Vlaamse regering geeft goedkeuring voor maatregelen tegen lerarentekort en daar is niet iedereen tevreden mee

“Het lerarentekort is wellicht de belangrijkste bedreiging voor onze onderwijskwaliteit. Er is een gebrek aan urgentiebesef. Dit plan zal soelaas bieden, maar de oplossing op lange termijn zullen we niet realiseren”, stelt Boeve over de reeks maatregelen om het lerarentekort tegen te gaan.

Ook oppositiepartij Vooruit sabelt de voorstellen neer. “De ballonnetjes van Weyts zijn geen echte oplossing voor het lerarentekort en al zeker geen degelijke poging om tot een écht loopbaanpact te komen. Dat is wat er echt nodig is”, zegt Hannelore Goeman, Vooruit-fractieleidster in het Vlaams Parlement. 

Groen loopt eveneens niet warm. Volgens Vlaams Parlementslid Johan Danen is Weyts “de belangrijkste werf” vergeten, namelijk “de starters die nu massaal uittreden.” Van die starters haakt één op de drie af in de eerste vijf jaar. “Minister Weyts moet maatregelen nemen om ook deze groep in het onderwijs te houden. Daar valt het meeste maatschappelijke winst te halen”, meent Danen

Eén van de aanpassingen van de regering, is de uitbreiding van de anciënniteitsregeling voor zij-instromers. Sinds 1 september 2020 kan je al tot 8 jaar anciënniteit meenemen als je vanuit de privé naar het onderwijs overstapt om één van de tien knelpuntvakken te geven. Vanaf 1 januari 2022 kan je tot 10 jaar anciënniteit meenemen én de lijst met knelpuntvakken wordt uitgebreid met 10 extra vakken en 2 ambten.

De twee jaar extra zouden volgens Lieven Boeve niet het verschil maken: “We moeten minstens tot twintig jaar gaan. Het zijn vaak veertigers die een carrièrewending overwegen. Dat zijn mensen die al twintig jaar anciënniteit hebben en geen tien jaar. Die maatregel is niet ambitieus genoeg.”

Een andere maatregel slaat op de vaste benoemingen. Zo kon je tot nu toe alleen maar vastbenoemd worden in het basisonderwijs met een diploma van (kleuter)onderwijzer. Basisscholen zullen nu ook masters met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs kunnen aanstellen. Zij worden dan verloond als bachelor. 

Opnieuw vindt Boeve deze maatregel niet doortastend genoeg. “Masters mogen werken in het basisonderwijs, maar de minister wil ze niet betalen als masters. Op die manier gaan we die mensen niet lang houden.”

Tot nu toe kregen leerkrachten ook alleen maar extra loon voor tijdelijke vervangingsopdrachten: ze kregen geen extra loon als ze structureel extra uren opnamen bovenop hun normale lesopdracht. Dat verandert nu. Leerkrachten zullen extra loon krijgen voor extra uren lesgeven. 

Vooruit-fractieleidster Hannelore Goeman: “Beginnende leerkrachten extra uren les laten geven, lijkt op korte termijn een goed idee. Maar we weten dat een groot deel nu al afhaakt door de werkdruk. Hen beter begeleiden en meer werkzekerheid bieden is op langere termijn een veel betere oplossing.”

Scholen zullen ook flexibeler kunnen omgaan met hun middelen. Concreet zullen scholen die moeite hebben om leerkrachten te vinden tot 20 procent van hun budget voor leerkrachten kunnen gebruiken om ondersteunend personeel aan te werven. Zo kan de school bijvoorbeeld een studiemeester in dienst nemen, die geen pedagogisch diploma moet hebben, maar die toch maximale ondersteuning kan bieden aan de leerkrachten.

Boeve zal proberen bij te sturen waar nodig. “Wij proberen altijd om bij te sturen, al waren we al bij het overleg betrokken. We hebben de boodschap dat het plan niet ambitieus genoeg is, toen al overgebracht. Dat zullen we blijven doen”, sluit hij af.