Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPolen

Na de dood van Milo in Polen: ‘Het is de norm dat trans­gender personen door hun naasten worden afgewezen’

Hipolit, Milo en Monika.Beeld Monika Tichy

Polen heeft ‘anti-lgbtq-zones’ onder druk van de EU ingetrokken. Maar de haat en de discriminatie jegens homo’s en transpersonen is enorm. Zelfmoord ligt op de loer.

Op 6 mei 2019 sprong Milo Mazurkiewicz van de Lazienkowski-brug in Warschau. Ze was 23 jaar en transvrouw. In een van haar laatste berichten op Facebook schreef ze: “Ik heb er genoeg van als stront te worden behandeld. Ik heb genoeg van psychologen, artsen en therapeuten die mij vertellen dat ik niet mag zijn wie ik ben, omdat ik er niet op de juiste manier uitzie. Ik heb genoeg van mensen die me behandelen alsof ik het allemaal maar verzin. Ik heb genoeg van mensen die mijn uiterlijk belangrijker vinden dan hoe ik me voel.”

Olga – alias Neev – Jedynak identificeerde Milo’s lichaam dat dagen later uit de rivier werd gevist. “Ik herkende haar schoenen en haar broek. Niemand had gedacht dat ze niet zou terugkomen uit Warschau”, vertelt ze thuis in een dorp buiten Poznan. De West-Poolse stad heet de ‘homohoofdstad van Polen’ te zijn, wegens de goed georganiseerde beweging voor lgbtq+: lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transpersonen. “Milo’s leven als transvrouw begon pas toen ze naar Poznan kwam. Ze is nooit uit de kast gekomen tegenover mensen die haar daarvoor kenden, als jongen.”

Neev leeft naar eigen zeggen ‘onder een steen’ en omschrijft zichzelf als aseksueel. Ze leerde Milo kennen bij een steungroep voor jongeren, een soort eilandje in een lgbtq+-vijandige samenleving. Veel jongeren in dit wereldje veranderen hun naam om hun afwijkende identiteit vorm te geven. Milo veranderde haar jongensnaam Milosz in het genderneutrale Milo.

“Dat was nog een heel probleem, want Milo’s moeder wilde niet dat ze begraven zou worden onder een andere naam dan de naam die zij haar kind gegeven had”, vertelt Neev. “Het is standaard dat transpersonen door hun naasten worden afgewezen. En zelfs als je ouders je tolereren, krijg je toch te horen dat het beter zou zijn als je geen trans was”, zegt Neev, die voorbeelden in haar naaste omgeving kent.

Symbool

Ieder jaar zijn er meerderen die het niet langer uithouden. Milo was een van de weinigen over wie het grote publiek hoorde. “Ze voelde dat ze niet zichzelf kon zijn en had niet meer de kracht om door te vechten”, zegt haar vriendin. Ze heeft er moeite mee dat Milo’s dood tot symbool van transgender-discriminatie wordt verheven. “Haar dood was niet uitzonderlijk. Er zijn zoveel transpersonen die zich van het leven beroven.” Ze zegt het gelaten alsof het er nu eenmaal bij hoort. 

Meestal houden ouders de zelfmoord van hun kind stil. Maar bij Milo lag dat anders. “Haar vader was bereid er werk van te maken. En wij gaven zo veel mogelijk ruchtbaarheid aan de zaak”, vertelt Hipolit Hutyra via WhatsApp. Hipolit leerde Milo kennen bij een lgbtq+-steungroep in Poznan. Hij is 25 en biseksueel. “Ik zag haar voor het laatst begin mei. Niets wees erop dat er iets ergs zou gebeuren. Het leek juist iets beter te gaan met haar.”

De belangrijkste reden waarom Milo uitgroeide tot symbool was een incident na haar dood. Activisten in Warschau organiseerden een herdenking op de brug waar ze van afsprong. Wat daar gebeurde, beschrijven ze zelf op hun Facebookpagina als volgt: “We spanden een grote ­regenboogvlag op de Lazienkowski-brug. Tijdens deze symbolische, vreedzame actie werden we aangevallen door verschillende groepen. Voordat de politie na vijftig minuten verscheen, slaagden zij erin de vlag te verscheuren en onze fotograaf af te ranselen. Ze waren heel agressief. Bovendien bleek een van de aanvallers als cipier te werken in een gevangenis.”

De brug in de Poolse hoofdstad Warschau waarvan transgender Milo is afgesprongen.Beeld Agata Grzybowska / Agencja Wyborcza.pl

De knokpartij werd uitgebreid gedocumenteerd, maar vreemd genoeg lijkt niemand te weten wat er is gebeurd met de overvallers. De politie reageert lang niet op vragen van deze krant. Dan komt er alsnog een antwoord: “Er zijn twee mannen aangehouden wegens een overtreding. Tegen hen is een aanklacht ­ingediend bij de rechter voor het ­kapotmaken van andermans eigendom. In één geval werd een boete van 90 euro opgelegd, plus proceskosten. In het andere geval werd hoger beroep aangetekend en is de zaak nogmaals in behandeling genomen.” Gewoon vandalisme dus.

Dat verbaast Hipolit niet. De politie neemt volgens hem discriminatie van lgbtq+’ers bijna nooit serieus. Hij geeft een voorbeeld: “Een bekende van mij deed aangifte, omdat we tijdens een pride werden uitgescholden en bedreigd. Maar het verhoor was een farce. Het was duidelijk dat de agent de zaak zo snel mogelijk wilde seponeren.”

Conservatief-katholieke Polen

Zelf is Hipolit uitgeweken naar Duitsland. De druppel die voor hem de emmer deed overlopen was de herverkiezing van president Andrzej Duda in de zomer van 2020. Een jaar na Milo’s dood verkondigde de president tijdens zijn campagne: “Lgbtq, dat zijn geen mensen. Dat is een ideologie.”

Duda stamt uit de regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS). Deze bespeelt de angst die de snelle culturele veranderingen van de afgelopen jaren vooral bij oudere en conservatief-katholieke Polen teweegbrengt. Homo’s en transpersonen zijn daarbij een ideale kop van Jut. De ­afgelopen maanden volgde heel Europa hoe PiS-bolwerken in Zuid- en Oost-Polen zichzelf uitriepen tot ‘zones vrij van lgbtq-ideologie’ om vervolgens in te binden nadat de EU had gedreigd alle subsidies aan deze regio’s stop te zetten.

Maar daarmee is het onderwerp niet van tafel. Onlangs nam het parlement het burgerinitiatief ‘Stop lgbtq’ in behandeling. De initiatiefnemers willen van heel Polen een lgbtq-vrije zone maken. Net als in Rusland en Hongarije moet ‘homopropaganda’ verboden worden. “Lgbtq is een totalitaire beweging die streeft naar absolute dominantie in alle gebieden van het leven”, betoogde activist ­Krzysztof Kasprzak. Op het spreekgestoelte van de Poolse democratie kreeg hij ruim de tijd om lgbtq+ te vergelijken met fascisme: “De eerste homoseksuele commando’s ontstonden in de jaren dertig, in het hart van de nazipartij.”

Dit soort uitspraken uit de hoogste echelons van de samenleving duwt jonge mensen over de rand, meent Monika Tichy, een andere vriendin van Milo. “President Duda heeft het bloed van onze vriendin aan zijn handen.” Ze legt uit waarom. Voordat PiS aan de macht kwam, in 2015, keurde het parlement een wet goed die geslachtsverandering reguleerde. Duda was net president en sprak direct zijn veto uit. “Als hij die wet niet had getor­pedeerd, dan zou Milo nog leven.”

De grootste vijanden

Monika Tichy was de 40 al gepasseerd toen ze begin 2018 actief werd in Lambda, een organisatie die zich inzet voor gelijkberechtiging van lgbtq+. “Ik wilde niet dat PiS er zo makkelijk van afkwam.” Hoewel ze zichzelf tot geen van de letters van lgbtq+ rekent, loopt ze mee in bijna elke ‘gelijkheidsparade’, zoals prides in het Pools worden genoemd. “Bij een van de parades leerde ik Milo kennen.” Ze ziet van dichtbij hoe transpersonen worstelen met het systeem.

“Heel weinig specialisten willen zich bezighouden met transgender personen. En elke arts doet het anders.” Milo vond een psychologe in Warschau en ging daarom regelmatig naar de hoofdstad. Ook de dag dat ze van de brug sprong. “Van die psychologe moest Milo twee jaar lang bewijzen zich een vrouw te voelen. Ze stelde vragen als: waarom draag je een spijkerbroek en geen jurk? Terwijl die psychologe daar zelf in een spijkerbroek zat. Na elk bezoek voelde Milo zich slechter.”

De vader van Milo, met een portret van zijn omgekomen dochter.Beeld Renata Dabrowska / Agencja Wyborcza.pl

Milo was niet het enige die eraan onderdoor ging, weet Tichy. “Er zijn zoveel van dat soort zelfmoorden. Dit jaar bijvoorbeeld sprong een 17-jarige transjongen die bij ons in de steungroep zat van de zevende verdieping.” Zoals meestal, bleef ook dit drama onder de radar. “Wat in de media komt is het topje van een ijsberg.” Ouders willen niet dat het uitkomt. “De grootste vijanden van transgender personen zijn hun eigen ouders. Slechts 15 procent van de vaders en een kwart van de moeders accepteren hun kind als transgender.”

Deze cijfers komen uit een recent onderzoek onder ruim duizend lgbtq+’ers in Szczecin en omgeving. In deze regio in Noordwest-Polen is het kerkbezoek voor Poolse begrippen laag en is de steun voor de regeringspartij PiS veel zwakker dan in het oosten. Maar ook hier blijkt dat Milo geen uitzondering was. “Transpersonen lopen het meeste risico zelfmoord te plegen”, vertelt Tichy. “Bijna 80 procent heeft zelfmoordgedachten. En bijna de helft heeft het minstens een keer geprobeerd. En aan hoevelen konden wij de vraag niet meer stellen, omdat hun eerste zelfmoordpoging lukte?”

‘Trans of homo zijn is aangepraat’

Maar volgens politici is er niets aan de hand. Oud-PiS-minister van Buitenlandse Zaken Witold Waszczykowski verklaarde onomwonden: “In Polen wordt niemand vervolgd wegens deze of gene seksuele geaardheid.” In Polen worden bijna geen misdrijven tegen lgbtq+’ers gepleegd, benadrukte ook PiS-coryfee Marek Suski: “De meeste incidenten gericht tegen afwijkende seksuele geaardheid vind je in landen die ons proberen wijs te maken dat er in Polen zoveel van dat soort incidenten zijn.”

PiS-afgevaardigde Ryszard Legutko verklaarde in het Europarlement: “Kijk maar naar de statistieken van de OESO over haatdelicten, vooral naar aanvallen op homoseksuelen. Waar waren de meeste? In 2019 waren er in Nederland 574 gevallen, in Duitsland 248 en in België 163. En waar de minste? In Litouwen twee gevallen en in Polen zestien.”

Een Pride-parade in de Poolse hoofdstad, 2019.Beeld Reuters

Om Polen veilig te houden, moet ‘de lgbtq+ideologie’ worden gestopt, menen deze politici, die met de beschuldigende vinger naar activisten wijzen. Trans, of homo zijn is niet aangeboren, maar aangepraat, menen ze. De stichting die het wetsvoorstel ‘Stop lgbtq’ naar het parlement bracht, schrijft over Milo: “Zijn lijden werd veroorzaakt door de massale lgbtq-propaganda, gericht op Poolse kinderen en jongeren. (...) Van lgbtq-activisten krijgen ze te horen dat hun psychische stoornissen geen ziekte zijn, maar gewoon een andere ‘seksuele geaardheid’ die je moet accepteren. Dan is het nog maar een stapje naar de afgrond, zoals in het geval van Milo Mazurkiewicz.” 

En dat was ook hoe Milo’s moeder het zag, weet Tichy. “Ze ­accepteerde niet dat Milo trans was. Volgens haar was het allemaal de schuld van die flikkers in Poznan.”

Geen aangiftes

Dat de officiële statistieken er zo florissant uitzien heeft een simpele reden; slachtoffers doen geen aangifte. De Poolse wet die haatdelicten definieert, noemt huidskleur, ras, ­religie en nationaliteit, maar geen seksuele geaardheid of genderiden­titeit. Homo- en transdiscriminatie wordt daarom niet vervolgd, tenzij het slachtoffer de zaak zelf voor de rechter brengt. Geweld tegen homo’s en transgender personen wordt in Polen dus niet geregistreerd als discriminatie, maar als een ‘gewoon’ geweldsdelict. Verbaal geweld valt onder geen enkele paragraaf.

Het grootste risico lopen transvrouwen, weet Tichy. Ze geeft het voorbeeld van een bekende die het huis niet meer uit durfde. “Ze werd agressief bejegend, uitgejouwd en bedreigd. Twee keer werd ze geslagen door onbekenden die haar uitscholden voor flikker.” Zelf ondervond Tichy na een pride in Czestochowa agressie: “Twee van die nazitypes kwamen achter me aan. Ze zeiden dingen als: ‘Jullie hebben geen recht op leven.’ En toen vroeg een van die gasten me of ik een penis had, want zo ja, dan zou hij me in elkaar slaan.” 

Hetzelfde overkwam een bekende van haar, een transpersoon uit Szczecin, twee maanden geleden. “Ze sloegen haar in het gezicht en vroegen of ze een penis had. Toen ze geen antwoord gaf, grepen ze in haar kruis. Geen penis, dus scholden ze haar verder alleen maar uit.”

Tichy’s conclusie is bitter: “Vrouwen sla je niet, maar zo’n flikker in een jurk des te harder. Dat is een patriottische daad ter bescherming van de Poolse cultuur, het gezin en de kerk.”