Gruwelijk vermoord in 1906, maar nooit opgehelderd: het verhaal van de moord op de 8-jarige Jeanne in hartje Brussel

In 1906 werd de 8-jarige Jeanne Van Calck gruwelijk vermoord en achtergelaten in een steegje in Brussel. Jarenlang veroorzaakte de moord beroering in de stad, maar de dader werd nooit gevonden. VRT NWS-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey tekenden het verhaal op in hun nieuwe boek "De verborgen geschiedenis van Vlaanderen".

Voor het nieuwe boek "De verborgen geschiedenis van Vlaanderen" zijn VRT NWS-journalist Jos Vandervelden en fotograaf Alexander Dumarey vijftig plekken gaan opzoeken waar geschiedenis is gemaakt, maar waar mensen het amper nog beseffen of kunnen zien. Het boek borduurt verder op een reeks die eerder op vrtnws.be te lezen was. Een van de vijftig fascinerende verhalen uit "De verborgen geschiedenis van Vlaanderen" krijg je hieronder integraal en als eerste te lezen.

Aan het einde van de twintigste eeuw zat België in de greep van de kindermoorden van Marc Dutroux. Maar ook in het begin van de eeuw was dat al zo. De nooit opgehelderde moord op het achtjarige meisje Jeanne Van Calck in Brussel veroorzaakte jarenlang beroering. Angst beheerste de stad, politie en magistratuur werden bedolven onder kritiek en de krantenpersen rolden sneller dan ooit.

Jeanne Van Calck werd vermoord op 7 februari 1906. Haar lijk werd teruggevonden in de Zwaluwenstraat, op de stoeptegels van huisnummer 22. "De moord in de Zwaluwenstraat" werd jarenlang een begrip. Niets doet vandaag nog vermoeden dat deze straat tussen het Brouckèreplein en de Lakensestraat een straat met een reputatie was. Of moet het de nauwte van de straat zijn? Huis 22 is in 1965 tegen de grond gegaan, net als de andere epoquehuizen. Ze hebben plaats gemaakt voor het ellenlange kantoorgebouw van verzekeraar Allianz. Aan de achterkant ligt het UGC-bioscoopcomplex.

Alexander Dumarey

Vormloze bundel van bruin papier

In de vroege avond van 7 februari -het was toen al donker- vertrok Jeanne van het huis van haar grootouders aan de Arduinkaai. Het meisje was een buitenechtelijk kind, nooit erkend door de vader en woonde bij haar grootouders. Zoals bijna elke avond bezocht ze haar moeder, begeleid door haar grootvader. Uitgerekend die avond moest hij voor het gezelschap verstek laten gaan. Hij had avonddienst als ticketcontroleur in een schouwburg. Jeanne verliet het huis alleen in haar witte schort, geruite jurk en dikke wollen jas. Het was een kille vrijdagavond. Nooit zou ze bij haar moeder aankomen. Nog dezelfde nacht ging de grootvader haar als vermist opgeven bij het dichtstbijzijnde politiekantoor. Op dat moment stond het kantoor al op stelten.

In de Zwaluwenstraat had een werkman van het Alhambratheater een pak aangetroffen. De vormloze bundel van enkele lagen bruin papier vastgebonden met henneptouw lag vlak voor de drempel van het rijhuis met nummer 22. Het pak werd geopend in het politiecommissariaat. De inhoud was verbijsterend. Gewikkeld in de bebloede wollen jas troffen ze het lijk van Jeanne aan. De benen waren aan de lies geamputeerd en ontbraken.

Postkaart uit 1906 met een van de vele versies van de moord op Jeanne Van Calck

Verontwaardiging en paniek

Pas een week later werden de benen gevonden, gewikkeld in krantenpapier van de Brusselse krant Le Soir en de Franse krant Journal de Paris, dichtbij het Kasteel van Stuyvenberg in Laken. Een dag eerder waren daar de laarzen van Jeanne ondekt. De kranten stonden op dat ogenblik al vol met nieuws over de gruwelijke moord. Emile Rossel, de oprichter van Le Soir was zelfs nog de nacht na de ontdekking van het ingepakte lijk aan het drukken gegaan. De verontwaardiging in Brussel was groot, de paniek ook.

De opschudding culmineerde in de begrafenis van Jeanne Van Calck. De kranten schatten dat 10.000 mensen de rouwstoet naar de begraafplaats in Evere volgden. Jeanne werd in twee kisten begraven, een voor haar lichaam, een voor haar benen. Inmiddels was Le Soir een geldinzameling gestart voor een grafzerk. Er werd bijna 1.000 frank ingezameld, goed voor een witmarmeren zerk waarin beeldhouwers het kindergezicht van Jeanne uitkapten.

Alexander Dumarey

50 graden alcohol

Intussen was de Brusselse politie het onderzoek gestart. Het verslag van de lijkschouwer sloeg iedereen met verstomming. Het leven van Jeanne was niet met geweld beëindigd. Ze stikte in haar braaksel nadat ze geïntoxiceerd was door alcohol. Het meisje had alcohol van 50 graden tot zich genomen. En erger nog, Jeanne was verkracht en dan nog voor de alcoholinname. Van één ding was de lijkschouwer nog het meest  overtuigd. Het verwijderen van de benen was met kennis van zaken gebeurd.

Het autopsieverslag deed vermoeden dat Jeanne de dood in werd gedreven door een bekende. In het Brussel van die tijd was goedkope alcohol bij de arbeidersklasse zeer aanwezig. Zelfs kinderen werden "versterkt", zoals dat heette, met een druppel alcohol. Wie anders dan een bekende kon haar zo ver krijgen om alcohol al dan niet in vermengde vorm te doen slikken?

Alexander Dumarey

Naarmate de deining in Brussel toenam, werd de politie overstelpt door getuigen en geruchten. Een vriendin van het meisje beweerde Jeanne met een "heer" te hebben zien wegwandelen, anderen hadden haar met een opgeklede vrouw zien verdwijnen. Handelaars, krantenverkopers of schoolgenoten meenden allemaal een glimp opgevangen te hebben van Jeanne of van de man met het pak. Verdachtmakingen gingen naar buitenlanders die de Zwaluwenstraat regelmatig frequenteerden. De onderzoekers verdachten zelfs een schapenslachter. Want wie kon de gruwelijke daad anders zo precies en zo snel uitvoeren? Om dezelfde reden kwam de lokale huisarts, dokter Nyssen in het vizier. Zijn huis werd belaagd door grimmige Brusselaars.

29 onderzoeksfouten

De moord op de kleine Jeanne Van Calck zou nooit opgelost worden. Het politieonderzoek verzandde in amateurisme en foute veronderstellingen. Het sensationele verhaal van de kindermoord had inmiddels ook de buitenlandse pers bereikt. Geschreven werd over de onkunde van de Belgische onderzoekers en het Belgisch juridisch systeem dat achterop zou lopen met dat van Frankrijk of Engeland. De Franse advocaat Louis Frank kwam met een boek waarin hij 29 fouten in het Brusselse moordonderzoek opsomde. De kindermoord van de Zwaluwenstraat deinde uit tot een blamage voor de Belgische staat.

Postkaart uit 1906 met Jeanne van Calck en de Zwaluwenstraat na de moord

De geschiedenis zou zich eind 1907 nog eens herhalen. In Anderlecht werd de zesjarige Annette Bellot gewurgd teruggevonden. Opnieuw trok een grote rouwstoet naar de begraafplaats in Evere, opnieuw zamelden de Brusselaars geld in voor een memoriaal. En opnieuw werd geen dader gevonden.

Kerkhof van Evere

Weinigen die concessie 2.628 op het kerkhof van Evere passeren,hebben weet van het wrede einde van Jeanne, van de twee kisten in de grond, laat staan van de angst die ruim honderd jaar geleden door Brussel ging. Het versteende en bemoste  kinderhoofdje op het graf lijkt het al evenmin geweten te willen hebben. Niet veel verder ligt het kunstige grafmonument van Annette Bellot. Nog een eindje verderop rust burgemeester Emile De Mot. De Brusselse burgemeester die het hard te verduren kreeg omdat zijn politiebeambten faalden.  

Alexander Dumarey

Zin in meer? Lees de reeks op vrtnws.be: 
Bruisende, Baanbrekende en Bloedige plekken

Meest gelezen