Direct naar artikelinhoud
NieuwsPolitiek

‘Naïef en onverantwoordelijk’: Syriëganger die volgens minister Van Quickenborne vastzat, loopt toch vrij rond

Een vrouw met kind in Al Hol, SyriëBeeld AFP

In de Kamer heeft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) gezegd dat de zes vrouwen die België deze zomer terughaalde uit kampen in Syrië, nog altijd ‘achter slot en grendel’ zitten. Nochtans is een van hen al sinds oktober vrij. ‘Onverantwoordelijk’, zegt N-VA.

“Ik kan u garanderen dat die zes dames achter slot en grendel zitten”, antwoordde minister van Justitie Vincent Van Quickenborne vorige week in de plenaire vergadering op vragen van N-VA-Kamerlid Koen Metsu. Half juli haalde België zes vrouwen en hun tien kinderen terug uit de Koerdische kampen in Noordoost-Syrië. In tegenstelling tot wat de minister zei, is een van hen, de 34-jarige S.A., al sinds oktober vrij.

S.A. vertrok naar Syrië in 2015, een jaar nadat Islamitische Staat het kalifaat had uitgeroepen. Ze huwde er een Fransman die uit Brussel kwam. Karam El Harchaoui zit vast in Irak, waar hij ter dood veroordeeld is. Al in december 2017 kwamen ze beiden in handen van de Koerdische strijdkrachten. Vier jaar lang zat S.A. in een van de kampen, tot ze in juli kon terugkeren met haar zoontje. 

‘Vergissing’

Ze ging meteen naar de gevangenis, omdat ze in België bij verstek veroordeeld was tot 5 jaar cel. Meteen na haar terugkeer tekende S.A. verzet aan tegen die veroordeling en half oktober verminderde de rechtbank haar straf tot drie jaar met uitstel, waarna ze vrijkwam. 

Tijdens de plenaire vergadering bleek minister Van Quickenborne verkeerd geïnformeerd door het federaal parket, zo vernam De Morgen. “Onze documenten waren niet up-to-date, dus dat was een vergissing”, zegt de parketwoordvoerder. De minister wil verder niet reageren. 

Maar ook als Van Quickenborne niet bewust het parlement heeft voorgelogen, neemt de oppositie hem dit voorval kwalijk. “Niet enkel geeft de minister blijk van het feit dat hij niet op de hoogte is van een van zijn belangrijkste dossiers, gezien ik hem hier als parlementslid op moest wijzen,” zegt Metsu, “maar bovendien is het ook zijn verantwoordelijkheid dat er na luttele maanden al een IS-lid in ons land op vrije voeten loopt. Hij besliste immers tot actieve repatriëring, zogezegd ‘in belang van onze nationale veiligheid’, want hier zouden ze achter slot en grendel gaan en konden we ze actief controleren. Dat is naïef en onverantwoordelijk.”

Uit het vonnis van 14 oktober waarbij S.A. een straf met uitstel kreeg, blijkt dat de rechtbank een resem voorwaarden oplegde. Gedurende vijf jaar moet ze haar adres doorgeven, ter beschikking blijven van de probatie-assistent en bewijzen dat ze studeert of actief werk zoekt. Ze moet een deradicaliseringstraject volgen van zeker twee jaar, of zolang de begeleider dit nodig acht, en elk offline of online contact met moslimextremisme vermijden.

“De lange proeftijdperiode moet de samenleving beschermen tegen het risico op recidive”, aldus het vonnis. Volgens haar advocaat komt S.A. al haar voorwaarden na.