Direct naar artikelinhoud
InterviewKoen Vanden Driessche

‘Het liefst zou je alle volwassenen gevaccineerd zien met een vaccin dat een optimale bescherming biedt, zodat je kinderen géén prik moet geven’

‘Het liefst zou je alle volwassenen gevaccineerd zien met een vaccin dat een optimale bescherming biedt, zodat je kinderen géén prik moet geven’
Beeld Joris Casaer

Om de onverwacht hevige nieuwe golf te bedwingen vóór de ziekenhuizen het helemaal begeven, moet iedereen zijn duit in het zakje doen. Daarom werd de voorbije weken steeds nadrukkelijker naar kinderen gekeken, ook al worden die niet of nauwelijks ziek door het virus. Het mondmasker wordt op steeds jongere leeftijd verplicht, en straks kunnen ook 5- tot 11-jarigen een prik krijgen. 

Niet iedereen is er even enthousiast over dat ook de jongsten aan het corona­front worden ingezet, en her en der wordt zelfs door experts getwijfeld aan het nut van de maatregelen voor kinderen. Kan de jongste generatie ons mee uit het zompige rijk der corona-ellende loodsen, of ­laten we kinderen zinloos opdraaien voor de koppigheid van sommige volwassenen?

Wie er met zijn netjes ­achter een mondmasker verborgen neus al een tijd dicht op zit, is Koen ­Vanden ­Driessche. Hij is als kinderarts en infectioloog verbonden aan het UZ Antwerpen, maar vooral ook lid van de Hoge Gezondheidsraad, de Risk Assessment Group en de Belgian Paediatric ­COVID-19 Task Force, gemeenzamer bekend als de pediatrische taskforce. Dokter Vanden Driessche doet al tien jaar internationaal onderzoek naar de overdracht van ziektekiemen via aerosolen. Hij wist dus lang vóór de rest van de wereld dat mondmaskers een belangrijke rol kunnen spelen bij het beheersen van de pandemie. Maar hij is vooral ook bezorgd om de jongste generatie.

De mondmaskerplicht op school is een maatregel met even felle voor- als tegenstanders. Wat vindt u?

Koen Vanden Driessche: “Wij kinderartsen vinden dat je kinderen zoveel mogelijk met rust moet laten. Maar nog belangrijker is proberen de scholen open te houden. Met de besmettingscijfers van de voorbije weken zal dat niet lukken zonder maatregelen. Niemand houdt van die mondmaskers, maar ze werken wel.”

Wat weten we met zekerheid over het effect van mondmaskers op school?

“Er bestaan geen studies over het specifieke effect bij kinderen, maar op zich werken die maskers bij hen net als bij volwassenen. Als je hoest, houden ze nagenoeg alle grote druppels tegen, en 90 procent van de aerosolen, de microdruppels die viruspartikels kunnen bevatten. Het probleem is dat het masker alleen maar werkt als je het ophebt. En dat lukt niet de hele dag op school. Kinderen moeten namelijk ook eten, en na de school gaat het ook af. Het masker lost dus niet alles op.

“Wij hebben vijf jaar geleden het effect van maskers onderzocht bij mucoviscidosepatiënten. We lieten ze in een grote tank hoesten met en zonder masker. Nadien zogen we de lucht uit die tanks en keken we hoeveel ziektekiemen erin rondvlogen. Met masker bleken er dat 90 procent minder. Dat was uiter­aard wel in laboratorium­omstandigheden.

“Recent verscheen er in het British Medical Journal een overzicht van over de hele wereld verschenen studies over het onderwerp, en daaruit bleek dat mondmaskers 53 ­procent van de besmettingen met ­covid kunnen voorkomen. En ook dat het dragen van maskers de beste maatregel is die je kunt nemen, na het vaccineren van de bevolking. Ze maken in de praktijk dus wel degelijk een groot verschil.

“Tijdens de tweede golf zagen we veel besmettingen in middelbare scholen en stonden we voor hetzelfde dilemma: gaan we voor die leerlingen het mondmasker verplichten of niet? In België hebben we voor zeer ­strenge maatregelen in de scholen gekozen, wat toen ook veel protest uitlokte, maar ze ­hebben wél gewerkt ­– dat wordt te snel vergeten. Bij ons ­konden de scholen grotendeels openblijven, terwijl ze in onze buurlanden allemaal dichtgingen. In Amerika zijn ze zelfs zeer lang gesloten gebleven.”

“Hoe ­ouder je bent, hoe besmettelijker. We hebben dat heel goed gezien tijdens de tweede golf: in de lagere scholen waren er toen minder problemen, en de besmettingen namen met de leeftijd toe. Er waren er meer in de middelbare scholen, en nog meer bij volwassenen. Je krijgt dus het grootste effect als je in het lager onderwijs de ­oudere kinderen een masker opzet. In het middelbaar gaat dat niet meer op, omdat daar veel kinderen ondertussen gevaccineerd zijn. We willen jonge kinderen ook zoveel mogelijk potentiële nadelen besparen.”

Lees ook:

Erika Vlieghe: ‘Als er snel wéér een vervroegd Overlegcomité komt, weet ik niet of wij nog een advies zullen schrijven

‘Zo veel mutaties in één keer. Ik ben verbijsterd’: 7 verhalen die u na dit weekend kan lezen

Het basisonderwijs speelde de voorbije weken wél een belangrijke rol in de verspreiding van het virus. In lagere scholen zijn er nu dubbel zoveel besmettingen als elders.

“Klopt. We zitten nu in een andere ­situatie dan tijdens de vorige golven. Toen zagen we minder problemen bij kinderen omdat ze minder besmettelijk waren, maar de deltavariant heeft dat veranderd: kinderen zijn nu bijna even besmettelijk als volwassenen destijds met het eerste virus uit Wuhan, ook omdat de meeste volwassenen intussen gevaccineerd zijn. De kaarten ­liggen nu dus heel anders: als we dat niet onder ogen zien, stevenen we weer op een sluiting van de scholen af.”

De GEMS gaf in het rapport toe dat we nog maar weinig weten over de langetermijneffecten van een mondmaskerplicht voor kinderen.

“De vrees is vooral dat het een ­negatieve invloed heeft op de taalontwikkeling. In Vlaanderen wordt de studie van professor Kristof De Witte van de KU Leuven vaak aangehaald. Daaruit bleek dat de leerachterstand na de eerste golf in het laatste jaar van het lager onderwijs tegen het einde van het jaar was weggewerkt, behalve dan voor de taalvakken. De conclusie was dat mondmaskers een negatieve invloed hadden op het aanleren van een taal. Dat vind ik te kort door de bocht, al mogen we zeker niet ontkennen dat maskers de communicatie ­bemoeilijken.”

Lees ook:
Beeld Photo News

Ook kinder- en jeugd­psychiater Peter Adriaenssens vond die ongerustheid overdreven.

“Ik ben blij dat hij zich in de discussie heeft gemengd. Het is inderdaad lastiger communiceren met een masker, maar zolang het een tijdelijke maatregel is, verwachten we geen blijvende gevolgen. Je kunt ook een aantal dingen doen om communicatieproblemen te vermijden: de leraar kan een masker dragen dat de stem weinig dempt. Een chirurgisch masker is dan beter dan een stoffen ­exemplaar. Kinderen met gehoor- en leerproblemen kun je vooraan in de klas zetten. Een microfoon is ook een optie, als de leerkracht dat ziet zitten.

“Ook belangrijk: al die maatregelen zijn nodig om de huidige golf te bedwingen en te voorkomen dat de scholen moeten sluiten, maar het kan niet de bedoeling zijn om ze langer aan te houden dan nodig. In Brussel moeten kinderen al meer dan een jaar een masker dragen, en dat vind ik wel een probleem. Daar zijn ook geen maskerpauzes toegestaan.”

Maskerpauzes?

“De Risk Assessment Group heeft die vorig jaar goedgekeurd. Het komt erop neer dat het masker afgezet kan worden wanneer het in de klas veilig is. Dat wil zeggen: wanneer je in een goed geventileerd klaslokaal afstand kunt houden, of de leerlingen niet praten maar naar de leerkracht luisteren of een toets maken. In Brussel kan dat niet, omdat de kinderen daar onvoldoende gevaccineerd zijn.

“De Hoge Gezondheidsraad heeft gewaarschuwd dat er op het vlak van maatregelen en vrijheden niet gediscrimineerd mag worden tussen wel en niet gevaccineerde kinderen, maar dat is nu wel het geval. In Brussel is men vanwege de lagere vaccinatie­graad strenger voor kinderen dan in Vlaanderen. Kinderen die gevaccineerd zijn hoeven na een hoogrisicocontact ook niet in quarantaine, niet-­gevaccineerde kinderen wel.”

Waarom is ventilatie zo belangrijk?

“We weten dat het virus zich vooral verspreidt via aerosolen. Die worden met name geproduceerd bij het praten, wat in een klas uiteraard veel wordt gedaan. Met goeie ventilatie kun je besmettingen voorkomen, maar vooral ook superverspreiding. We hebben tijdens de tweede golf gezien dat één leerkracht een hele klas kon besmetten. In een slecht geventileerde ruimte zoals een klaslokaal kunnen die aerosolen zich opstapelen en wordt nagenoeg iedereen die de lucht dan inademt besmet. Volgens de studie in het British Medical Journal waar ik het net over had, werkt ventilatie net iets minder goed dan maskers, maar het is ook een zeer effectieve maatregel.”

En of een lokaal goed geventileerd is, kun je vast­stellen met een CO2-meter?

“Klopt. Met het departement Onderwijs hebben we na de eerste golf een werkgroep opgericht om te adviseren wat nu goeie ventilatie is. Als je een meter hebt, mag de CO2-concentratie in de lucht niet hoger zijn dan 900 ppm (deeltjes per miljoen, red.). Als de klas of refter over een ventilatiesysteem beschikt, moet er elk uur 40 kubieke meter per persoon lucht geventileerd worden, met een minimumdebiet van ongeveer 1.000 kubieke meter per uur. Heb je geen CO2-meters en ken je het debiet van je ventilatiesysteem niet, dan volstaat het om ramen of deuren tegenover elkaar in kiepstand te zetten. Door de wind die dan door de klas waait, blijft het CO2-­gehalte in de klas ook laag. De klas aan de andere kant van de gang moet dan natuurlijk hetzelfde doen, zodat de lucht van de ene gevel naar de andere kan stromen. En de gevels mogen niet meer dan tien meter uit elkaar liggen, anders neemt de effectiviteit af. Maar het is dus niet zo moeilijk om de luchtkwaliteit in een klaslokaal te regelen.”

Lees ook:
Beeld Joris Casaer

Kunnen luchtfilters nuttig zijn?

“Die zijn duur, niet allemaal even betrouwbaar, en het is moeilijk om er dezelfde debieten mee te halen als met ventilatie. Voor niet te ventileren ruimtes kan het wel een oplossing zijn.”

BLIND VAREN

Minister van Onder­wijs Ben Weyts en minister van Jeugd Benjamin Dalle noemden de mondmasker­plicht vanaf tien jaar ‘dis­proportioneel’, en ook bij de pediatrische taskforce was niet iedereen voorstander. Voorzitter Tyl Jonckheer zag er het nut niet van in.

“Er is inderdaad flink over gediscussieerd. We willen vooral de kinderen sparen, maar net als een aantal andere collega’s vond ik een maskerplicht beter dan het risico de scholen te moeten sluiten.”

Het test-, trace- en quarantainebeleid zorgt in de scholen voor grote chaos. Moet het systeem op de schop, en vooral: zijn er andere en betere opties?

“Een heel moeilijke vraag. Het liefst zouden we de kinderen dat allemaal niet moeten aandoen en hen gewoon natuurlijke immuniteit laten opbouwen, maar de realiteit is dat dat niet kan omdat de afdelingen intensieve zorgen telkens weer vollopen met volwassenen. Tussen de golven door werkt het systeem met testen en quarantaine wél, maar bij pieken zoals we nu beleven, met dubbel zoveel besmettingen in de lagere scholen, is het onbegonnen werk.

“Idealiter zouden we voor volwassenen zoveel maatregelen nemen dat kinderen volledig gespaard blijven. Maar dat blijkt niet te lukken.”

Volgens de CLB’s lopen ze voortdurend achter de feiten aan omdat de meeste besmette kinderen geen symptomen krijgen, en er daarom clusterbesmettingen blijven opduiken.

“Klassen gaan nu pas dicht als er binnen een week vier besmettingen zijn. De criteria om te testen zijn dan ook nog eens versoepeld, dus voor een stuk vaar je blind. Dat klopt.”

Volgens microbioloog Herman Goossens hadden we de huidige toestand kunnen voorkomen als kinderen in lagere scholen wekelijks preventief op corona waren gescreend met een speekseltest.

“Het is in ieder geval frustrerend dat die speekseltesten niet van de grond zijn geraakt, want verschillende studies wijzen op het potentieel ervan. Wel lastig is dat men nog steeds een PCR-­test moet doen op het speeksel, waardoor het moeilijk kan zijn om snel een resultaat te krijgen.”

Hier en daar werd gesuggereerd de herfst­vakantie met een week te verlengen. Was dat een nuttige ingreep geweest?

“Dat had zeker een verschil gemaakt, maar we willen net dat de scholen maximaal openblijven. Als daarvoor extra maatregelen nodig zijn, nemen we dat nadeel erbij. Tijdens de eerste golf, toen de scholen dicht moesten, hebben de kinderen te hard afgezien. We zagen toen bijvoorbeeld een verdubbeling van het aantal dossiers rond kindermisbruik. Toen de scholen in september vorig jaar weer opengingen, ­normaliseerden die cijfers weer. Tijdens de eerste golf circuleerde ook drie keer meer ­kinderporno op het internet. De kinderen die dat risico lopen, móét je beschermen. Een andere reden om de scholen open te houden is het risico op leerachterstand, wat kinderen uit minder gegoede milieus het hardst treft. Die hebben het zo al lastig genoeg. Daarnaast heeft het wegvallen van sociale contacten ook een grote invloed op kinderen. Het opbouwen van relaties in levenden lijve is voor pubers heel belangrijk. Redenen genoeg dus om prioritair in te zetten op het openhouden van de scholen.”

Er werd ook al geop­perd om schoolvakanties in de toekomst anders te organiseren. De zomer­vakantie zou ingekort kunnen worden, om dan de herfst- en eventueel de kerstvakantie te kunnen verlengen.

“In de herfst en de winter circuleren er meer virussen, dus zo’n herschikking zou zeker een effect hebben. Nog een goeie reden voor een ­kortere zomer­vakantie is dat de kinderen nu tegen september veel leerstof vergeten zijn.”

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke hoopt in januari met het vaccineren van de 5- tot 11-jarigen te kunnen beginnen. Het licht daarvoor staat op groen nu het Europees Genees­middelenagentschap het vaccin voor die leeftijdsgroep heeft goedgekeurd.

“De pediatrische taskforce wacht het advies van de Hoge Gezondheidsraad af. Voor de 12- tot 15-jarigen is destijds beslist om het vaccin aan te bevelen noch af te raden, maar om het gewoon aan te bieden: dat is voor de jongere kinderen ook een mogelijkheid. Al wordt dat advies ook niet altijd gevolgd, want in de praktijk wordt het vaccin toch echt aanbevolen.

“Hoe jonger je bent, hoe minder voordelen je zelf van een prik hebt. We zien ­bijna geen kinderen, en zeker geen kinderen van lagereschoolleeftijd, die ernstig ziek worden van het virus. We weten ook minder over de werking van het vaccin bij die jonge leeftijdsgroep dan toen we het advies moesten formuleren voor de 12- tot 15-jarigen: toen hadden in de VS veel kinderen uit die leeftijdsgroep het vaccin al gekregen.”

Volgens een Amerikaanse studie geeft het Pfizervaccin bij 5-tot 11-jarigen een zeer hoge bescherming en zijn er geen ernstige bijwerkingen, maar de onderzochte groep was klein. De Nederlandse Vereniging voor Kinder­geneeskunde is daarom voorlopig tegen het inenten van gezonde kinderen onder de 12. Bij oudere kinderen was de risico-afweging volgens de NVK veel duidelijker.

“We zien nu dat de vaccins niet het verhoopte effect hebben. Ze werken wel goed, maar niet goed genoeg: de helft van de IC-bedden wordt nog steeds door gevaccineerden ingenomen. Het liefst zou je alle volwassenen gevaccineerd zien met een vaccin dat een optimale bescherming biedt, zodat je kinderen géén prik moet geven.”

Volgens Marc Raes, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Kinder­geneeskunde en medelid van de taskforce pediatrie, mag de vaccinatie van jonge kinderen niet dienen om de gaten in te vullen die de volwassenen laten.

“Dat klopt. We komen dan weer uit bij de vaccinatieplicht voor volwassenen. Stel dat je met modellen zou kunnen aantonen dat de IC-afdelingen niet meer overbelast raken als alle volwassenen zouden worden ingeënt: dan valt er voor zo’n verplichting toch iets te zeggen. Je beschermt er ook de volgende generatie mee. Op veel andere vlakken lukt dat niet: onze kinderen zullen geen schone lucht meer kunnen inademen, voor de klimaatopwarming ziet het er niet goed uit… Je laten vaccineren, ook al is het tegen je zin, is een kans om de wereld toch iets mooier achter te laten.”

U bent dus niet tegen een vaccinatieplicht?

“Het is iets wat we ernstig moeten overwegen. We moeten dan misschien wel een onderscheid maken tussen volwassenen en jongvolwassenen. Hoe jonger men is, hoe frequenter bijwerkingen lijken te zijn. Terwijl die leeftijdsgroep net minder baat heeft bij het vaccin. Er is bijvoorbeeld het risico op een hartontsteking. Die treft vooral jongens: bij adolescenten komt ze bij ongeveer 1 op 10.000 gevaccineerden voor, maar we zien ze ook bij 1 op 30.000 jongvolwassen mannen. Als we het vaccin zouden verplichten, zouden we jongvolwassenen daarom toch beter nog zelf laten kiezen, ook al wegen de netto gezondheidsvoordelen voor hen nog steeds op tegen de nadelen.”

Hoe ernstig is zo’n hartontsteking?

“Als ze snel wordt opgespoord en je neemt de nodige rust, gaat ze wel weer over. Voorlopig lijken er geen gevolgen te zijn op lange termijn, maar dat weten we nog niet voor 100 procent zeker.”

Het Pfizervaccin voor kinderen bevat maar een derde van de dosis van dat voor volwassenen, en ook de samenstelling is iets anders.

“Het actieve element, het zogenaamde mRNA, is hetzelfde, maar er zit een ander oplosmiddel in, waardoor het niet in die extreme diepvriezers moet worden bewaard. Omdat de dosis kleiner is, hopen we ook dat er minder bijwerkingen zijn, maar dat weten we nu nog niet.”

Bij volwassenen werd in een bepaalde volgorde gevaccineerd: risicopatiënten en de alleroudsten kwamen eerst aan bod. Is er ook voor de vaccinatie bij kinderen zo’n plan?

“Er is zo’n plan, maar daarover mag ik niet in detail treden voor het is goedgekeurd door de Hoge Gezondheidsraad. Laat ik zeggen dat als je het vaccin bij kinderen mag gebruiken, je dat best doet bij kinderen die er het meest baat bij hebben, en dat zijn kinderen met risicofactoren.”

In Cuba worden met het daar ontwikkelde vaccin Soberana 02 al kinderen vanaf twee jaar gevaccineerd. Heeft een prik op zo’n jonge leeftijd nut?

“Voor die kinderen zelf alvast niet. Tweejarigen worden nauwelijks ziek van het virus, en we zien niet veel besmettingen in die leeftijdsgroep, ook omdat ze minder contacten hebben. Als we al twijfelen over kinderen van lagereschoolleeftijd, dan zijn de argumenten om tweejarigen te vaccineren nog zwakker.”

Hoeveel kinderen worden echt heel ziek van het virus?

“Officieel zijn er in ons land tot nu toe drie overlijdens van kinderen. Wat er natuurlijk drie te veel zijn. We zien maar weinig kinderen die op ­intensieve zorgen belanden met covid. Als dat wel gebeurt, is dat doorgaans met MIS-C (Multi­system Inflammatory Syndrome – Children, red.), een ontstekingsreactie waarbij het immuunsysteem in overdrive gaat.”

BLIND VAREN
Beeld Joris Casaer

Volgens Nederlandse cijfers zou MIS-C bij naar schatting 1 op de 5.000 geïnfecteerde kinderen voorkomen. In de helft van de gevallen leidde dat tot een opname op intensieve zorgen. Het goeie nieuws is dat alle kinderen volledig herstelden.

“Bij ons hebben we daarover geen concrete cijfers. Op dit moment zien we relatief weinig MIS-C in België, maar het syndroom treedt pas een paar weken na een covidinfectie op – dat kan trouwens ook bij een milde infectie – en het virus slaat in de lagere scholen nu toch wel flink toe. Het aantal gevallen van MIS-C zou dus weleens kunnen toenemen.”

Voor alle duidelijkheid: MIS-C is geen lachertje.

“Die kinderen kunnen doodziek op intensieve zorgen terechtkomen, maar als het tijdig herkend en behandeld wordt, kunnen ze er perfect van genezen.”

Komt long covid, waarbij mensen soms maanden­lang klachten onder­vinden na een besmetting, ook bij kinderen voor?

“Omdat daar in Amerika nogal wat om te doen was, hebben we in België onder kinderinfectiologen eens geïnformeerd of we het ook hier zagen. De conclusie was dat iedereen gemiddeld één patiëntje had gezien. Ik zie veel meer kinderen die invaliderende vermoeidheidsklachten hebben na lyme of na klierkoorts. In het Journal of the American Medical Association verscheen recent nog een studie waaruit bleek dat er wel veel kinderen zijn met langdurige vermoeidheidsklachten, maar dat die zelden te linken zijn aan een besmetting met covid.”

Virussen in de war

Het seizoen van de verkoudheden komt er weer aan. Qua symptomen is er geen verschil met covid-19. Moeten ouders kinderen telkens laten testen wanneer ze hoesten of snotteren, of heeft dat weinig zijn? Kinderen zijn in de winter zowat voortdurend verkouden.

“Ik denk dat je best de richtlijnen van Sciensano volgt, waarin wordt opgesomd bij welke symptomen je je moet laten testen. Om het je makkelijk te maken en de huisartsen te ontlasten, is er nu ook de website info-coronavirus.be, waar je zelf kunt nagaan of je getest moet worden en ­meteen ook je test kunt regelen. Je vraagt ook best om een test die niet pijnlijk is. Die dunne wissers die diep in de neus gaan, vinden veel kinderen verschrikkelijk. Er is een alternatief dat goedgekeurd is door Sciensano: de keel-neuswisser, die minder diep gaat en minder pijn doet.”

Nederland kende in augustus een zware uitbraak van RSV, een verkoudheidsvirus dat – vooral bij jonge kinderen – een ernstige longontsteking kan veroorzaken. Die uitbraak was opmerkelijk omdat RSV normaal alleen in de winter opduikt. Hebben we dat fenomeen ook bij ons gezien?

“Men heeft het eigenlijk het eerst opgemerkt in ­Australië. Normaal heb je ieder jaar een piek met RSV-besmettingen, maar door de ­coronamaatregelen bleef die gewone piek uit. Daardoor nam de immuniteit tegen RSV af. In de zomer, dus onze winter van vorig jaar, hadden ze daardoor plots een hogere RSV-piek dan ­andere jaren. Bij ons zagen we net hetzelfde: in de winter was er geen RSV, maar het virus stak in de lente en de zomer de kop op. Bij ons bleef de curve wel iets vlakker dan in Nederland, omdat wij op dat moment in de derde coronagolf zaten en er dus nog meer maatregelen golden.”

Volgens sommige experts zouden wel meer virussen zich raar kunnen gaan gedragen na bijna twee jaar pandemie.

“Ze heeft dit jaar nog niet ­toegeslagen, maar van de griep zou je dat ook kunnen verwachten. Die coronamaatregelen hebben een invloed op álle infectieziekten: longontstekingen hebben we bijvoorbeeld ook veel minder gezien. Wat dat zal geven wanneer we alle maatregelen weer lossen, zal nog moeten blijken.”

Vorig jaar was er door corona géén griep. Krijgen we deze winter hetzelfde scenario?

“Het kan nog alle kanten op. De griep kan flink pieken, net omdat ze vorig jaar niet is rondgegaan en de immuniteit daardoor sterk is verminderd. Maar voor hetzelfde geld houden de verstrengde coronamaatregelen die piek opnieuw tegen. Risicopatiënten laten zich toch best vaccineren: we wéten namelijk niet wat er gaat gebeuren.”

Tot slot: hoe is de sfeer onder het personeel bij jullie nu de zoveelste zware golf de ziekenhuizen overspoelt?

“De schrik zit erin dat het systeem het niet meer zal aankunnen. Gelukkig konden tot nu toe de meeste operaties nog doorgaan. Er valt veel personeel uit door covid-isolaties en quarantaines, maar ook door burn-outs. We hadden gedacht dat het niet opnieuw zou gebeuren en nu zitten we toch weer in dezelfde situatie. Iedereen maakt er dan maar het beste van. Wat kunnen we anders?”

© Humo