Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVerkeer

Vader luidt alarmbel nadat drie dochters op dezelfde steenweg werden aangereden: ‘Waarom duurt het zo immens lang om dat aan te pakken?’

Jan Despiegelaere (50) op de plaats langs de Oudenaardsesteenweg in Kerkhove die aangepast werd na het ongeval in 2012, waarbij het vriendinnetje van zijn dochter Marie (23) om het leven kwam.Beeld Henk Deleu

Drie dochters. Drie ongevallen - de eerste keer, met fatale afloop, was in 2012, de laatste keer afgelopen vrijdag. Drie keer op juist dezelfde plaats: de Oudenaardsesteenweg in Kerkhove, een dorp tussen Ronse en Waregem. ‘Duizenden kinderen fietsen er elke dag naar school, naar de sportclub, de muziekschool, naar vrienden’, zegt Jan Despiegelaere (50). De aangereden dochters zijn de zijne - Marie (23), Thea (21) en Nel (17).

en

Afgelopen vrijdag kwam Nel Despiegelaere (17) thuis van school. Van haar melk en vooral: met de fiets aan de hand. En nee, een lekke band of gebroken ketting was niet de reden. Nel was aangereden. “Iemand was zijn oprit opgereden en had haar niet gezien”, vertelt haar vader Jan. 

“Nel kon de auto niet meer ontwijken. De schade viel  mee: ze had wat schaafwonden en er moeten wat kleine dingen hersteld worden aan haar fiets. De automobilist is meteen uitgestapt, heeft zich op een hele lieve manier over haar ontfermd en de aanrijdingsformulieren ingevuld. Geen erg, zoiets kan gebeuren. Hoe erg is dat niet? Dat we dat zo normaal beginnen te vinden dat fietsers en voetgangers aangereden worden? Dat we denken: ‘Oef, gelukkig valt het mee’, en dan weer tot de orde van de dag overgaan?”

Onder vrachtwagen

Het was niet het eerste ongeval van de zussen Despiegelaere op de Oudenaardsesteenweg. Vier jaar geleden werd Thea (21) aangereden, door een Fransman die zonder kijken van een parking kwam. Het eerste dateert al van mei 2012 en is - helaas - ook het meest dramatische. 

“Marie was in mei 2012 op weg naar school, samen met haar vriendinnen Justine en Lara”, zegt vader Jan. “Door werken op de baan die het fietspad aan de overkant onveilig maakten, reden ze tegen de richting in. Eerst Marie, dan Justine en achteraan Lara. Een vrachtwagenchauffeur die de gewestweg wilde oprijden, had hen niet gezien. Marie werd aangereden, en van haar fiets weggeslingerd op de weg. Ze heeft veel geluk gehad dat er niemand kwam aangereden op dat moment. Lara kon nog net op tijd van haar fiets springen. Justine kwam onder de wielen van de vrachtwagen terecht: ze was op slag dood.”

De drie dochters van Jan Despiegelaere, van links naar rechts Nel (17), Marie (23) en Thea (21), werden alle drie al aangereden op de fiets.Beeld Despiegelaere

Sneller

Dat zijn drie dochters op klaarlichte dag aangereden zijn op dezelfde weg, deed Jan in zijn pen kruipen. “De Oudenaardsesteenweg is zo’n steenweg waarvan er honderden zijn in Vlaanderen. Duizenden kinderen fietsen er elke dag naar school, naar de sportclub, de muziekschool, naar vrienden… Het zijn wegen waarvan iedereen weet dat ze gevaarlijk zijn, maar waarvan het immens lang duurt vooraleer ze aangepakt worden. Waarom worden die niet meteen aangelegd zoals het moet? Er zijn toch genoeg experten die wéten hoe een weg het best wordt aangelegd zodat die ook voor fietsers en voetgangers veilig zijn?”

Agentschap Wegen en Verkeer houdt een dynamische lijst bij van zulke gevaarlijke punten. In 2021 staan er 302 knelpunten op, en daarvan zijn er 101 nieuwe in vergelijking met een jaar eerder. Elk jaar komen er meer knelpunten bij dan er verdwijnen, en sommige staan er jaren op. 

“Het moet sneller, de aanpak van de gevaarlijke punten”, zegt Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open Vld). “Daarom moeten we komaf maken met een overvloed aan regels als het de verkeersveiligheid in de weg staat en moeten infrastructuurwerken sneller uitgevoerd kunnen worden. Zo worden in West-Vlaanderen via ons MIA-plan (Mobiliteit Innovatief Aanpakken, red.) 23 gevaarlijke punten versneld aangepakt, in Limburg 50.”

Fietspad

Maar voor Jan Despiegelaere gaat het over méér dan infrastructuur en de verantwoordelijkheid van de overheid. “Elk van ons moet een stuk van de verantwoordelijkheid opnemen. Ik zie vaak op één dag op verschillende plaatsen auto’s en vrachtwagens op het fietspad parkeren ‘om snel iets af te geven’. Dan denk ik aan hoe fietsers daardoor op de rijweg moeten, en hoe dat hen - zeker als het regent of donker is - in gevaar brengt. Ik weet het, het is onverantwoord dat sommige jongeren niet goed zichtbaar zijn op de weg en misschien soms zelf gevaarlijke toeren uithalen. Maar we mogen niet alle verantwoordelijkheid bij hen leggen.”

Schrik wanneer zijn dochters met de fiets op pad zijn, heeft Jan niet meer dan andere ouders. “Iedereen heeft het daar lastig mee. Het is een knop die je moet omdraaien. Telkens ik een sirene hoor, denk ik terug aan het moment dat ik telefoon kreeg toen Marie een zwaar ongeluk had gehad. Dan hoop ik dat het geen ongeval is als toen. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat Marie vlot hersteld is. Het ongeval is voor haar maar een nare herinnering. Maar de ouders van Justine hebben hun enige dochter moeten afgeven. Verschrikkelijk.”