De Vries werd op 6 juli neergeschoten in Amsterdam en bezweek negen dagen later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. Volgens het Openbaar Ministerie heeft het er “alle schijn” van dat de moord verband houdt met de bezigheden van De Vries. Hij stond sinds de zomer van 2020 Nabil B. bij, de kroongetuige in het liquidatieproces tegen Ridouan Taghi. In 2018 en 2019 werden respectievelijk de broer en de advocaat van de kroongetuige vermoord.

De hoofdverdachte is Delano G. Hij liet maandag verstek gaan en wordt ervan verdacht dat hij De Vries neerschoot. Zijn advocaten hebben niet gevraagd om hem vrij te laten.

De Pool Kamil E. is medeverdachte in de zaak, maar ontkent zijn betrokkenheid in alle toonaarden. Hij heeft iemand over en weer naar Amsterdam gereden op de dag dat De Vries werd neergeschoten, vertelde hij eerder al, maar hij had geen weet van een moord. Ook dat hij een week daarvoor tijdens een mogelijke voorverkenning in Amsterdam is gezien, ontkent hij. “Ik ben niet de persoon op die camerabeelden, ik was bij mijn moeder”, zei hij maandag nogmaals.

In de rechtbank Amsterdam sprak het OM maandag het vermoeden uit dat E. ook op 23 juni al in Amsterdam was voor een voorverkenning. Die dag was hij wel in de hoofdstad, zegt hij. “Maar ik heb niets met de zaak te maken.” Het OM ziet dat totaal anders en is het niet eens met de advocaten dat er onvoldoende redenen zijn om E. nog vast te houden.

De rechtbank beslist later maandagmiddag over mogelijke verlenging van de voorlopige hechtenis.