Direct naar artikelinhoud
InterviewCatherine Van Eylen

Catherine Van Eylen, een motor achter de Belgische mode: ‘Ik heb die blikken, die goedkeuring niet meer nodig’

Catherine Van Eylen met De Blouse in ‘Het Journaal’.Beeld VRT

Catherine Van Eylen doet het weer: met één welgemikt kledingstuk de kijkers doen knipperen in de sofa. Al jaren is het sportanker van de vrt een motor achter de Belgische mode. Coronajaren, zo vindt ze, lenen zich daar dubbel toe: ‘In lastige tijden mag een beetje humor wel.’ Een gesprek over De Blouse. Voor wie van mode houdt, maar net zo goed voor wie er kop noch staart aan vindt. 

“De veertigste editie van de jumping Mechelen is helaas afgelast.” Bestaat toeval? Het was één van de punten die Van Eylen donderdagavond in het sportnieuws afhandelde, terwijl er een paardenstaart van haar eigen blouse jumpte, onder haar korte coupe. Kijkers wreven zich bij de trompe l’oeil even in de ogen, versterking werd vanuit de keuken naar de televisie geroepen, want met Van Eylen is men wel wat gewoon, maar wat was dìt weer? Een blouse van Maison Margiela, zo geeft de laatste winnares van De Slimste Mens meteen - ping - het juiste antwoord. “Ik heb ze met een kleine glimlach van de kapstok gehaald”, aldus het anker daags nadien. “Ik vind het grappig. Het zijn donkere tijden en ik dacht: misschien kan humor ons redden? Een beetje zuurstof. Luchtigheid in het beslag.”

De commentaren? Ach, ze weet dat. Van Eylen draagt al sinds de jaren 90 Belgische mode op het scherm en beseft dat ze vanachter haar presentatiedesk zowel vriend als vijand verrast. Dries Van Noten of Ann Demeulemeester, voor haar is het kunst, maar net zo goed zijn er kijkers die er dure vogelschrikgewaden in ontwaren. 

So what? “Mode van hier is geen allemansvriend, geen people pleaser, daar ben ik mij van bewust. Zelfs een ‘eenvoudig’ shirt met streepjes zal bij een Belgisch ontwerper net dat ietsje anders zijn. De streepjes lopen dan op de mouwtjes schuin, of beginnen onderaan dichter bij mekaar te staan. Dat maakt het boeiend. Daar is over nagedacht en dat vind ik... mooi. Ik kan heel gecharmeerd, bijna ontroerd zijn door zaken waar inspiratie, creativiteit, hard werk is ingestoken. Daar ga ik met heel veel zorg mee om, of dat nu eten, kunst of kleding is. Ik hoop dat de kijker dat merkt. Niemand hoeft het mooi te vinden, maar tegelijk kan niemand me verwijten dat ik geen moeite doe, denk ik. Of dat het mij allemaal eender is.”

Catherine Van Eylen draagt al sinds de jaren 90 Belgische mode op het scherm. Daarbij is de hoofdvraag: 'Voel ik mij er goed in?'Beeld VRT

Catherine Van Eylen is 50. In de volksmond hoor je wel eens dat je vanaf die leeftijd minder zichtbaar wordt, als vrouw. Stap je de tram op, dan leest iedereen rustig verder in zijn krant. “Ach, die mannen mogen van mij rustig verder lezen”, lacht Van Eylen. “Ik heb die blikken, die goedkeuring niet meer nodig, of toch een stuk minder dan toen ik 20 was. Ik ben méér dan mijn uiterlijk. Maar: ik kan een compliment natuurlijk nog wel waarderen en ik luister naar advies. 

Shoppen doe ik bij boetiek Stijl in Brussel, er is een ruilovereenkomst waarbij ik kleding mag uitlenen, daarna breng ik de stukken terug. Uitbaatster Sonja weet intussen wat mij staat, maar ze is ook iemand die mij uitdaagt, die zal zeggen: ‘Catherine, probeer het gewoon eens.’ Ook naar de stylist van de vrt, Mark Wauters, luister ik: tenslotte weet die best wat werkt onder een bepaald licht, of gezeten achter een desk. Maar verder volg ik mijn eigen kompas.”

Van commentaren ligt het sportanker niet wakker: "Ik begrijp dat kleding iets losmaakt, dat mag." Hier een ontwerp van Sofie D'HooreBeeld VRT

De naald volgt daarbij één vraag: ‘Voel ik er mij goed in?’ Van Eylen: “Ik hou van de transformatie van het aankleden en schminken.... Ergens blijf je ook als vrouw van 50 een meisje dat wil spelen en uitproberen. Daarna voel je: ik ben klaar om te presenteren, ik moet me geen zorgen meer maken over mijn ‘look’. Dat is de rust en het zelfvertrouwen dat de Belgische mode mij geeft. Ze is niet goedkoop (de blouse van Margiela kost circa 470 euro, red.), maar gezien het werk dat erin kruipt, vind ik de prijzen aanvaardbaar, er wordt door de ontwerpers geen grof geld aan verdiend. Af en toe laten ze iets weten, ja. Ze appreciëren dat ik hun creativiteit uitdraag.”

Duurzaam, avant la lettre

Meer moet dat voor Van Eylen ook niet zijn. “Ik ben geen echte fashionista, ik ga zelf geen collectie uitbrengen ofzo. Integendeel, ik hou er juist van het werk van ànderen te dragen, hun energie te voelen. Wat ik met mijn eigen geld koop, is allemaal zorgvuldig opgeborgen in stofzakken en dozen, dat vind ik een vorm van respect naar de maker. Ik draag mijn kleding ook werkelijk àf, al sinds de jaren 90, dat was een soort duurzaamheid avant la lettre.” 

Houdt ze ook aan de blouse met paardenstaart een goed gevoel over? Ondanks het gegrinnik op sociale media? “Natuurlijk. Ik begrijp dat die knipoog iets bij anderen losmaakt, dat mag. Maar los van ieders mening: ik vind het een mooi stuk.” Niemands meester, niemands stalknecht.

Af en toe krijgt het anker reacties van de ontwerpers zelf: "Ze appreciëren dat ik de Belgische creativiteit uitdraag." Hier draagt ze een ontwerp van Lutz Huelle.Beeld VRT