Direct naar artikelinhoud
AnalyseICU's

Waarom de zorgcapaciteit uitbreiden om met Covid-19 te leven niet zo evident is

Waarom de zorgcapaciteit uitbreiden om met Covid-19 te leven niet zo evident is
Beeld Wannes Nimmegeers

Het Verenigd Koninkrijk legt zijn bevolking geen ingrijpende maatregelen meer op, maar zet in op een uitbreiding van de ziekenhuiscapaciteit om de pandemie in te dijken. De strategie doet landen die met een zware vierde golf kampen, dromen: kunnen investeringen in de zorg ons met het virus leren leven?

“Het is duidelijk dat we op een gegeven moment met corona moeten omgaan zoals met griep.” Op een digitaal congres vertelde Chris Whitty, de hoogste geneeskundige adviseur van de Britse regering, dat hij in de toekomst geen lockdowns meer verwachtte. Terwijl andere Europese landen met nieuwe coronagolven kampen, blijven de cijfers in het Verenigd Koninkrijk stabiel en klinken er geen wanhoopskreten meer uit de zorgsector. Premier Boris Johnson versoepelde vroeg en koos er zo voor om de najaarsgolf te spreiden. Daarnaast zette het land sterk in op een uitbreiding van de ziekenhuiscapaciteit: op de afdeling intensieve zorg zijn er nu anderhalf keer zoveel bedden als bij het begin van de crisis.

Tegenstanders van lockdowns en andere beperkende maatregelen wijzen vandaag graag naar het VK als gidsland, al blijft de vraag of de strategie in België wel zo makkelijk implementeerbaar is. In de eerste plaats omdat ons land sowieso al bijzonder veel ziekenhuisbedden heeft op intensieve zorg in vergelijking met andere landen. De marge om op te schalen binnen de bestaande ziekenhuizen is dus kleiner, al zegt Carine Vande Voorde, expert economische analyse bij het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, dat extra medische apparatuur op relatief korte termijn aangekocht kan worden. De nieuwe bedden zouden dan eventueel in noodziekenhuizen ondergebracht worden, zoals in het Verenigd Koninkrijk deels het geval was.

Volgens Vande Voorde is het Britse plan vooral moeilijk uitvoerbaar omdat er meer medisch personeel nodig zou zijn om rond de bedden te staan. België kampt  al jaren met een erg krappe bezetting in de ziekenhuizen. In 2019 behandelde een verpleegkundige op een algemene ziekenhuisafdeling gemiddeld 9,4 patiënten, een van de hoogste aantallen in Europa. Daarnaast zijn er relatief weinig dokters actief in ons land. Het aantal praktiserende artsen in ons land bedraagt 3,1 per 1.000 inwoners, terwijl het gemiddelde van de OESO-landen op 3,5 artsen per 1.000 inwoners ligt. Nu steeds meer medewerkers in ziekenhuizen uitvallen door coronabesmettingen of door de hoge werkdruk, wordt het probleem nog nijpender.

Omscholen

Een capaciteitsuitbreiding in de ziekenhuizen kan er dus enkel komen als ons land personeelsleden omschoolt of nieuwe medewerkers aantrekt. Vande Voorde merkt dat die eerste strategie al uitgevoerd werd. “Sinds het begin van de crisis draaien veel verpleegkundigen van verschillende afdelingen mee op de dienst intensieve zorg.” Ze gelooft wel dat het nuttig kan zijn om het bestaande takenpakket van medisch personeel beter af te lijnen. Als verpleegkundigen bepaalde taken uit handen geven en overlaten aan zorgkundigen, kunnen ze zo nog sneller invallen wanneer er cruciale tekorten zijn.

De tweede optie, waarbij ziekenhuizen extra medewerkers zoeken, is op korte termijn minder snel realiseerbaar. De Britse National Health Service riep bijvoorbeeld gepensioneerde verpleegkundigen weer op, maar ook deze bron raakt snel uitgeput. Coronacommissaris Pedro Facon ergert zich daarom aan het simplisme van de stelling dat de pandemie beter beheersbaar zou worden als de ziekenhuiscapaciteit groeit. “Critici zeggen dat we mensen moeten omscholen, maar in de hele zorgketen hebben we momenteel tekorten aan verpleegkundigen. Dat is geen nieuw probleem en het is ook niet snel oplosbaar.”

Op middellange termijn kunnen de extra personeelsleden instromen vanuit de verschillende academische en professionele opleidingen. Vlaams zorgambassadeur Lon Holtzer laat weten dat 15.297 mensen er dit jaar voor kozen om verpleegkunde te studeren. Een toename van 2,4 procent tegenover vorig jaar, al gelooft Holtzer niet dat de lichte stijging volstaat om de bestaande personeelstekorten op te vangen of om een capaciteitsuitbreiding te ondersteunen. “Ik denk dat we moeten nagaan hoe we de werking kunnen rationaliseren. Niet om te besparen, maar om de zorgkwaliteit voor alle patiënten te behouden. Zo kunnen ziekenhuizen beter samenwerken met de eerstelijnszorg om na te gaan wie welke patiënt best behandelt.”

Het plan om de ziekenhuiscapaciteit uit te breiden is praktisch niet makkelijk om uit te voeren, maar Vande Voorde vindt het wel belangrijk om erover na te denken. Niet alleen omdat de druk van coronapatiënten op de ziekenhuizen zwaar blijft, maar ook omdat de niet-dringende zorg door de crisis nog te vaak uitgesteld wordt. “Een buffercapaciteit kan nuttig zijn, maar de vraag is of elk ziekenhuis daarover moet beschikken. We zouden de extra plaatsen bijvoorbeeld ook enkel binnen referentieziekenhuizen kunnen organiseren, waarbij zij zich in de behandeling van besmette patiënten specialiseren.” 

Facon waarschuwt dat een uitbreiding van de dienst intensieve zorg mogelijk niet volstaat om toekomstige gezondheidscrisissen in te dammen. “De volgende noodsituatie kan er volledig anders uitzien dan de huidige. Het knelpunt kan dan van de dienst intensieve zorg naar pakweg de isolatieafdeling verschuiven. Een echte paraatheid moet die complexiteit erkennen.”