Interview Jacob De Boer

Milieuchemicus waarschuwt: ‘Eet geen vis uit de Westerschelde’

‘We raden sportvissers stellig aan hun vangst ­terug te gooien. Eet ze vooral niet op.’ ©   Peter Hilz

Vissen uit de Westerschelde zouden maar liefst achthonderd keer de norm voor PFAS overschrijden, zo heeft de Nederlandse milieuchemicus Jacob de Boer vastgesteld. ‘We raden sportvissers stellig aan hun vangst ­terug te gooien.’

Stijn Cools

Op vraag van de actiegroep Grondrecht – die klaarheid eist over de PFAS-vervuiling in het Antwerpse – heeft de Nederlandse milieuchemicus Jacob de Boer (Vrije Universiteit Amsterdam) stalen genomen in en rond de Westerschelde, op zoek naar deze nauwelijks afbreekbare chemische verbinding. In zijn vorige week afgeleverde verslag, waar Het Laatste Nieuws al over schreef, stelt hij vast dat de door zijn labo geanalyseerde vissen meer dan achthonderd keer de norm voor PFAS overschrijden.

Waarom bent u in en rond de ­Westerschelde op zoek gegaan?

‘We weten al veel langer dat de Westerschelde vervuild is, maar we wilden een laatste stand van zaken. De focus lag op het oostelijke deel van de Westerschelde, tussen Terneuzen en Antwerpen. Sinds begin jaren tweeduizend zou 3M daar geen lozingen meer mogen doen van PFOS, een van de PFAS. Maar het sediment, het bodemmateriaal van de rivier, zit er vol mee, zo blijkt. Vissen krijgen dat binnen en slaan het op in hun vet. Daardoor ligt hun gehalte PFAS honderden en honderden keren boven de norm die het RIVM (het Nederlandse Rijksin­stituut voor Volksgezondheid en Milieu, red.) voorschrijft. Dat is ongezien in mijn carrière.’

Milieuchemicus Jacob De Boer. ©  Martin Bertrand

Hoe bent u tot die conclusie ge­komen?

‘We hebben van sportvissers vijftien botten (een soort platvis, red.) gekregen die we konden analyseren. Ook van het water hebben we stalen genomen. We raden sportvissers stellig aan hun vangst ­terug te gooien. Eet ze vooral niet op. Ook zwemmen in die vervuiling, die meer omvat dan alleen PFAS, is geen goed idee. Bovendien is het aangewezen om eerst een aantal proefboringen naar PFAS te doen op de bodem van de rivier, voor er een tunnel wordt aangelegd, zoals voorzien in de Oosterweelverbinding. De toplaag, de eerste halve meter, zou vervuild kunnen zijn en we weten niet hoe het daaronder gesteld is.’

U hebt ook het kraanwater in ­Antwerpen geanalyseerd.

‘Wij hebben dat maar op één punt gedaan en dat blijft gelukkig onder de norm. We zien ook in Nederland dat er behoorlijk veel moeilijk te verwijderen PFAS aanwezig is in het drinkwater. Dit is een wereldwijd probleem. Daarom pleit ik voor een totaalverbod op dit soort chemicaliën. Test ze eerst en breng ze dan pas op de markt. En niet omgekeerd, zoals nu gebeurt. We zadelen er de ­volgende generatie mee op. Met DDT (insectendodend middel, red.) ­hebben we hetzelfde gezien.’

Eet u zelf nog vis?

‘Ja, ik woon niet ver van de Noordzee. Die is minder vervuild.’