Direct naar artikelinhoud
InterviewDena Vahdani

‘Mijn coming-out als lesbienne en als comédienne waren van eenzelfde intensiteit’

Dena Vahdani.Beeld SBS

De seconden rinkelen, de vragen dansen op het slappe koord tussen erudiete kennis en smeuïge nonsens, en Erik Van Looy, welja, die Erik-Van-Looyt. Ook in seizoen 19 dendert De slimste mens onvermoeid voort, met onder de kandidaten een heuse – zo luidt de titel van haar zaalshow – warrior princess: comédienne Dena Vahdani (30). Zo Brussels als een geuze, zo queer als een boa, zo Perzisch als een tapijt.

Bijna even interessant als de gesprekspartner is de plaats van afspraak: Cabaret Mademoiselle in Brussel, een club op een boogscheut van de Ancienne Belgique met het onderschrift ‘burlesque, freaks, queens and everything in between’. Daar pas ik dus netjes in.

Dena Vahdani: “Hier voel ik me thuis, het is één van de liefdevolste plekken van Brussel. De shows richten zich iets meer op een lgtbq-publiek – dragqueens! – maar het leuke is dat iederéén welkom is: het krioelt hier evengoed van de heterovriendinnen die een bachelorette party komen vieren, de cismannen én de dronken Ierse toeristen.

“Wat mij hier vooral zo op mijn gemak stelt: nobody gives a shit. Of ik nu lesbisch of Iraans of whatever ben, dat speelt geen rol. Het gefezel dat ik elders hoor – ‘Ze is voor de vrouwen, olala!’ – blijft hier achterwege. Sterker nog, hier hoor ik als ik binnenkom zelfs, op een toon die ik interpreteer als lichtjes bewonderend: ‘Dena is er! Dena is er!’ Het is een bevestiging dat er mensen bestaan die me appreciëren om wie ik ben. Ik bedank mijn publiek soms stilletjes dat ze me helpen om mezelf best cool te vinden.”

Jij stelt jezelf in je shows altijd voor als een Iraanse, een bruxelloise en een lesbienne. Om dat rijkelijk gestoffeerde cv meteen uit de weg te hebben?

(lacht) Nee, ik doe dat uit dankbaarheid. Echt waar! Omdat ik hier in België de vrijheid heb om loud and proud te zeggen: ‘Ik ben een lesbienne!’ In mijn vaderland – even abstractie makend van het feit dat ik in Elsene geboren en getogen ben – zou dat ondenkbaar zijn. In Iran heeft iemand als ik geen bestaansrecht, hè. Het is een soort Noord-Korea in het Midden-Oosten. Die onderdrukking doet me veel pijn. En dus zeg ik wie ik ben in naam van alle anderen die het níét kunnen zeggen. Ook in De slimste mens komt het ter sprake.”

Juist, De slimste mens! Heb je je intens voorbereid?

“Min of meer. Ik kende helemaal niks van BV’s, en dus ben ik in de krantenwinkel – wat anders? – een stapeltje Humo’s gaan kopen. Bij het thuiskomen zei ik dolenthousiast tegen mijn vriendin: ‘Kijk, het kan niet mislukken: Erik Van Looy staat zelfs op de cover!’ ‘Heel mooi,’ antwoordde ze, ‘alleen is dat Rudi Vranckx.’ (lacht) Sorry, Erik!”

Over Humo gesproken: jij deed dit jaar mee aan de Comedy Cup. Hoe was die ervaring?

“Zó leuk! Tijdens de voorrondes krijg je maar vijf minuten de tijd, wat me geweldig lag: ik kon m’n allerbeste moppen één voor één als kanonskogels de zaal in vuren. En het is Humo, hè! Als Belgische komiek moest ik toch één keer mijn kans wagen? Ik ben gestrand in de halve finale, maar dat is oké. De drie finalisten (Vincent Voeten, Jade Mintjens en Charles Le Riche, red.) zijn ongelofelijk goed.”

Wilde je altijd al mensen doen lachen?

“Nee, helemaal niet. Ik was een leuk kind, geloof ik graag, maar een tikkeltje serieus: ik was voor op mijn leeftijd en vooral – het klinkt raar om te zeggen – te intelligent. Ik observeerde alles, was heel netjes, haalde supergoede punten. Een paar keer hebben ze aan mijn ouders voorgesteld om me een klasje te laten overslaan, maar zij hebben dat altijd geweigerd: zij vonden het beter om mij chill te laten groeien.

“Mijn droom was om dokter te worden. Als kleuter had mijn moeder rugproblemen en blijkbaar had ik gezegd dat ik haar wilde genezen: ‘Wat moet ik doen zodat jij geen rugpijn meer hebt?’ Thuis vonden ze dat meteen prima: veel Midden-Oosterse en Aziatische gezinnen zijn tuk op voorname beroepen zoals advocaat, ingenieur of dokter – de chichiopties, zeg maar.”

Maar de richting geneeskunde ging je niet af.

“Lange tijd had ik geen idee welke beroepen je allemaal kon uitoefenen. Advocaat en dokter, dat was alles dat ik kende. Maar het klopte niet voor mij. Ik had energie die naar buiten moest, maar dat ging niet, want al die geneeskundige leerstof moest naar bínnen: de weg was geblokkeerd. Ik snapte niet wat dat was, creativiteit! (lachje) Toen ben ik gestopt. Heel zwaar voor mijn ouders, want mijn punten waren goed. ‘What the fuck, jij kunt dokter worden, maar nu ga je kúnsten doen?!’ Maar ik moet hun alle krediet geven: sinds day one heb ik hun volste vertrouwen gehad. Zo hebben zij ook héél goed gereageerd op mijn coming-out. (denkt na) Eigenlijk waren mijn coming-out als lesbienne en als comédienne van eenzelfde intensiteit.”

‘Mijn coming-out als lesbienne en als comédienne waren van eenzelfde intensiteit’
Beeld Koen Bauters

Hoe belandde je uiteindelijk bij stand-upcomedy?

“Bij het ingangsexamen aan de toneelschool zei de jury: ‘We gaan je niet toelaten, want je bent te grappig. We zien jou eerder als stand-upper.’ Ik had het gevoel dat er een hemelpoort openging, inclusief engelengezang. (lacht) Overal in mijn lichaam voelde ik: dít is wat ik moet doen, ook al had ik nog nooit een stand-upshow gezien.

“Dat ik het aandurfde, heb ik te danken aan mijn moeder. Haar motto is: ‘Ne réfléchis plus, agis!’ Niet nadenken, maar dóén! Haar drijfveer in het leven is altijd geweest: ergens geraken waar ze kon zijn wie ze wilde zijn. Op haar zestigste is ze eindelijk gaan studeren. Nu is ze therapeute. Hoe kan je daar nu géén mad respect voor hebben?

“Het heeft haar voor de rest van haar leven een prachtige laisser-faire-houding opgeleverd. Jij wilt studeren? Laten we studeren! Jij wilt veranderen van richting? Benut je vrijheid! Jij bent lesbisch? Lééf! (lacht)

Je deelname aan De slimste mens zorgde bij jou voor ‘een tsunami van emoties’.

“Dat is altijd zo bij mij: mijn emoties komen niet in druppels, maar in watervallen. (lacht) Het is ook een mooie zaak, hè? Ik, Dena, zit daar gewoon, in zo’n oranje De slimste mens-zeteltje! Daar kan ik heel actief en intens dankbaar voor zijn.”

Is het een bekroning voor je steile opmars de laatste jaren?

“Dat klinkt me te veel als een soort finaal eerbetoon. En wat moet ik dan hele dagen doen, met een kroon in huis rondlopen? Nee, het is meer alsof ik plots een jacuzzi heb: een luxe die ik nooit verwacht had maar wel verdorie aangenaam blijkt te zijn.

“Ik ben daar heel goed in, in mij laten overvallen door fijne dingen. Mijn wishlist heeft de wonderlijke neiging om al in vervulling te gaan nog voor ik ’m bedacht heb. Ik had nog niet eens de tijd gehad om te dromen dat ik ooit aan De slimste mens zou kúnnen deelnemen, toen het al – boem! – zover was. Zie ook: mijn eigen Franstalige talkshow op Proximus Pickx en mijn uitnodiging voor Montreux, het grootste Franstalige comedyfestival ter wereld. Op zulke momenten kan ik alleen maar overweldigd worden door geluk.”

Het komt niet uit de lucht gevallen: je timmert al vijf jaar hard aan de weg.

“Mijn allereerste keer op een podium was in café The Joker in Antwerpen. Ik weet de datum nog: 2 november 2016, bijna exact vijf jaar geleden. Toen vertelden Bas Birker en Fokke van der Meulen me: ‘Nog tien jaar en dan zit je aan je piek!’ Ik denk dat ze gelijk hadden: we zijn nu vijf jaar verder en de grafiek blijft stijgen.”

Dus binnen vijf jaar sta je nog hoger?

“Stiekem denk ik van wel. I go with the flow, dat is mijn geheim. Dat is ook het beste dat je kunt doen als je in een tsunami zit: handen in je nek leggen en je laten meevoeren.

“Deze zomer was ik op vakantie gaan kajakken. Op een bepaald moment kon je in de rivier springen en de stroom z’n werk laten doen. Ik ben een bangerik die zulke dingen normaal gezien nooit durft, maar op dat moment was ik opeens bezeten: ik gleed uit de kajak, zweefde over de rotsen en – splash! – gooide me in de rivier. Tientallen meters lang kliefde ik door dat ijskoude water: wauw! Dát was het gevoel dat ik nu meemaak. Sindsdien ben ik niet meer bang.”

Hoe groot zie je het?

“Héél groot, belachelijk groot, Koning Boudewijnstadion-groot! Als ik muzikant was, zou ik niet op de Main Stage van Rock Werchter mikken, want ik zou geen andere namen op de affiche dulden: de mensen moeten alleen voor mij komen. (lacht)

‘Mijn coming-out als lesbienne en als comédienne waren van eenzelfde intensiteit’
Beeld SBS

RISKANTE DICKPICS

Mag ik zeggen dat mijn beeld van Iran heel lang gestoeld is geweest op de, heb ik sinds kort vernomen, weinig historisch correcte Disney-film Aladdin?

(lacht) Vroeger heb ik zo vaak te horen gekregen: ‘Als jij uit Iran komt, heet je papa dan Jafar?’ Waarop ik gromde dat Jafar helemaal geen routineuze naam is in Iran. Maar ook schoorvoetend moest toegeven dat hij effectief Jafar heet. (lacht)

Factcheck: klopt het dat je in Iran wél transgender maar niet homoseksueel mag zijn?

“Ja. Men leest er van rechts naar links, dus misschien zijn ze in hun lange reis richting tolerantie begonnen bij de ‘t’ van lgbt? Nee, weet je hoe het komt? Ooit was ayatollah Khomeini in een gesprek verzeild geraakt met een transpersoon, en hij was geraakt door zijn verhaal. Dáárom is het legaal geworden. Jammer dat ik nooit eens met hem op café ben kunnen gaan, het had vast geklikt.

“Nog een dwaze kronkel in Iran: omdat westerse datingapps er verboden zijn, heeft men dan maar een exclusief Iraanse app ontworpen: één waarin je niet matcht tussen personen, maar tussen families. (lacht) Tantes, broers, neefjes, nichtjes, grootmoeders, grootvaders: drop dáár maar eens per ongeluk een dickpic in.”

Wat voor mensen zijn je ouders?

“In de eerste plaats zijn ’t schatten. Hun grootste kwaliteit is misschien wel dat ze, zonder er zelf ook maar enigszins weet van te hebben, hilárisch zijn. Vrolijkheid achtervolgt hen zoals een roker achtervolgd wordt door zijn stankwolk. Hoe ze praten, hoe ze denken, hoe ze liefhebben, hoe ze boos worden... Iedereen die mijn ouders leert kennen, reageert op dezelfde manier: met mondhoeken die onweerstaanbaar omhoog krullen.”

Zij zijn dertig jaar geleden uit Iran gevlucht.

“Hun leven is radicaal veranderd, zij hebben alles achtergelaten om elders een nieuw leven op te starten. Dat klinkt misschien als een krantenknipsel, maar voor mij is het verhaal écht. Ik vóél dat: de ongemene intensiteit van hun situatie, hun moed in wanhopige omstandigheden... Kijk, ik ga er alweer van huilen. Dat is niet erg: ik huil altijd. (lachje)

“Mijn show gaat deels over hun verhaal. Toen ik ’m schreef, nam ik me voor dat ik mensen niet alleen wilde doen lachen, maar ook dat belangrijke relaas wilde doen. Dáárom doe ik dit. (hoofdschuddend) Wat mijn ouders gedaan hebben – alles opgeven voor de vrijheid, míjn vrijheid ook – is zo immens dat het mij elke dag opnieuw naar de keel grijpt.”

Ondanks de moeilijkheden klinken je ouders als door en door positieve mensen.

“Zij zijn positief zoals ze hilarisch zijn: bijna zonder dat ze het zelf beseffen. Als zij ooit een biografie krijgen, wat ze zouden verdienen, dan moet de titel zijn: Malgré eux, ‘ondanks henzelf’. Zij gaan gewoon een theetje drinken, dáár zijn ze mee bezig. Misschien omdat terugdenken aan hun vlucht te zwaar is, dat kan. Maar ik denk eerder dat zij ’t wél verwerkt hebben, en ik nog niet. Als iemand weet hoe kostbaar elk moment van elke dag is, dan wel zij.”

DENA FOR PRESIDENT

“Ach, hoor mij hier nu bezig! Wordt het nu niet té gewichtig? Ik ben nu eenmaal veel serieuzer in interviews dan op het podium, sorry. Schrijf er anders snel tussen: ‘(maakt scheetgeluiden onder haar oksel)’.”

Dat is geapprecieerd, maar niet nodig, hoor.

“Het zal misschien liggen aan die typische geldingsdrang van komieken dat ik af en toe de nood aan een mopje voel opborrelen.”

Ik dacht dat die enkel gold onder mannelijke komieken.

“Maar ik bén one of the guys. Absurd genoeg gaan mannen namelijk heel anders om met lesbische vrouwen: voor hen ben ik een bro, een mede-borstenfanaat. De camaraderie van mannen onder elkaar, die kén ik! Onnozel, hè? Met heterovrouwen ligt dat blijkbaar moeilijker – daar zal er altijd een zekere spanning in de lucht hangen, een zeker haantjesgedrag – terwijl ik me toch nog altijd meer met hén verwant voel.”

Was jij eigenlijk altijd al overtuigd van je geaardheid?

“O, ja. Die was zo vanzelfsprekend dat ik me er nooit vragen bij heb gesteld. Mijn eerste lief heeft me op mijn 13de moeten zeggen: ‘Wat wij nu hebben, is een lesbische relatie, dat weet je toch?’ Ik heb nooit een mannelijk lief gehad. Sinds day one in de kleuterklas was ik verliefd op meisjes.”

Een fijne quote van jou: ‘Ik was zo celibatair dat zelfs de plooi in mijn arm me opwond.’

“Gelukkig heb ik intussen een fantastische vriendin. (lacht) Maar ook voorheen heeft mijn geaardheid me nooit dwarsgezeten. Het is altijd een deel geweest van wie ik ben. Meer is het niet: ik loop niet rond met een Lesbian or die!-T-shirt. (lacht)

Zelfrelativering zit in je bloed, hè?

“Natuurlijk! Perzische vrouwen zijn de mooiste ter wereld, maar zie mij: de gettoversie van Annemie Turtelboom. (lacht) Zelfrelativering is een gouden kwaliteit als komiek. Als je met jezelf kunt lachen, dan mag ’t ook met de rest.”

Nog iets dat me is opgevallen: ik hoor jou het nooit hebben over racisme, seksisme of homofobie, de heilige drievuldigheid der oelewappers.

“Omdat ik me altijd in de plaats probeer te stellen van zo’n persoon. Ik wéét: hun opmerkingen komen uit onwetendheid, uit verborgen schuldgevoelens, uit een knagend gevoel van pijn. Ik geloof in de fundamentele goedheid van de mens. Als in iemands leven iets gebeurt waardoor ze bitter zijn geworden, dan heeft dat niks met mij te maken. Die gewaarwording hélpt, omdat ik dan minder word geraakt. En ik ben er nog altijd rotsvast van overtuigd: een rustig, open gesprek helpt duizend keer méér dan een schuimbekkende scheldtirade.”

Ik detecteer in jou geen spatje woede.

“Ik héb woede. Zoveel woede! Ik ben geen zenboeddhist, hè. Maar woede luidt nu eenmaal nooit verandering in. Ik gebruik mijn negatieve emoties liever als houtskool voor mijn innerlijke motor. Ik ben superblij dat ik het publiek dat ik dagelijks in mijn shows aantref zo divers is. Het stikt er van de heteromannen, van de religieuze jongens, van oudere koppels... Allemaal types van wie ik soms stiekem enig verzet verwacht tegen mijn geaardheid. Maar ze zítten er wel! En soms komen ze af. ‘Putain,’ zeiden een paar kereltjes eens, ‘wij bedoelen dat niet zo, maar het is wel waar dat we soms stomme opmerkingen maken tegenover lesbiennes. Sorry daarvoor!’ Fantastisch, toch?

“In essentie willen wij toch allemáál hetzelfde? Een comfortabel en happy leven, dat is alles. Laten we elkaar proberen te begrijpen dan! (denkt na) Een uitstekend pleidooi voor wereldvrede eigenlijk. Ik zou zeggen: Dena for president! (lacht)

DENA FOR PRESIDENT
Beeld Koen Bauters

KALMEREND GEGIL

Welke tips geef je aan beginnende komieken die jou om raad komen vragen?

“Een heel simpele: ‘Ga naar een therapeut.’ (lachje) Ik meen het! Want om goeie comedy te maken, moet je weten wie je bent: de goeie kanten, de slechte kanten en alles daartussenin. Wanneer je dat weet, gaat álles gemakkelijker. Ik vind die zelfontdekking een bijna magisch proces.”

Wat zijn jouw slechte kanten?

“Soms vraag ik me af of mensen zich wel met mij kunnen identificeren. Want ik ben zo... ráár. Mijn identiteit alleen al: een meertalige Iraanse lesbische vrouw uit Brussel. Hoeveel ken je er zo? Hoe kunnen mensen zich dan vinden in wat ik zeg? En dan zijn er nog die Grote Emoties: dat zie ik niet vaak in andere mensen, zeker niet in ingetogen Vlamingen. En dus denk ik: ben ik misschien niet té?”

Maar nee.

“Dat blijkt, want ik merk dat net heel véél mensen zichzelf herkennen in mijn show. Dat was een shock! Toen ik vertelde over de spirituele en fysieke weg die mijn ouders hebben moeten afleggen als vluchtelingen, kwamen na afloop vier witte heteromeisjes naar mij die nog nooit met één teennagel in het Midden-Oosten waren geweest. Ze zeiden: ‘Zo herkenbaar! Alsof we het zélf hebben meegemaakt.’ Dat doet deugd: het helpt om te weten dat het publiek je niet aankijkt als een weirdo. (lachje)

“Sindsdien weet ik dat er een heel eenvoudig antwoord is op de vraag ‘Ben ik raar?’, namelijk: iederéén is raar.”

Het wil ook zeggen dat jij begeesterend kunt vertellen.

“Alles valt terug te voeren tot mijn lievelingsquote van Leo Tolstoj, een auteur van wie ik voor de duidelijkheid welgeteld nul boeken heb gelezen: ‘Als je het wilt hebben over de wereld, praat dan over je dorp.’ Als ik over mijn gekke Iraanse ouders praat, dan zeggen jonge Belgische vrouwen: ‘Ik snap je.’ Ça, c’est la magie.

“Dat vind ik trouwens één van de móóie aspecten van Iran: in ons land is iederéén een verteller – het zit in onze cultuur ingebakken. Er is ook zoveel om te vertellen. (plots) Ik ga weer huilen, ik voel het!”

Dat is uiteraard gepermitteerd, maar waarom?

“Omdat ik, als we het hierover hebben, meteen Iraanse motieven zie, Iraanse geuren opsnuif... Ik ruik de thee, ik hoor de muziek, ik zie mijn familie en ik voel de verhalen van onze over-, over-, overgrootouders. Tu vois? Het oude Perzië! Mesopotamië! Al die culturele bagage die ervoor heeft gezorgd dat we zijn waar we zijn.

“Er is een Iraanse zangeres die Googoosh heet, die als jonge vrouw enorm veel heeft meegemaakt. Toen mijn moeder puber was, zong zij Googoosh’ teksten. Mooie, oude, vintage sixties- en seventies-melodieën. Anno 2021 herken ik mijzelf plots óók in die teksten. In die oude Perzische poëzie. Poëzie is voor de Pers wat wielrennen is voor de Vlaming. Wij hebben Rumi, Hafez, Saadi... En volgens mij is dat iets dat tot het einde blijft bestaan, tu vois, of het nu gezongen, geacteerd of gestand-upt is. Wij zullen nooit uitgepraat zijn.”

Je hebt onlangs de geschiedenis van Sheherazade herschreven, het personage dat de verhalen uit Duizend-en-één nacht vertelt. Waarom was dat nodig?

“Omdat Sheherazade, die in het klassieke literaire werk duizend-en-één nachten wordt gevangengehouden door één of andere koning, op het einde doodleuk met hem trouwt. Dat kon beter, vond ik. (wrijft in haar handen) Alle vrouwen die de koning vóór Sheherazade vermoordde, laat ik terug tot leven komen, en allemaal tezamen jagen ze hem over de kling. Dat was een heel leuke opdracht, om eens iets te mogen doen waarbij er géén jokes verwacht worden.

“Ik heb graag een gezond evenwicht. Als ik een emotioneel verhaal vertel, dan zie ik jokes als het zout dat de beroemde kok ‘Salt Bae’ over zijn onderarm laat dwarrelen. In mijn comedy moet emotie zitten, en in de serieuzere dingen, zoals podcasts, hoort af en toe een mop. ’t Is echt zoals koken: de kruiding moet goed zitten.”

Nog even: wie is de coolste Iraanse vrouw die ooit heeft geleefd?

“Mijn moeder natuurlijk! Zij is, in één woord, een vrijheidsstrijder. Maar niet zomaar één. Hoeveel vrijheidsstrijders uit de geschiedenis kunnen zeggen dat ze glorieus in hun opzet geslaagd zijn, dat de strijd hun gelukkiger heeft gemaakt, dat ze achteraf hebben kunnen genieten van hun opofferingen? Welnu, zíj heeft gewonnen. Zij is vrij, en dankzij haar ik ook.

“Oei, het wordt weer te serieus! Snel! (produceert okselscheten)

Je hebt jezelf een paar keer raar genoemd. Maar ik vind...

“...dat ik het goed verberg? (lacht) Ik zal eens een écht raar kantje van mezelf vertellen. Vroeger, als tiener, was ik een gothic. Op zich al bekentenis genoeg, maar ik heb er ook iets aan overgehouden. Ik vond het vroeger zodanig cathartisch om te luisteren naar metalzangers die screamden dat ik tegenwoordig graag luister naar púúr geschreeuw, zonder muziek. Als ik boos ben en ik weet met mijn emoties geen blijf, dan zoek ik op YouTube-gilvideo’s en dan zit ik op de tram met in mijn koptelefoon het geluid van mensen die zich de longen uit het lijf roepen. En dan kalmeer ik.

“Raar of niet, het zal me worst wezen. Op dit moment voel ik me vooral gelúkkig. Ik voel me ook niet per se geroepen om dat gevoel aan een colonoscopie te onderwerpen: ik hoef het niet te ontleden, het belangrijkste is dat ik het bén.”

Eigenlijk zit je nog altijd in die koude stroming van de rivier, toen je tijdens het kajakken van de rots sprong.

“Ja, wiiii! Op zo’n moment kan je toch ook niet vragen: ‘En Dena, wat vind je nu van het water?’ Néé, laat mij maar gewoon roetsjen.”

De slimste mens ter wereld, maandag tot donderdag omstreeks 21.30 uur op Play4.

© Humo