Direct naar artikelinhoud
DM ZaptGunter Van Assche

‘Winteruur’, een lentebriesje doorheen het tv-landschap

Wim Helsen met zijn hond Swami Bami.Beeld vrt

Gunter Van Assche zet de blik op oneindig. Vandaag: Winteruur.

Met een bedverhaaltje de nacht ingestuurd worden. Als betreft het romantische reflux durft heimwee al eens op te spelen wanneer we aan dat ritueel uit de kindertijd terugdenken. Dat de liefde voor literatuur soms een generatie overslaat, merken we voorlopig bij eigen kroost: een dertienjarig eenmanslegertje dat TikTok verkiest boven Kruistocht in Spijkerbroek. Toch koester je als verwekker de heimelijke hoop dat die coup de foudre voor het geschreven woord alsnog onstuimig oplaait. Wanneer ze stomtoevallig Winteruur op Canvas ontdekt, bijvoorbeeld.

Al zeven seizoenen geldt dit digestief van Canvas als de poëtische prelude voor het spookuur. Een bekende gast leest woorden die een bijzondere betekenis hebben op hun en hopelijk ook uw zielenleven. Niet dat wij voortdurend een ernstige hang naar volksverheffing vertonen: in het holst van de nacht togen we graag Below Deck op Netflix – Temptation Island op een luxejacht, met een crew die elkaar in de haren vliegt, dan wel tussen de lakens kruipt na twee shots tequila.

Veel verder van zo’n crappy pleasure kan Winteruur niet staan. Net daarom wens je het programma eeuwigheidswaarde toe in een tv-landschap waar de opgeschroefde lolligheid van toekomstige has-beens of never-will-be’s je humeur bewolken, en beuzelachtige zwamneuzen in panelgesprekken almaar vaker de dienst uitmaken.

Wim Helsens uitmiddelpuntige talent voor surrealistische quatsch, sardonische binnenpretjes, verbeeldingskunst en scherts is niet eens de voornaamste bestaansreden voor Winteruur. Al is het wél wat het programma bij elkaar houdt. Los van de rustige vastheid die zijn hond Swami Bami elke avond uitstraalt natuurlijk.

Onlangs leidde Helsen een aflevering in met de onsterfelijke woorden van Hamlet, zoals die bedacht werden door Shakespeare. Om dan met lichtjes overslaande stem te jubelen: “Ge moet er godverdomme toch maar opkomen, hé. Al die woordjes! En ge zet die in een volgorde en dan ineens…” Alleen al om die buitenissige intro’s blijf je kijken. De inleidingen lijken soms bedoeld om zijn gasten uit hun evenwicht te brengen. Dat er zich daardoor vaak een onverwacht gesprek ontspint in amper tien minuten is het cadeau voor de kijker. Alex Agnew die spreekt over verlammende angst? Fien Germijns die keuvelt over kakken in het bos? Otto-Jan Ham over zijn vrees om ouder te worden?

Enkel al om die ontwapenende aanpak druk je Winteruur dicht aan de borst. En verder is het de perfecte revanche op die inmiddels in de vergetelheid geraakte Man Bijt Hond-rubriek ‘Vrienden van de poëzie’, waarin Helsen zich op koddige en kolderige manier weerde tegen nakende barbarij. Natuurkundig schort er vast wat aan deze slotzinnen om een Pulitzer-prijs te mogen kussen, maar alla: Winteruur laat zich voelen als een lentebriesje doorheen de literatuur én het tv-landschap. Speels, zacht, licht en behaaglijk.

Winteruur, maandag t.e.m. donderdag omstreeks 23 uur op Canvas