Direct naar artikelinhoud
InterviewEloïs Rousseau

De zus van Conner Rousseau: ‘Neuscorrecties, valse borsten: het is allemaal normaal geworden’

De zus van Conner Rousseau: ‘Neuscorrecties, valse borsten: het is allemaal normaal geworden’
Beeld Steven Richardson

Voor zijn partij – excuseer, beweging – is Vooruit-voorzitter Conner Rousseau in twee jaar tijd een cruciale steunpilaar geworden, voor zijn drie jaar jongere zus is hij dat al zijn hele leven. We spraken met Eloïs Rousseau vlak nadat  haar broer met spoed in het ziekenhuis was opgenomen met helse nierpijnen. Ze noemt zichzelf impulsief en ‘een grotere mond dan Conner’. Eloïs Rousseau over haar broer, haar eetstoornis, antivaxers, transpersonen, migratie en de aanrandingen in het uitgaansleven. 

Eloïs Rousseau: “Conner krijgt wel vaker shit over zich heen, maar dit ging te ver. Ik had nooit verwacht dat mensen mijn broer dood zouden wensen op het moment dat hij in het ziekenhuis lag te creperen van de pijn. Mocht hij nu Marc Dutroux zijn, dan zou ik het nog kunnen kaderen. Maar Conner doet niemand kwaad.”

Is de beste strategie niet om idioten te negeren?

“Meestal wel, maar soms moet iemand een lijn in het zand trekken: tot hier en niet verder. Sommigen vonden dat Conner het zelf had uitgelokt met die selfie. Welke boodschap geven die mensen mee aan hun kinderen? Dat ze het verdienen om uitgescholden te worden als ze een selfie posten? Dat is dezelfde redenering als zeggen dat een vrouw die een sexy foto post het verdient om verkracht te worden. Wat een gezever!

“Al die haat is niet onschuldig. Ik las dat de woordvoerster van Open Vld (Zelfa Madhloum, red.) de politiek verlaat omdat ze de scheldmails en bedreigingen niet meer aankan. En ze is geen doetje: ze is scheidsrechter in het voetbal, als vrouw van vreemde origine. Daar moet je ballen voor hebben. Van Conner vraag ik me soms ook af hoelang hij het nog gaat volhouden. De meeste kritiek glijdt van hem af, maar dit keer kwam het toch aan.”

Hoe had jij gereageerd in zijn plaats?

“Met grove antwoorden – ik heb een grotere mond dan mijn broer en ben heel impulsief. Sinds Conner partijvoorzitter is, ben ik wel voorzichtiger geworden. Ik wil hem niet in de problemen brengen.

“Toen we klein waren, stookte hij me altijd op om fel te doen tegen leerkrachten. Dan stond hij te lachen, terwijl ik werd gestraft. Wij waren geen ambetante kinderen, maar wel heel druk. Als kind zat ik altijd te wippen op mijn stoel.”

Je moeder vertelde in Humo dat Conner in de lagere school van zijn leraar altijd even op een stoel mocht staan om zijn uitleg te doen. ‘Zo kon hij stoom aflaten voor de les begon. Daarna was hij kalm. Ik ben die leraar nog altijd dankbaar, voor hetzelfde geld hadden ze hem toen gekraakt.’

“Als hij ergens binnenkwam, wist iedereen dat hij er was. Hij kon zich heel goed uiten, ik was eerder misnoegd. Ik had een perfecte jeugd, maar ik was heel onzeker en probeerde dat te verbergen door een grote mond op te zetten. Vanaf mijn 14de ontwikkelde ik een eetstoornis. Twee keer werd ik opgenomen in een instelling. Daar kreeg ik de diagnose ADHD, net als Conner. Rilatine hielp me om kalmer te worden en minder zwart-wit te denken.”

In de recente documentaire Gekooid vertelde Laura Vermeire dat haar eetstoornis werd getriggerd door haar toenmalige vriend die op tv een mooie vrouw zag en zei: ‘Ik wou dat jij er ook zo uitzag.’

“Bij mij was het ook zoiets stoms. Op vakantie in de Dominicaanse Republiek deed ik een foto­shoot met mijn beste vriendin. Zij was een mager blond popje, ik was struiser gebouwd. Achteraf schrok ik van de foto’s: ze paste twee keer in mij! Ook anderen merkten het verschil op. Zo kreeg ik het idee dat ik op mijn gewicht moest letten. De eerste maanden vermagerde ik op een gezonde manier, maar daarna liep het mis. Ik ontwikkelde boulimie: alles wat ik at, braakte ik weer uit. Zelfs een appel.”

Hoelang kon je het verborgen houden?

“In de zomer verbleven wij altijd bij mijn vader op de jeugdkampen in De Barkentijn (vakantiecentrum van de Bond Moyson voor kwetsbare jongeren, red.). Na een maand kreeg Conner in de gaten dat ik na elke maaltijd naar het toilet liep. Hij ontdekte ook dat ik laxeerpillen had gekocht. Voor mijn ogen spoelde hij die door het toilet. ‘En als ik dat nog één keer zie, zal het je beste dag niet zijn.’ Ik heb ze niet meer gekocht, maar uiteindelijk herviel ik toch.”

Beeld Geert Van de Velde

Vertelde hij iets tegen je ouders?

“Nee, hij dacht dat hij het zelf kon ­oplossen, maar dat lukte niet. Na die zomer heb ik zelf naar een instelling gemaild om me te laten opnemen, met mijn moeder in cc. Ik was op. Na die eerste opname had ik geen boulimie meer, maar ik kreeg anorexia. Ik at alleen nog groente en fruit.”

In Gekooid legde psychologe Ursula Van den Eede uit dat een eetstoornis voor veel meisjes een manier is om greep te krijgen op hun emoties, ‘om andere moeilijke dingen buiten te houden.’

“Het is het ­topje van de ijsberg. Calorieën ­tellen, je gewicht zien zakken: dat geeft een gevoel van controle, het idee dat je toch iets kunt. Na mijn eerste opname vermagerde ik pijlsnel en werd ik depressief. Elke dag zat ik te huilen. Ik wilde dood, omdat ik niet kon leven met hoe ik eruitzag. Ik zei voortdurend tegen mama dat ik zelfmoord zou plegen. Ik schreef zelfs afscheidsbrieven. Mijn ouders wisten zich geen raad meer. ’s Nachts kwamen ze in mijn kamer checken of ik geen gekke dingen aan het doen was. Ze hoorden alles: als ik uit mijn bed stapte, of om twee uur ’s nachts sit-ups zat te doen.”

Sit-ups op dat uur?

“Dwangmatig gedrag om af te vallen – compleet geschift. Mijn tweede opname was een crisisopname. Het was niet meer leefbaar. Gelukkig verbeterde het daarna snel.”

Sommige meisjes genezen niet in zo’n instelling, omdat ze in een groep belanden waar niet eten een sport is.

“Klopt, de ­meisjes deelden constant tips over hoe je je ouders en begeleiders voor de gek kon houden. Maar ik wilde zo snel mogelijk genezen om weer bij mijn familie te zijn.

“Uiteindelijk is het verbeterd met ouder te worden. Ik heb leren relativeren. Als ik nu mijn afscheidsbrieven herlees, herken ik mezelf niet meer. Tegelijk ben ik fier, omdat ik nog leef.”

Heb je het nu helemaal onder controle?

“Het blijft een strijd met ups en downs. Ik eet nog altijd alleen salades en fruit, omdat ik vegetariër en glutenintolerant ben. Twee maanden geleden moest ik bij de dokter op de weegschaal staan. Zo’n confrontatie vind ik nog altijd een vreselijk moment.”

Waarom? Je ziet er geweldig uit.

“Ik haat de weegschaal. Of het nu 52 of 58 kilo is, het staat me tóch niet aan. Als ik in de spiegel kijk, denk ik nog altijd: kind, doe er iets aan. Maar ik kan die gedachte nu wel beter corrigeren. Ik wil nooit meer opgenomen worden. Maar als mijn vriend zegt dat ik mooi ben, geloof ik dat amper. Ik denk dan dat hij dat zegt om mij een goed gevoel te geven. Van Conner neem ik zoiets wel aan, omdat hij altijd eerlijk is. Als ik er slecht uitzie, zegt hij het ook. Hij heeft het superdruk, maar hij blijft me helpen. Onlangs vierden we zijn verjaardag op restaurant. Zoals wel vaker, nam hij mijn armen vast om te voelen of ze niet te mager waren. ‘Kom,’ zei hij, ‘we eten samen een dessert.’ Ik had mijn salade op en vond het genoeg zo. Maar we hebben toch nog een bord fruit gedeeld. Alleen hij krijgt me zover.”

Je post op sociale media geregeld over body positivity. ‘Het haten en verwaarlozen van mijn lichaam heeft mij nooit gelukkig gemaakt, integendeel. Laten we het voeden, verzorgen en graag zien.’

“Ik volg zulke profielen ook. Voor ­onzekere meisjes is er een tegengewicht nodig voor de schadelijke Instagram-cultuur die ons inprent dat we er perfect moeten uitzien. Gelukkig gebruiken steeds meer merken normale vrouwen in hun reclamecampagnes. Zelfs Victoria’s Secret is gestopt met de befaamde lingerieshows waarin graatmagere ‘Angels’ zoals Gisele Bündchen opdraafden. Toen ik 18 was, keek ik daar bijna obsessief naar – van ­plussizemodellen was toen nog geen sprake. Ik snap niet dat Facebook en Instagram foto’s verbieden waarop een tepel te zien is, maar beelden van uitgemergelde skeletten wél toelaten. Nog veel erger zijn pro-Ana-websites, waarop je de ziekste tips vindt over hoe je je eetstoornis kunt verbergen. Ik surfte daar elke dag naartoe. Gelukkig zijn de meeste intussen verboden, want die sites zijn voor veel meisjes een dagelijks shot vergif.

“Op de jeugdkampen van mijn vader heb ik er ook al meisjes met een eetstoornis uitgehaald. Dan verwittigde ik hun ouders, ook al waren die meisjes kwaad. Nu zijn ze me eeuwig dankbaar. Ik hoor hen nog wekelijks, zeker als ze zich slecht voelen.”

De zus van Conner Rousseau: ‘Neuscorrecties, valse borsten: het is allemaal normaal geworden’
Beeld Geert Van de Velde

Je was op Twitter kritisch voor Gordon, het Nederlandse jurylid van K2 zoekt K3 dat de kandidaten genadeloos op hun uiterlijk beoordeelde.

“Ja, zijn commentaar is kleinerend. ‘Kleren uit de Wibra’, ‘je ziet er suf en nerdy uit’. Voor iemand die niet kan relativeren, zijn dat gevaarlijke commentaren. Goed, het is tv en je hebt mensen nodig die het scherp kunnen verwoorden. Maar mocht Gordon zoiets tegen mij zeggen, ik zou de microfoon van Kürt Rogiers afpakken en zeggen: ‘Vent, heb je zélf al eens in de spiegel gekeken?’”

Wat denk je van de filler- en botoxcultuur die nu zelfs jongeren naar de plastisch chirurg duwt?

“Erg, hè? In mijn vriendenkring ben ik één van de weinigen zonder fillers of botox. Mijn vriendinnen hebben bijna allemaal hun voorhoofd laten doen, zodat je geen rimpels ziet als ze hun wenkbrauwen optrekken. Neuscorrecties, valse borsten, lippen laten opspuiten, dat is allemaal normaal geworden. Zelfs jongens laten hun ­lippen voller maken. Ik vind dat meestal geen verbetering. Als je overdrijft, zie je er op den duur uit als een plastic pop. Maar voor sommige mensen is het een verslaving, net zoals tatoeages. Ik ga dat nóóit laten doen. Ik wil vooral volledig genezen van mijn eetstoornis. Ik zou graag eens zonder complexen een pak friet met een hamburger bestellen! Dat heb ik al elf jaar niet meer gedaan. Mijn vriend probeert dat soms wel te forceren, maar ik heb eerst enkele tussenstappen nodig. Brood of pasta, bijvoorbeeld.”

Pratende zakdoek

Wat doe je voor werk?

“Ik ben na mijn studies begonnen als administratief medewerker bij een verzekeringsmaatschappij. Onlangs ben ik gepromoveerd tot sales officer. Gelukkig, want het puur administratieve werd me te saai. Ik heb dat ook tegen mijn baas gezegd. Mijn ouders waren daar bang voor: ‘Straks ben je je job kwijt!’ Maar als je iets niet meer graag doet, moet je toch je mond opentrekken?”

Wat wilde je vroeger worden?

“Schrijver. Het is nog altijd mijn droom om ooit een boek uit te brengen. Ik werk aan een thriller met veel drama, romantiek en moorden. Op mijn 7de schreef ik al verhaaltjes! Mijn eerste ging over een zakdoek die kon praten. (lacht) Hij zat in een boekentas en voerde hele conversaties met de leerlingen. Conner was keifier: ‘Mijn zus heeft een boek geschreven’! Maar nu heeft hij nog eerder een boek klaar dan ik, verdorie.”

Lees je veel boeken?

“Vooral thrillers van Patricia Cornwell, met het hoofdpersonage Kay Scarpetta, een patholoog-anatoom die achter seriemoordenaars aangaat. Het is fascinerend om te zien hoe thrillerauteurs de spanning opbouwen en alles uiteindelijk laten samenkomen. In België is het moeilijk om te overleven als auteur, maar ik stel me zo’n bestaan heel romantisch voor. Opstaan, een warme chocomelk drinken, in mijn kamerjas voor de laptop gaan ­zitten, een grote golden retriever over zijn kop strelen, en urenlang in mijn eigen fantasiewereld kruipen. Dat lijkt me een geweldig vrij en zelfstandig leven.”

Kun je goed alleen zijn?

“Ja! Ik heb veel tijd voor mezelf nodig. Als student ging ik vaak uit in Gent, maar de dag nadien moest ik alleen zijn om alles te verwerken. Als mijn vriend de hele zaterdag met zijn vrienden gaat voetballen is, spreek ik pas om elf uur ’s avonds met iemand af, zodat ik de hele dag mijn ding kan doen. Vaak is dat niks zinnigs: The Simpsons bingewatchen, bijvoorbeeld.”

Veel mensen hebben nood aan me-time, maar het is niet altijd makkelijk om dat binnen je relatie verkocht te krijgen.

“Mijn vriend begrijpt dat. Het is mijn enige vereiste.”

Is geld een belangrijke drijfveer?

“Ik wil genoeg hebben om te doen wat ik wil. Maar de vriendinnen die meer geld hebben dan ik, zijn niet gelukkiger. Iedereen heeft wel iets in z’n leven dat hapert of wringt. Het allerbelangrijkste is en blijft je gezondheid. De beste periode van mijn leven was toen ik nog geen eetstoornis had en mijn opa nog leefde. Hij en mijn oma hebben altijd keigoed voor ons gezorgd. Papa zat meestal aan zee en mama had het druk als burgemeester en professor. Dus haalden haar ouders ons op van school. Zij gaven ons een warm nest. Mijn opa had maar één been, maar hij was zo fel, ruig en sterk: ­dankzij hem hebben Conner en ik geleerd om ons mannetje te staan. Na zijn dood kreeg ik voor het eerst angstaanvallen. Ook Conner had het er heel moeilijk mee.”

Is Conner na de dood van je opa een steunpilaar geworden voor jou?

“Dat was hij voordien al. Hij is drie jaar ouder, ik heb altijd enorm naar hem opgekeken. Als ik iets doe, vraag ik nog altijd zijn goedkeuring. Gek, want ik ben al 25, maar ik voel me daar goed bij. Laatst ging ik een nieuwe bikini kopen voor onze reis naar Mexico. Dan stuur ik een paar foto’s en trancheert hij heel snel: ‘Lelijk. Lelijk. Trekt op niks. Ah, díé is mooi’! En dan neem ik die. Zelfs als ik me rot voel, doet hij me altijd lachen. Mocht hij hier nu binnenkomen, zouden we allebei meteen in de lach schieten.”

Pratende zakdoek
Beeld Geert Van de Velde

De zus van Alexander De Croo zei in een interview dat ze haar broer kwijt is sinds hij premier werd.

“Dat herken ik wel. Die mannen hebben het verschrikkelijk druk, maar ik trek me daar weinig van aan. Ik blijf Conner storen. Ik ben zijn zus, en dus het allerbelangrijkste. (lacht) Gelukkig reageert hij nog altijd snel.

“Conner is heel behulpzaam. Voor mijn oma heeft hij warme maaltijden van een traiteur geregeld, omdat ze de aan huis geleverde maaltijden van het OCMW niet zo lekker vond. En hij heeft in een speciale koffiezaak ook ambachtelijke, Italiaanse koffie voor haar gekocht. Blij dat ze was! Maar ze verdient dat: ze heeft altijd fantastisch voor ons gezorgd.”

Zijn er ook dingen die je storen aan je broer?

“Hij is druk en kan een aardig eindje doordrammen. Als hij iets in zijn hoofd heeft, dan zwijgt hij er niet over tot hij z’n zin krijgt. Dat is de drive die je nodig hebt in de politiek, zeker? Als kind wist ik al: mijn broer wordt ooit minister. Mijn mama dacht dat ook. Hij was geobsedeerd door de politiek, elke avond ging het daarover.”

In twee jaar tijd is hij een echte BV geworden. Zou je willen ruilen?

“O, nee! Hij mag zijn leven hebben. In het begin dacht ik: amai, hij gaat goed verdienen. Maar hij moet er keihard voor werken. Ik kan met hem niet meer rustig over de dijk van Nieuwpoort wandelen. Dan worden we constant gestoord door mensen die hem aanspreken of een foto willen. Hij kan daarmee om, ik niet. Het bezorgt me een déjà-vu naar de periode dat mama burgemeester was en we met haar in Sint-Niklaas gingen shoppen. Om de vijf botten hielden ze ons tegen! Conner babbelde enthousiast mee, maar ik werd er gek van.”

Crapuul

Wat is je meest onpopulaire mening?

“Oei! Ik heb er wel een paar, maar die zijn niet allemaal voor publicatie vatbaar. (lacht) De ­meeste mensen willen per se dat Zwarte Piet pikzwart blijft. Maar als anderen zich daardoor gekwetst voelen, is het toch een kleine moeite om dat aan te passen? Of hij er nu zwart, oranje of ­fluoroze uitziet, maakt voor kinderen niks uit. Ik begrijp niet waarom mensen zich daar zo kwaad over maken. ‘Jamaar, dat is onze traditie!’ Een vent die geschminkt is en oorbellen draagt? En die mag niet anders geschminkt zijn? Doe toch normaal.”

Zou je jezelf als woke omschrijven?

“Niet echt. Sommigen overdrijven daarin. Over transgender personen had ik vroeger geen mening, tot één van mijn beste vriendinnen een vriend werd. Who cares of hij borsten of een piemel heeft, of beide? Als hij maar gelukkig is. Het is niet alsof dat plots een beest is geworden. Zo doen mensen soms.”

Lig je wakker van het klimaat?

“Ik ben vegetariër en heb geen rijbewijs.”

Doe je dat voor het klimaat?

“Totaal niet. (hilariteit) Dat ik geen vlees eet, komt door mijn eetstoornis en mijn rijbewijs wil ik binnenkort halen. Dat klimaatprobleem moet dringend aangepakt worden, maar de gewone mens kan daar weinig aan doen. Je moet de grote bedrijven tot een transitie dwingen, zíj zijn de mega-uitstoters. Wij kunnen allemaal weer gaan leven zoals in de oertijd, maar zolang ze in China en India steenkoolmijnen blijven openen, heeft dat geen nut.”

Van welk probleem lig je wakker?

“Migratie. Dat blijft enorm leven onder de mensen. Ik zeg soms tegen Conner dat hij daar wat meer over moet praten.”

Wat zou je boodschap zijn?

“Iedereen die naar hier komt, moet zich aanpassen. Je moet je best doen. Nederlands leren. Werk zoeken. En je godsdienst niet opdringen aan andere mensen. Conner had volledig gelijk toen hij in Gert Late Night zei: ‘Wat kom je hier anders doen?’ Maar ik verwacht net hetzelfde van een Vlaming die hier geboren is.”

Je reageerde een tijd geleden nogal fel op de zoveelste rellen in Brussel.

“Ik postte een beeld van jongeren die een politiecombi belaagden en schreef erbij dat ze dat crapuul gewoon moeten oppakken. Meteen kreeg ik ­reacties van extreemlinkse twitteraars die zeiden dat ik maar eens uit mijn dikke villa moest komen om de realiteit van een grootstad te leren kennen. Ik huurde toen een fucking éénslaapkamer­appartement in Kortrijk. Het maakt mij niet uit of die gasten bruin, wit of zwart zijn, het blijft crapuul. ‘Jamaar, ze hebben veel frustraties.’ Sorry, ik heb ook frustraties, maar daarom sla ik nog geen agenten werkonbekwaam met een autokrik. ­Politici moeten dat geweld ­sterker veroordelen, want zulke beelden komen keihard aan bij de mensen.”

Met welke politicus zou je graag eens een avond op restaurant gaan?

“Kris Peeters. Ik was vroeger grote fan van hem. Ik vond hem zó knap! Maar ik weet niets van zijn politieke standpunten. Mijn mama lachte daar altijd mee.”

Georges-Louis Bouchez uitte tijdens de regeringsonderhandelingen ook interesse.

“Dat was omdat ik Conner tijdens een vergadering via WhatsApp had gevraagd wat ik moest aantrekken. Ik kreeg geen reactie en drong aan. Dus zei hij tegen Bouchez dat de onderhandelingen even moesten wachten, omdat hij mij een antwoord moest sturen. (lacht) Hij toonde enkele foto’s en blijkbaar vond Bouchez mij een knappe.

“Toen dat in de pers kwam, tweette een seut van de PVDA dat Conner seksistische uitspraken deed over zijn zus. Zo zielig!”

Wat is je beeld van de Belgische politiek?

“Die is te ingewikkeld. En er zijn te veel politici, die bovendien niet dicht genoeg bij de mensen staan, omdat ze al te lang een geprivilegieerd leven leiden.”

Is dat ook een valkuil voor je broer?

“Nee. Het eerste wat mijn ouders zeiden toen hij met politiek begon, was: ‘Ge kunt zien dat ge normaal blijft doen.’ Hij weet zelf ook héél goed voor wie hij het doet: voor de gewone mensen.”

Het viel op hoe complexloos hij als jonge partijvoorzitter de regeringsonderhandelingen binnenwandelde.

“Dat vonden wij ook zot. Ons Connerke ging het daar eens zeggen, alsof hij nooit iets anders had gedaan. Hij voelde zich op zijn gemak tussen die grote Jannen. Maar eigenlijk is dat logisch: hij is ervoor geboren en heeft zich al die jaren voorbereid om dit te doen.”

Hij heeft wel spijt dat hij zo vroeg begon te werken voor Freya Van den Bossche en John Crombez. Daardoor heeft hij maar een jaar ‘het zwijn kunnen uithangen als student’.

“Hij had geen keuze. In zijn tweede jaar aan de unief zeiden mijn ouders dat hij zijn studies zelf moest betalen, omdat hij er met zijn pet naar gooide.”

Was jij ook zo’n feestbeest?

“Ik heb het er vier jaar serieus van gepakt, ja. Mijn ouders waren milder voor mij. Ze wilden me niet te veel druk opleggen, want ‘ze heeft het al zo moeilijk gehad’. 

“Conner luisterde naar mijn ouders, ik niet. Op mijn 15de kroop ik al door het raam om te gaan feesten. Ik was heel egoïstisch op die leeftijd.”

Was je met de jongens ook zo’n hevige?

“Oei, mijn ouders gaan dit lezen. Schrijf maar: ‘Nee, totaal niet!’”

In de kranten regent het berichten over verkrachtingen, aanrandingen en grensoverschrijdend gedrag in het uitgaansleven. Is feesten gevaarlijker geworden?

“In mijn studententijd waren er ook handtastelijkheden en aanrandingen, maar daar werd over gezwegen. Jongens die bij het passeren hun hand over je billen lieten glijden, dat was normaal. Als meisje werd je dat gewend, dat gebeurde elke avond in elk dans­café. Erg, hè? Nu worden daar jongens voor opgepakt in de Overpoort.”

Crapuul
Beeld DBA

Reageerde je daar nooit op?

“Jawel. Als het te ver ging, kregen ze een klets in hun gezicht. Maar soms negeerde ik het ook.”

Was je bang om alleen over straat te lopen in Gent?

“Ik ben een paar keer achtervolgd door mannen in steegjes. Dan begon ik te flippen, te krijsen en te slaan, en kwam het wel in orde. (lacht) Maar sommige meisjes verstijven zodanig dat ze niet meer kúnnen reageren. In vergelijking met mijn vriendinnen heb ik nog weinig meegemaakt. Eentje is verkracht, andere vriendinnen zijn al aangerand of erg betast. Dat probleem is echt wijdverspreid. Het is goed dat er eindelijk aandacht aan wordt besteed, maar de straffen zijn nog veel te licht.”

We zijn opnieuw vertrokken voor een lange winter vol mondmaskers, tests en verplicht telewerk. Werkt dat op je gemoed?

“Bij iedereen. We dachten dat het voorbij zou zijn als we ons lieten vaccineren, maar dat blijkt nu niet het geval. Dat is frustrerend. Ik erger me blauw aan antivaxers. Dat zijn egoïsten die deze vierde golf veel erger maken dan nodig. ‘Jamaar, ik vertrouw niet wat er in dat vaccin zit!’ Weet je dan wel wat er in een Bicky Burger zit? Of in een sigaret? En vertrouw je het virus dan wel, misschien? We weten ondertussen dat het een heel vies beestje is. Iedereen heeft prikjes gekregen tegen polio, hepatitis en tetanus. Daardoor zijn we toch ook niet in fluogele kikkers veranderd? Het strafste vind ik dat één op de tien Belgen gelooft dat het coronavirus een complot is van de politiek om de mensen hun vrijheden af te pakken en chips in te planten. Hoe ver moet je heen zijn om dat te geloven?”

Wat vind je van de argumenten tegen ‘de pasjesmaatschappij’?

“Belachelijk. Als ik de trein neem, vraagt de conducteur mijn pasje. Als ik geld uit de muur haal, moet dat met een pasje. En als ik bij ZEB korting wil, moet ik mijn identiteitskaart laten ­scannen. Die keten weet tot in detail wat jij in het verleden hebt gekocht. Alles voor de commerce, maar o wee als het is om de volksgezondheid te beschermen. Mensen die zich niet willen laten vaccineren of hun QR-code niet willen ­tonen, moeten maar binnen blijven. Pech voor hen.”

Wat is je grootste angst?

“Mijn ouders verliezen.”

Geloof je in de eeuwige liefde?

(denkt na) Als ik zie hoe verschillend mijn ouders zijn, hoe ze altijd apart hebben geleefd, maar elkaar toch altijd weer gingen opzoeken, geloof ik daarin. Maar in de moderne tijd wordt het moeilijker. Mijn oma heeft maar één vriendje gehad: mijn opa. Voor ons is het aanbod bijna oneindig. Dat is een merde. Als het ook maar een beetje slecht gaat in hun relatie, vragen mensen zich met­een af of het met iemand anders niet beter zou zijn.”

Wil je kinderen?

“Ik wil eerst nog wat reizen. Rondtrekken in Mexico, Japan, Zuid-Amerika. Mama vindt dat ik dat geld beter zou sparen, maar als ik dat ooit nog wil doen, moet het toch nu? Misschien heb ik over drie jaar een kind. Al voel ik die klok nog niet tikken. Laat me eerst nog maar wat jong zijn.”

© Humo