Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTopsport

Waarom de brullende sportcoach niet meer aanvaard wordt: ‘Mensen haken af en je verliest talent’

Bondscoach Gert Vande Broek tijdens de match van de Belgische en Italiaanse nationale ploegen in Belgrado afgelopen zomer.Beeld BELGA

‘Vadsige schijtwijven’ of ‘een bende trienen’. Hoewel er vandaag steeds minder begrip is voor sportcoaches die zulke uitspraken doen, werd de agressieve aanpak jarenlang getolereerd. ‘Je creëert een cultuur van angst.’

In het Canvas-programma De prijs van de winnaar getuigden drie gewezen Yellow Tigers maandag hoe hun sportieve successen van het afgelopen decennium tot stand kwamen in een cultuur van intimidatie, vernederingen en verbale agressie. Door de agressieve aanpak van coach Gert Vande Broek stapten volgens hen verschillende spelers uit de nationale volleybalploeg en ondervonden ze langdurig psychische klachten. 

Het klinkt misschien choquerend voor buitenstaanders, maar in de nasleep van de uitzending vertelden verschillende ex-volleybalsters dat ze begrip voor de bondscoach konden opbrengen. “Je mag niet vergeten dat topsport hard is”, zei Virginie De Carne aan Sporza

Voorstanders van een harde aanpak beweren weleens dat een gouden medaille niemand in de schoot valt en dat agressie soms nodig is om de top te bereiken. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat het tegendeel waar is: op lange termijn leidt verbaal agressief gedrag niet tot een verbetering van de atletische prestaties. 

Volley Vlaanderen start procedure over bondscoach

Volley Belgium, Volley Vlaanderen en bondscoach Gert Vande Broek zijn ‘tevreden’ met de aanstelling van magistraat Bart Meganck om de werking en coaching van het nationale volleybalteam onder de loep te nemen. 

Meganck werd aangeduid door Vlaams minister van Sport Ben Weyts (N-VA) en zal dus de beschuldigingen van emotioneel grensoverschrijdend gedrag van de bondscoach onderzoeken. “Volley Vlaanderen, Volley Belgium en Gert Vande Broek zullen vanzelfsprekend volledige medewerking aan het onderzoek van Meganck verlenen”, luidt het in een persbericht.

Daarnaast heeft het parket van Volley Vlaanderen beslist een ambtshalve vordering te starten tegen bondscoach Vande Broek na de getuigenissen van psychologisch grensoverschrijdend gedrag. “Het Volley-Bondsparket is bevoegd om onder meer elk grensoverschrijdend gedrag binnen de context van Volley Vlaanderen vzw, in volledige onafhankelijkheid, te onderzoeken en desgevallend te vervolgen. Ongeacht of dit binnen of buiten de sportaccommodatie of -infrastructuur werd gepleegd”, zo klinkt het in een mededeling. “Het verslag kan een beslissing tot seponering dan wel een voorstel tot minnelijke schikking bevatten. Het Volley-Bondsparket kan eveneens oordelen om de vordering onmiddellijk aanhangig te maken bij de bevoegde juridische raad van Volley Vlaanderen vzw.”

“Een cultuur van angst kan ervoor zorgen dat spelers tijdelijk extreem gefocust zijn, omdat ze simpelweg geen fouten meer durven te maken. Maar uiteindelijk leidt die aanpak ertoe dat mensen afhaken en dat je talent verliest”, zegt criminologe Tine Vertommen (UAntwerpen). Op die manier kwamen de indrukwekkende prestaties van de Yellow Tigers er volgens haar vooral ondanks en niet dankzij de intimidatie van Vande Broek.

Stroom van verhalen

Naast de coach van de Yellow Tigers kwamen ook andere trainers recent in opspraak door hun vaak agressieve methodes. Professor sportpedagogie Leen Haerens (UGent) merkt op dat het tijdsgewricht verandert en dat er in de samenleving sinds kort meer aandacht voor mentaal welzijn is. Daardoor voelen atleten zich ook meer aangemoedigd om hun gevoelens te uiten en om hun grenzen duidelijker aan te geven. In dat klimaat wordt het beeld van de coach die brullend aan de zijlijn staat steeds controversiëler en minder wenselijk. “In de opleidingen die toekomstige coaches voor topsporters vandaag krijgen, is er dan ook veel meer aandacht voor psychologische begeleiding”, zegt Haerens.

Dat betekent volgens de sportpedagoge niet dat coaches in de toekomst nooit meer harde woorden zullen uitspreken. Volgens haar zijn trainers er nu eenmaal om de fysieke en mentale grenzen van hun atleten te verleggen. Als een sporter van het vooropgestelde plan afwijkt, moet hij daarop aangesproken kunnen worden. “Maar het blijft enorm belangrijk om wederzijds respect te tonen en om niet te schelden.” Hoewel sommige spelers aangeven dat ze die vertrouwde agressie nodig hebben om te presteren, twijfelt Vertommen of ze wel wenselijk is. “Als je zo 99 spelers afschrikt en je houdt er een over, ben je heel wat talent kwijt.”

Tijdens een match tegen Tsjechië. Trainers van regionale ploegen nemen vaak de stijl over van professionele en succesvolle coaches, zeggen experts.Beeld BELGAIMAGE

Amateurcircuit

In het niet-professionele circuit ligt de agressie van coaches tegenover spelers nog gevoeliger. Vertommen bevroeg drieduizend jonge Belgische atleten en stelde vast dat 63 procent van hen als minderjarige met grensoverschrijdend gedrag in de sport te maken kreeg. Het vaakst moesten ze fysieke oefeningen als straf uitvoeren, kregen ze negatieve kritiek over hun uiterlijk of werden ze genegeerd. 23 procent van de respondenten gaf aan dat ze ooit met fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken kregen.

Volgens Vertommen is er een duidelijk verband tussen de problematische situaties in de topsport en de harde aanpak die amateurcoaches hanteren. Trainers van regionale ploegen nemen namelijk vaak de stijl over van professionele en succesvolle coaches. “Dat soort kopieergedrag kan gevaarlijk zijn, omdat er dan te weinig een verschil gemaakt wordt tussen een volwassen topsporter en een kind dat een hobby uitoefent.”

Haerens wijst erop dat het belangrijk is om in de toekomst een betere begeleiding voor alle coaches te voorzien. Uit haar onderzoek blijkt dat zij ook onder druk staan en net als de atleten op hun prestaties worden beoordeeld. Daardoor gebeurt het soms dat hun stress doorwerkt in de manier waarop ze met hun omgeving omgaan. 

“Ik vind dat we coaches veel sterker als begeleiders dan als autoritaire leiders moeten zien. Ze maken dan deel uit van een groter team, waartoe bijvoorbeeld ook sportpsychologen behoren.” De samenwerking tussen die verschillende experts moet ervoor zorgen dat de druk op de coach afneemt en dat wantoestanden sneller gesignaleerd kunnen worden.

Gedeeld leiderschap

Onderzoekster Katrien Fransen (KU Leuven) werpt de notie van ‘gedeeld leiderschap’ op, waarbij de coach ondersteuning krijgt van vier verschillende leden binnen een ploeg. Op het veld is er dan een taakleider en een motivationele leider, daarbuiten is er een sociale leider die verantwoordelijk is voor de aanmoediging en een externe leider die de contacten met de buitenwereld verzorgt. 

Onderzoek van Haerens toont aan dat zo’n nauwere samenwerking tussen atleet en trainer positieve gevolgen voor de sportieve prestaties kan hebben. “Coaches vragen dan aan hun atleten welke doelen ze hebben en hoe ze hun andere teamleden kunnen helpen. Op die manier voelen ze zich meer gewaardeerd en krijgen ze de kans om hun sterktes ten volle te benutten.”