt) “Dat vind ik al een moeilijke vraag. Ik heb mij heel lang zorgeloos twintig gevoeld. Altijd maar blijven gaan. Tot een jaar of twee geleden corona begon. Op een dag werd ik wakker en voelde ik mij ineens 60. Het gevoel dat je op een trein zit die 160 kilometer per uur rijdt en plots stilvalt. Ik kwam toen ook net uit een vrij heftig persoonlijk afscheid, waar veel verdriet bij kwam kijken. Ik heb daar een enorme fysieke en mentale weerslag van gehad. Daar raak ik nu stilaan uit. Ik denk zelfs dat ik me voor de eerste keer in mijn leven de leeftijd voel die ik ben, 45 jaar. En ik vind dat positief. Mooi in het midden van wat ik dacht dat ik was en hoe ik mij tot voor kort voelde. (lacht) Ik heb bovendien zowel vrienden van in de twintig als een beste vriendin van 74. Dus ik zit daar echt middenin en is dat heel boeiend, vind ik.

“Gisteren had ik nog een mooi filosofisch gesprek met een vriend restaurateur. Ik heb zelf geen kinderen en ik denk ook niet dat dat nog zal gebeuren. Hij heeft er wel. Het schone is dat we op een leeftijd gekomen zijn waarop we zelf geen bevestiging en schouderklopjes meer nodig hebben, maar ze wel kunnen geven aan degenen die na ons komen. Op een of andere manier haal ik daar veel plezier uit. Dat zal waarschijnlijk mijn compensatie zijn voor het opvoeden van een kind. Ik wou heel graag vader zijn, maar het is anders uitgedraaid. In feite sta ik nu aan het begin van het tweede deel van mijn leven en dat is eigenlijk wel mooi, als je het zo bekijkt.”

Wat vond u de moeilijkste periode in uw leven?

“Ik kom er net uit, maar heb er daarvoor ook een paar moeilijke gehad. Als je hier bijna een halve eeuw rondloopt, merk je dat er een aantal scharnierpunten zijn, zo rond je twintigste, dertigste, veertigste… waarop je je gewoon eens moet afvragen waar je mee bezig bent, wat je plaats is in de wereld, wat je goed en slecht doet en wat je kunt verbeteren. We moeten allemaal zo hard meedraaien in een systeem dat we als mensheid sowieso niet kunnen volhouden. Op een bepaald moment gaan we toch radicaal ‘stop’ moeten zeggen.

Tom Vermeir: ‘Wat een ellende was dat middelbaar, zeg. Koksijde is nu een culturele woestijn, maar toen was het nog erger. Het enige wat men daar deed was voetballen, pinten drinken en vechten.’Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik ben een grote voorstander van tijd nemen om je leven te heroriënteren, maar die lockdown vond ik totaal geen zegen. Het voelde als verplichte stilstand, niets dat me kon inspireren. Ik was enorm verdrietig omdat ik afscheid had moeten nemen van een bepaalde fase in mijn leven, een relatie die heel intens was geweest. En tijdens corona ontwikkelde zich een nieuwe relatie met iemand die ook afscheid aan het nemen was, dus dat was een heel rare mix van troost, verdriet, hoop, kwaadheid, frustratie... Al die gevoelens op een hoop. Terwijl alles dicht was en je nergens afleiding of troost kon zoeken.

“Ik zie mijn job niet als therapeutisch, maar ik ben wel blij dat ik er veel in kwijt kan en in iets goeds kan omzetten. Maar ineens viel alles weg, dus dat was wel heel erg confronterend.

“Ik heb dus al wat lappen gekregen in mijn leven, maar ik zou het ook niet anders willen. Er zijn mensen die verdriet niet willen toelaten uit angst voor confrontatie. Maar je moet het laten komen, denk ik. Want daarna wordt het beter. En ik voel dat dat nu stilletjes aan aan het gebeuren is.”

Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik denk dat ik ergens kan binnenkomen en heel erg bepalen waar de sfeer naartoe gaat. Ik heb dat altijd gehad. In het eerste middelbaar was het al duidelijk dat ik later zou acteren of muziek maken, maar het was wel een héél lange zit om daar te geraken. (lacht) Dat moet by far de meest geduldige periode uit mijn leven geweest zijn, dat middelbaar. Jezus Christus, wat een ellende was dat, zeg. (zucht) Ik heb echt het geluk gehad dat ik heel goede leerkrachten heb gehad aan wie ik veel te danken heb. Dat was geen pretje, hé. Koksijde is nu een culturele woestijn, maar toen was het nog erger. Het enige wat men daar deed was voetballen, pinten drinken en vechten. Ik ben echt moeten vluchten naar het binnenland.

“Nu ik opnieuw aan zee woon merk ik dat wat mij daar toen mateloos irriteerde, een vrij kortzichtig en conservatief wereldbeeld, nog altijd bestaat. Maar ik probeer het nu vanuit een andere hoek te belichten. Ik hou van de zee en van de no bullshit-attitude aan de kust.

“Maar ik merk dat er stilaan een andere wind begint te waaien. Er komt een fijne instroom van talent en creativiteit op gang. Ik hoop dat die evolutie ook gezien en ondersteund wordt door de lokale beleidsmakers, zodat een stad als Oostende niet vervalt in extreme armoede enerzijds en patserige rijkdom anderzijds. Een breed gedragen cultureel middenveld is van onschatbare waarde voor de aantrekkingskracht en ontwikkeling van een stad. Zelfs al bekijk je vooruitgang enkel economisch, investeren in cultuur levert op.”

BIO • Vlaams acteur en muzikant • Geboren  in Koksijde op 16 augustus 1976 • Speelde onder meer bij de gezelschappen het KIP, Compagnie Cecilia, HETPALEIS en Action Zoo Humain • Tv-series: onder andere Zuidflank (2013), De twaalf (2019), De bende van Jan de Lichte (2020) en Grond (2020) • Had een hoofdrol in de speelfilm Belgica (2016) • Was een van de zangers en gitaristen van de rockband A Brand • Doet in 2021 mee in De slimste mens ter wereld 

Wat drijft u?

“Mijn job. In al zijn facetten. Ik vind acteren het mooiste wat er bestaat. Ik heb geluk, inderdaad, maar dat zou eigenlijk de realiteit moeten zijn voor heel veel mensen. Ik geloof niet dat er iemand rondloopt die niet gepassioneerd is door iets. Jongeren zouden gewoon meer tijd moeten krijgen om die passie te vinden en zich daarin te ontwikkelen, in plaats van zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt te moeten. Er zou heel wat minder frustratie zijn. Moeten, moeten, moeten... Fuck off, echt waar. Waarom moeten wij zoveel? Van wie moeten wij dat? Laat mij gerust, ik meen het. Ik hou van perfectie en ik ben ambitieus, maar dat is omdat het mij interesseert. Niet omdat het moet. Dat komt uit een persoonlijke drijfveer.

“Tegelijkertijd is er in mijn job heel veel reden om bijzonder gefrustreerd te zijn. De cultuursector is een sector die ze van overheidswege volledig aan het doodknijpen zijn. Mensen worden onderbetaald. Dat gekraai en dat geroep over ‘subsidievreters’, een woordje dat gelanceerd is door wat verzuurde kapiteins, ik ben dat beu. Ik laat mij dat niet meer zeggen. Ik ben geen subsidieslurper. Ik ben een zelfstandige. Een ondernemer die soms voor de commerciële sector werkt, en soms voor de gesubsidieerde cultuursector. Ik hou gewoon van dingen maken. En dingen in schoonheid afleveren aan mensen die daar deugd van kunnen hebben.

“Er gaan subsidies naar sectoren die veel bedreigender zijn voor ons algemeen mentaal welzijn en voor het welzijn van de wereld dan de cultuursector. Dus ik vind dat we dat ons ook echt niet meer moeten aantrekken. Het kan mij trouwens ook niet schelen of dat geld nu van overheidswege komt of van privé-investeerders. Zoals nu die mensen die de Sphinx hebben gekocht. Ik vind dat de max. Er zijn veel mensen in Vlaanderen met heel veel geld. Steek het in cultuur!”

‘Ik moet tijd nemen om mijn leven te hervormen.’Beeld © Stefaan Temmerman

Waarover bent u de laatste tijd dieper gaan nadenken?

“De samenleving waarin we leven bestaat onomkeerbaar uit verschillende bevolkingsgroepen. Dat is een feit en je kan er maar beter vrede mee nemen. Maar als je dan merkt wat mensen via hun tv binnenkrijgen. Familie bijvoorbeeld, als dat hun referentie is voor de maatschappelijke realiteit. Dan ben ik blij dat ik deel mag uitmaken van de eerste reeks in Vlaanderen waarvan de main cast gewoon van kleur is, en waarin de witte eens de bijrol speelt. En hopelijk, als we nu in jonge talenten investeren en hen helpen om zichzelf verder te ontwikkelen, zitten wij binnen vijf jaar naar een tv te kijken waar een gele, een bruine, een zwarte en een witte allemaal naast elkaar staan. Waarbij je je geen vragen meer moet stellen rond etniciteit. Het doet er niet meer toe.”

Vindt u het leven een cadeau?

“Absoluut. Het leven is toch prachtig! Het is soms van den hond zijn kloten (lacht), maar het is wel een cadeau.”

Hoe was uw kindertijd?

“Geweldig. Ik heb een ongelooflijk mooie kindertijd gehad. Ik heb het geluk gehad om te mogen opgroeien in een heel liefdevol gezin met mijn twee lieve ouders die ik nog altijd heel graag zie. Ik ben opgegroeid in Koksijde, in de duinen. Je kunt als kind niet veel meer verlangen. Mijn ouders hebben mij ook altijd gestimuleerd om te doen wat ik wilde doen. Hoewel ze niet echt een idee hadden waar dat vandaan kwam. Mijn broer en ik zijn de enige in heel de familie die met muziek en theater bezig zijn.

“Mijn vroegste connectie met muziek was mijn moeder die op haar gitaar één liedje van Adamo kon spelen, waar ik uren naar kon luisteren. En mijn vader die één bluesplaat had. Daarmee moest ik het doen. Voor ik op de toneelschool kwam had ik geen enkel professioneel toneelstuk gezien, hé. Ook geen enkel concert. Ja, Clouseau op de markt van Veurne. (lacht) Wat ik wel graag deed, was zelf toneelspelen. Dat ontdek je heel snel. De andere kindjes haatten dat, maar ik vond dat geweldig. Al gauw wist ik: dit is wat ik wil doen in het leven. Als je het hebt over een roeping, denk ik wel dat dit er een is.”

Hebt u soms heimwee?

“Als gastje van veertien had ik zoiets van: o boy, ik moet zo vlug mogelijk weg uit Koksijde. Maar ik moest het nog uitzitten tot mijn achttien. Rond mijn dertigste dacht ik: ik wil terug. Telkens als ik naar mijn ouders reed en ik kwam langs die afslag Oostende/Westhoek, waar de polders beginnen, o man, dan overviel mij zo’n verschrikkelijk gevoel van intense weemoed. Eens een kindje van de zee, altijd een kindje van de zee, hé.” (lacht)

Wat is uw zwakte?

“Mijn grootste zwakte is ook mijn grootste sterkte: gulzigheid. Ik kan mij nogal snel verliezen. (lacht) Die gulzigheid gaat bij mij ook gepaard met ongeduld. Ik ben, denk ik, de meest ongeduldige mens ter wereld. Ik heb geen geduld met mezelf en in veel gevallen ook niet met de wereld. Elke keer als ik in de file sta, kan ik mij voor de kop slaan dat ik zo stom ben geweest dat ik weeral de beslissing heb genomen om met al die andere onnozelaars in dat infarct te zitten waar we gewoon nú iets aan moeten veranderen. Ik moet echt tijd nemen om mijn leven te hervormen.”

‘Er is veel hoop, maar je moet het zien.’Beeld © Stefaan Temmerman

Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“Een avond zoals gisteren, met mijn vriend-restaurateur die ik al lang niet meer gezien had. Ik was in Koksijde en had hem gezegd dat ik iets zou komen eten bij hem aan de toog. En hij zei: ‘Tom, ik heb een visje gevangen, met wat groenten erbij. Goed?’ Op een manier waarop hij mijn fantasie over een steak tartaar meteen de kop indrukte. (lacht) Achteraf zijn we samen naar het strand gelopen, hebben we gepraat en naar de sterren gekeken. Dat vind ik ongelooflijk. Twee venten van 45 die wat naar de zee en de hemel zitten te staren. Ik ben blij dat ik dat op mijn leeftijd nog altijd kan meemaken en dat ik daar gelukkig mee ben en daarvan kan nagenieten.”

Wat biedt u troost?

“Wat mij troost biedt, is dat er een heel toffe, inspirerende generatie van fijne, lieve, zorgzame mensen aankomt die als grassprieten tussen al dat gebetonneerde geweld uitspringen. Ik heb heel fijne gesprekken met collega-vrienden van rond de twintig. Zij moeten het wel gaan doen, hé. Zij moeten de shit oplossen waar we nu inzitten. De ene al wat woker dan de andere (lacht), maar als je met hen in gesprek gaat, kun je effectief veel van hen leren.

“Er is veel hoop. Maar je moet het zien. We worden voortdurend overspoeld met berichtgeving dat er geen hoop meer zou zijn. Dat is niet waar. We hebben het eigenlijk nog nooit zo goed gehad en we mogen dat nooit vergeten. Dat is ook weer de verantwoordelijkheid van de politiek, om ons daar regelmatiger op te wijzen. Er heeft zich een retoriek meester gemaakt van Vlaanderen waar we niets mee opschieten. Als je elkaar voortdurend verwijten zit te maken, raak je niet vooruit. Ga aan de kant, ga daar wat staan zagen en laat jonge mensen die een constructieve toekomst voor ogen hebben aan het woord. Werk hen niet tegen. Denk ik dan. Of doe mee. Zoals op de speelplaats, hé.” (lacht)

Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Gisteren. Ik ben een bleiter. Zeker omdat het nogal een emotionele periode in mijn leven is. Je kunt ook heel veel kwijt met bleiten. Laat het maar gaan, hé. Toch? Het zit erin en het moet eruit. Dan ben je er van af.”

Wanneer bent u nog door het lint gegaan?

“Dat zal deze ochtend in de file geweest zijn. (lacht) Man, ik kan mij opdraaien. Ik ben echt ne koleirige.

“Ik heb een oud bootje waar ik vaak aan zit te knutselen. Er is een oud gezegde: ‘Nothing works on an old boat, except the captain.’ En inderdaad, er mankeert altijd wel iets aan. En aangezien ik twee linkerhanden heb is dat een constante confrontatie met wat voor een gigantische kluns ik ben. Toen ik eens met iemand aan de praat raakte en hem vertelde in welke haven ik lag, zei hij: ‘Ah, juist. Weet je hoe ze jou noemen in de club? De vloeker.’” (lacht)

Wat is uw vroegste herinnering?

“Ik was in de keuken met mijn moeder en ineens hoorden we mijn broer luid applaudisseren. Toen we in de woonkamer gingen kijken zagen we hem daar rondlopen zonder broek. Op het tapijt stond een drol recht. Hij was zo trots op zichzelf dat hij dat gekund had. (lacht)

“En de zee die bevroren was, maar toen was ik een stuk ouder. Dat was in 1986. Dat is maar één keer gebeurd in mijn bestaan en zoals het nu aan het evolueren is, vrees ik dat het er niet meer inzit. Dat was ongelooflijk schoon.”

Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“In een eerste fase was dat George Michael met Wham! Op den duur was er geen enkel hoekje meer waar geen George Michael hing. Op een gegeven moment zijn die allemaal moeten wijken voor Metallica, Guns N’ Roses en AC/DC. Dat was een vrij radicale ommezwaai.

“Ik herinner mij dat we eens naar Gent gingen. Naar de grote beschaving. Ik had in de FNAC een cassette gekocht van Led Zeppelin. Toen we naar huis reden, vroeg ik of die cassette op mocht. Mijn vader stak ze in. De eerste song was ‘I Can’t Quit You, Baby’. (begint te zingen) Ik herinner mij dat mijn vader en moeder zich tegelijk omdraaiden, allebei met een blik van: o nee, nu is het naar de kloten. En dat is wel waar eigenlijk. Toen is het fout gelopen.” (lacht)

‘Ik voel mij echt een vet papperig varken geworden. Ik zeil wel, maar wat is dat? Aperitieven en wachten tot je er bent.’Beeld © Stefaan Temmerman

Welk boek heeft voor u een bijzondere betekenis?

“Ik heb de laatste tijd enorm veel gehad aan de boeken van Tom Hannes. Ik zal waarschijnlijk nooit een zen-boeddhist worden. Ik ga nooit opstijgen en één worden met het universum (lacht), daarvoor zit er veel te veel in de weg. Maar ik vind dat echt een heel bijzondere man en wat hij schrijft vind ik van een grote noodzaak voor deze tijd.

“Ik hou mij graag bezig met meditatieve activiteiten. Duiken bijvoorbeeld. Of zeilen. Theater maken ook. Spelen is echt het meest meditatieve wat je kunt doen. Als je goed wilt spelen, kun je maar met één ding bezig zijn. Dat eist volledige focus.”

Hoe definieert u liefde?

(denkt lang na) “In een relatie moet je iemand kunnen loslaten. Je moet iemand volledig kunnen laten zijn wie hij is. Op alle vlakken. Seksueel, corporeel, spiritueel,... Je kunt je alleen maar verbinden met iemand in een totaliteit als je de mogelijkheid krijgt om dat ook met anderen te doen. Dat vind ik belangrijk. Dat vergt heel veel moed. Enerzijds om dat te verlangen van je partner, anderzijds om dat zelf te kunnen. Je ego aan de kant zetten als je weet dat diegene die jij graag ziet in zijn volledigheid en intimiteit plots ook eens om de hoek gaat snuffelen en dan terugkomt.

“Ik verbaas mij erover dat we in staat zijn om vriendschappen te beleven waarbij je de totaalheid van elkaar 100 procent aanvaardt. Maar we slagen er blijkbaar niet in om dat in ons liefdesleven te doen.

“In mijn vorige relatie zijn we daar nooit geraakt. Om heel vredevol en respectvol dit onderwerp aan te snijden en de volgende stap in ons leven te zetten. Omdat onze verlangens gewoon anders waren. Ik was in mijn hoofd een parallel leven aan het leiden omdat ik de liefde en al het materiële dat ik had niet wilde verliezen. Toen ik op een avond thuiskwam en dat innerlijke conflict open op tafel gooide, was dat een bom. Voilà. Kapot. En nu? Een soort bom die ik nooit meer wil leggen onder iemands leven.

“Nu in mijn nieuwe relatie proberen mijn vriendin en ik daar heel waakzaam voor te zijn. Om niet die weg op te gaan. Maar hoe langer je in verbintenis bent met elkaar, hoe moeilijker dat wordt. Ik hoop dat onze liefde daarvoor groot genoeg zal zijn.”

Wat vindt u erotisch?

(denkt lang na) “Wat ik best wel een opwindende gedacht vind, is één groot bed met heel veel lijven en vrije geesten die zich samen goed voelen en wat aan elkaar liggen te frullen. Maar dat zal waarschijnlijk een soort van utopie zijn, die moeilijk praktisch in te vullen valt. (lacht)

“Wat ik ook enorm erotisch vond, is The Sea Within van Lisbeth Gruwez op Theater aan Zee. Ik kwam toen net met mijn boot uit een gigantische storm. Ik dacht echt dat ik eraan ging en toen kreeg ik dit te zien. Een hoop ongelooflijk schone vrouwen die alle facetten van de zee uitbeeldden met een lichamelijkheid waar ik jaloers op ben. Want als ik dans ben ik een baksteen hé. En dan doe ik al zot.” (lacht)

Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“De raarste plaats waar ik ooit seks heb gehad, was op de wc in de privélounge van Herman Schueremans op Werchter, waar mijn toenmalige vriendin hostess was. Hij kwam daar zogezegd nooit, dus wij dronken wat en werden wat geil en belandden op dat toilet. Kwam die Herman Schuermans toch wel niet binnen zeker, samen met zijn vrouw en twee kennissen. (lacht) En wij met blozende kaakjes naar buiten.”

Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Nu? Niet goed. Ik heb er tijdens corona een paar kilootjes bijgeplakt die ik er niet meer af krijg. En het ontbreekt mij de laatste tijd ook enorm aan discipline. Ik voel mij echt een vet papperig varken geworden. (lacht) Ik zeil wel, maar wat is dat? Aperitieven en wachten tot je er bent. (lacht) En duiken is toch ook maar traag ademen. Dat zijn nu niet de meest uitputtende sporten.

“Ik haat ook die terugblikken die je krijgt op je telefoon. Dan denk ik: shit, man, I aged dog years. In twee jaar tijd ben ik minstens tien jaar ouder geworden. Maar goed, in fictie zijn lelijke mensen altijd interessanter om naar te kijken dan gladde jongens, hé.”

Hoe zou u willen sterven?

“Kort.”

Wat zou u willen als laatste avondmaal?

“Lasagne van mijn moeder. Daar kan ik mij dood in eten.” (lacht) 

Tom Vermeir is  vanaf woensdag 8 december te zien in ‘De Slimste Mens Ter Wereld’.