Direct naar artikelinhoud
InterviewEcofeminisme

De link tussen onderdrukking van natuur en achtergestelde groepen: ‘De Vlaamse regering toont elke dag hoe het niet moet’

Philsan Osman, Marie-Monique Franssen en Dirk Holemans.Beeld Thomas Nolf

De ecologische crisis is ook een sociale crisis en je kan de ene problematiek bijgevolg niet aanpakken zonder de andere. Dat zeggen Dirk Holemans, Marie-Monique Franssen en Philsan Osman in hun ecofeministisch essay Voor wie willen we zorgen? ‘De Vlaamse regering toont elke dag hoe het niet moet.’

Het drietal mag er op het eerste gezicht dan wel erg verschillend uitzien, Dirk Holemans (56), Marie-Monique Franssen (26) en Philsan Osman (30) hebben duidelijk veel gemeen. Niet alleen reageren ze tijdens de fotoshoot die aan het interview voorafgaat alledrie even onwennig op de instructies van de fotograaf, de manier waarop ze vervolgens bijna twee uur lang enthousiast elkaars zinnen afmaken, getuigt vooral van een grote common ground.

Wie hun achtergrond kent, zal opmerken dat dat weinig verrassend is. Als coördinator van de sociaa-ecologische denktank Oikos werkt Holemans al enkele jaren samen met de kritische antropologe Franssen. Philsan Osman zet hun gedachtegoed dan weer dagelijks om in de praktijk dankzij haar werk als auteur, community builder en activiste bij onder andere Black History Month Belgium.

Dat ze perfect op elkaar zijn afgestemd, blijkt bijgevolg uit hun eerste gezamenlijke worp, het essay Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron. Uit niets valt af te leiden dat de tekst door drie pennen geschreven werd. In heldere taal tonen de auteurs aan de hand van internationale denkers aan hoe relevant het ecofeminisme vandaag is, om vervolgens een concreet toekomstperspectief te schetsen. Daarmee leveren ze een Nederlandstalige bijdrage aan een feministische stroming die de laatste jaren ook in onze contreien op hernieuwde aandacht kan rekenen.

Want niet voor iedereen is even duidelijk wat er nu zo feministisch is aan ecologie. “Die vraag krijgen we inderdaad vaak”, zegt Osman, terwijl ze zich met een drankje in de zetel nestelt van het Gentse café waar we hebben afgesproken. “Voor ons is het nochtans helder. De manier waarop vrouwen onderdrukt worden, heeft dezelfde oorsprong als de manier waarop we met de natuur omgaan. Sinds de zeventiende eeuw vertrekt de moderne samenleving vanuit een ideologie van overheersing en onderdrukking. Deze hiërarchieën laten toe dat machtige groepen in de samenleving zowel andere groepen als de natuur uitbuiten. Het dominante idee is nog steeds dat we meester kunnen zijn over anderen en over de natuur en dat we beide ongebreideld mogen gebruiken of opzijschuiven als we daar zelf direct baat bij hebben.”

Het ecofeminisme heeft lang een zweverig imago gehad door enkele aanhangers die zich vanuit een newagegedachtegoed beroepen op zaken als vrouwenkracht of maancycli. Daar is in jullie boek niks van terug te vinden.

Holemans: “We zijn down-to-earth. De ideologie van waaruit wij vertrekken, trekt de zeer concrete kaart van de emancipatorische strijd tegen ongelijkheid.”

Franssen: “Binnen elke beweging bestaan er verschillende strekkingen en uitgangspunten en in ons essay maken we meteen duidelijk waar we voor staan. Zorg voor de gemeenschap is zorg voor de natuur en de politieke en sociale context dwingt ons dat niet langer te negeren. We staan niet buiten de natuur maar maken er deel vanuit. Dat is wat het ecofeminisme voor ons behelst. Het gaat om een diep besef van onderlinge afhankelijkheid, de natuur is geen decor dat we zomaar naar onze hand kunnen zetten.”

Ook het antiracisme speelt een belangrijke rol in jullie betoog. Hoe linken jullie die thematiek aan ecologie?

Osman: “Je moet je maar eens afvragen wie er in de slechtste wijken woont met de meeste luchtvervuiling. Heel vaak zijn dat mensen van kleur. Als je met ecologie bezig bent, moet je je jezelf telkens de vraag stellen welke impact klimaatverandering heeft op groepen in de samenleving die in de marges staan van de samenleving op basis van hun achtergrond en identiteit. Daarom is een intersectionele aanpak van de problematiek zeer belangrijk. Met die term doelen we niet alleen op de verschillende overlappende identiteiten van een persoon, maar ook op hoe deze identiteiten beïnvloed worden door de bestaande structuren: wat is de impact van klimaatverandering op mensen die deel uitmaken van gemarginaliseerde groepen?”

Franssen: “Klimaatverandering treft verschillende mensen anders op verschillende plekken in de wereld. Verwoestijning brengt bijvoorbeeld klimaatvluchtelingen met zich mee. De uitdaging ligt erin dat we ervoor zorgen dat er maatregelen getroffen worden waar iedereen baat bij heeft zodat niet enkel de happy few ontsnappen aan wat er op ons afkomt.”

Holemans: “Je kan bovendien ons hele koloniale verleden linken aan hoe we met de natuur omgaan. Denk maar aan hoe de Britten Australië binnen zijn gekomen. Daar woonden natuurlijk al mensen, maar de manier waarop zij met het land omgingen, werd niet beschouwd als economisch nuttig en dus vonden de Britten het evident dat ze zich dat land toe-eigenden. Ook vandaag worden gemeenschappen elders in de wereld geacht plaats te maken voor onze honger naar grondstoffen, denk maar aan de mijnbouw in Peru of de kap van tropisch regenwoud in Brazilië.”

Philsan, u verhuisde als tiener vanuit Somalië naar België. Hoe beïnvloedt dat uw kijk?

Osman: “Ik ben gevormd in Somalië. Droogtes zorgen er daar voor dat mensen geen vee meer kunnen houden en moeten wegtrekken uit hun streek. Dat gegeven heeft dan weer een politieke impact. Die standpunten moet je meenemen als je ecologist bent. We kunnen niet enkel vertrekken vanuit een westerse blik als we een mondiaal probleem willen aanpakken. Bovendien vergeet men hier weleens dat mensen hun land niet ontvluchten tenzij ze echt geen andere kant meer op kunnen.”

De maatregelen die de Vlaamse regering onlangs naar voren schoof, zijn opvallend individualistisch: je huis verbouwen en een elektrische wagen aanschaffen. Een miskleun volgens jullie?

Holemans: “Absoluut. Niet alleen wordt over het hoofd gezien dat volkeren in het Globale Zuiden lijden onder de mijnbouw die nodig is voor batterijen als we alle auto’s willen vervangen door elektrische. De Vlaamse regering behandelt mensen louter als consument in plaats van ze aan te spreken als burger en daar een collectief verhaal van te maken.”

Franssen: “Het is onbegrijpelijk dat er niet wordt ingezet op het openbaar vervoer maar wel op de individuele aankoop van een wagen. Als je kijkt naar wie er in steden op de tram en de bus zit, weet je nochtans dat je zo niet enkel voor vergroening kiest maar ook een beleid voert op maat van wie het moeilijk heeft.”

Holemans: “Door het openbaar vervoer te verwaarlozen, vergroot je de ongelijkheid. Mensen met een laag inkomen hebben geen auto en al zeker geen elektrische.”

Niet iedereen zit te wachten op maatregelen voor het klimaat. Heel wat burgers zijn bang te moeten inboeten op comfort of koopkracht.

Holemans: “Ik vind het begrijpelijk dat mensen defensief reageren op wat er nu op tafel ligt in de Vlaamse regering. Natuurlijk ben je bang dat je zo’n verbouwing niet zal kunnen betalen, dat je veel geld zal moeten uitgeven aan een nieuwe auto of dat er geen laadpaal in je buurt zal staan. Net daarom hebben we nood aan collectieve oplossingen.”

Osman: “Feit is wel dat we ons niet mogen laten tegenhouden door behoudsgezinde reacties want als we nu niet ingrijpen, wordt het nog erger. Het debat mag ook niet enkel gaan over hoe ík beter kan leven maar wel over hoe het voor de meeste mensen beter kan worden. We moeten het gesprek alleszins blijven aangaan, ook met de mensen die bang zijn om verlies te lijden.”

Franssen: “Mensen zijn vaak angstig voor wat ze niet kennen, maar nieuwe maatregelen kunnen evengoed supermooi zijn. Ecologie kan een verhaal van verbinding worden in plaats van een geheel van draconische maatregelen. Maar als we geen stappen zetten, kunnen we ons ook geen andere toekomst verbeelden. De klimaatcrisis is tegelijkertijd een crisis van de verbeelding.”

Over die verbeelding gesproken: Dirk, u pleit ervoor om het vraagstuk rond ecologisch wonen aan te pakken op wijkniveau.

Holemans: “Als je mensen collectief ondersteunt en advies voorziet van experts, staan ze er niet meer alleen voor. Ze kunnen hun huis laten screenen, van elkaar leren en bovenal zich effectief gesteund voelen door de overheid. De stad Gent zet bijvoorbeeld sterk in op deze vormen van ontzorgen, zo moet je bijvoorbeeld niet zelf op zoek naar goede aannemers. Op die manier neem je heel wat rompslomp uit handen en voelen mensen zich niet meer onzeker over een verbouwing. Want finaal moeten we alle woningen energiezuinig maken.”

Dat klopt, maar dat kost ook een aardige duit die niet iedereen zomaar op kan hoesten. Wat is daar uw antwoord op?

Holemans: “Zeer eenvoudig: een rechtvaardige belastinghervorming. We zitten hier nog steeds met een versleten fiscaal systeem uit de vorige eeuw. We belasten arbeid enorm maar met kapitaal of uitstoot doen we dat nauwelijks. Hoe rijker je bent, hoe minder belastingen je betaalt, dat klopt toch niet? Zelfs een miljardair als Warren Buffet heeft ooit gezegd dat hij in verhouding minder afdraagt dan zijn dienstpersoneel. Waarom voeren we, naast een rechtvaardige vermogensbelasting, geen CO2-taks in die we rechtstreeks laten terugvloeien naar mensen zodat ze dat geld kunnen investeren in het energiezuinig maken van hun woning? Dan creëer je een draagvlak voor zulke maatregelen en zien we een onmiddellijk resultaat.”

In jullie boek klagen jullie de huidige situatie op de woonmarkt aan. Het wordt overal in Vlaanderen steeds moeilijker om betaalbaar te wonen, zowel voor kopers als voor huurders.

Franssen: “De maatregelen die nu getroffen worden om daaraan tegemoet te komen, hebben geen enkel structureel effect. We zijn woningen gaan beschouwen als iets wat geld moet opbrengen in plaats van dat we wonen als een grondrecht zien.”

Holemans: “De politiek heeft op dat vlak een verpletterende verantwoordelijkheid. Er wordt geopperd dat het te duur is om er publieke middelen in te investeren, maar als we nog twintig jaar wachten, wordt het pas écht duur. Pepinster is daar een pijnlijke voorbode van. Het is onder meer cruciaal om 100.000 sociale woningen extra te realiseren zodat mensen met lage inkomens energiezuinig kunnen wonen. Dat is niet alleen goed voor het klimaat, het haalt ook de druk van de woningmarkt.”

Osman: “We vinden het normaal dat zoveel mensen hier slecht wonen terwijl hun grondrecht geschaad wordt. We kunnen ons zelfs niet voorstellen dat we publieke middelen vrijmaken om daaraan tegemoet te komen. Mensen lijken soms liever na te denken over hoe we op Mars kunnen leven dan over hoe we hier rijkdom kunnen herverdelen.”

Die marktlogica heeft zich meester gemaakt van alle geesten. Ook progressieve mensen die vandaag een woning kopen, gaan ervan uit dat ze er snel winst op zullen maken.

Holemans: “Ik vind het begrijpelijk dat mensen zich willen standhouden in het systeem waarin ze zich bevinden. Vandaar dat we met zijn allen moeten timmeren aan het collectieve besef dat iedereen er beter van wordt als we ons anders organiseren. Helaas toont de Vlaamse regering elke dag hoe het niet moet.”

Het is opvallend dat jullie zoveel concrete voorstellen hebben maar toch wegblijven van de partijpolitiek. U verliet de politiek zelfs na een jarenlang engagement bij Groen, Dirk.

Holemans: “Ik ben trots op wat ik als politicus gerealiseerd heb. Zo onderhandelde ik mee het Gentse bestuursakkoord eind 2012, dat de trendbreuk inzette naar een straf duurzaam beleid. Tegelijk is het goed niet te lang vast te houden aan een politiek mandaat. En daarnaast moet ik toegeven dat ik mijn avonden terug wou. Men onderschat vaak wat het inhoudt als je wil proberen om een goed politicus te zijn. Ik had er nood aan om weer tijd te maken om boeken te schrijven en andere dingen te doen. Maar ik blijf geloven in het belang van democratie en bevlogen politici die werk willen maken van een zorgzame samenleving. 

“Ik snap dat veel mensen vandaag teleurgesteld zijn in de politiek maar wat is het alternatief voor het huidige systeem? Een grote leider? Nee toch. Je ziet bovendien dat er in steden als Leuven of Gent wél een beleid gevoerd wordt dat het verschil maakt. Er zijn heel wat straffe voorbeelden van wat politici ten goede kunnen veranderen.”

Osman: “Maar je hebt ook engagement nodig op de andere niveaus binnen de samenleving. Een sterk middenveld heeft net zoals georganiseerd burgerprotest veel invloed. Sociale verandering komt via sociale strijd. Heel wat van de sociale maatregelen die we vandaag normaal vinden, zijn voortgekomen uit de strijd van arbeiders tegen hun uitbuiting.

Holemans: “En ook vandaag mag je de kracht van de civiele samenleving niet onderschatten. Er heeft zich de laatste vijftien jaar een stille revolutie voorgedaan als je kijkt hoeveel mensen er actief zijn rond thema’s als energie, lokaal voedsel, cohousing en deelsystemen. Dat is gigantisch en dat is allemaal potentieel waarvan de politiek gebruik zou kunnen maken.”

Osman: “We hebben als burgers meer agency dan we soms denken maar we moeten wel samenwerken als we iets willen verwezenlijken. Het is nodig dat de verschillende bewegingen zich verbinden: het antiracisme, het feminisme, de ecologie en de arbeidersbeweging.”

Franssen: “En ondertussen hebben wetenschappers als Jason Hickel en Kate Raworth duidelijk gemaakt wat er moet gebeuren: het gaat over het garanderen van de sociale grondrechten binnen de grenzen van de planeet. Dat doe je door te werken aan goede publieke diensten, ongelijkheid weg te werken en de doorstroom aan energie en grondstoffen in onze economie drastisch terug te schroeven. Daar gaat het over, en niet het quasi religieuze geloof dat technologie alles zal oplossen.”

Oké, maar toch blijft het opvallend dat jullie als bevlogen jonge mensen zoveel ideeën hebben over politiek maar er toch niet aan wensen deel te nemen, Philsan en Marie-Monique.

Franssen: “(blaast) Ik denk dat veel jonge mensen zich samen met mij niet aangesproken voelen door de manier waarop politici met elkaar omgaan. Er wordt niet of slecht samengewerkt, ze wijzen elkaar voortdurend met de vinger en verdraaien de feiten omwille van electoraal gewin. Bovendien is het niveau waarop er nu over ecologie of sociale rechtvaardigheid gepraat wordt binnen de politiek echt bedroevend.”

Osman: “Voor mij is het eerlijk gezegd ook puur een kwestie van zelfbescherming. Als ik zie wat mensen van kleur over zich heen krijgen als ze zich op het publieke forum begeven, dan denk ik niet dat ik daarvoor gemaakt ben. Ik haal veel voldoening uit wat ik nu doe en uit het ondersteunen van anderen. Ik steun de mensen die zo’n politieke rol opnemen enorm, maar ik wil zelf geen deel uitmaken van de partijpolitiek.”

Franssen: “Mensen zoals jij zouden er net in moeten stappen om het systeem te veranderen.”

Holemans: “Absoluut, Philsan for president (hilariteit). Maar alle gekheid op een stokje, wat Philsan hier aankaart is een authentiek voorbeeld dat het belang aantoont van het ecofeminisme. Ze wijst immers op concrete uitsluiting.”

Franssen: “Het gaat om een vorm van geweld die ertoe leidt dat mensen er niet voor kiezen een plek in te nemen in de politieke arena. Als ik zie wat sommige mensen, en dan vooral vrouwen, over zich heen krijgen op Twitter wanneer ze zich kritisch uitlaten, dan vind ik dat pijnlijk.”

Nog even over dat andere hete hangijzer: corona. Ook wat dat betreft gaan sociale en ecologische overwegingen hand in hand en ook daar zijn jullie teleurgesteld in de overheid.

Holemans: “De grote les die we uit de crisis kunnen trekken, is helaas dat we noch zorg dragen voor elkaar, noch voor de natuur. In de eerste maanden van de lockdown was er elke avond applaus voor de zorg en ging het op het publieke forum nog over hoe gevaarlijk het is om de natuur te vernietigen. Intussen lijkt dat al lang vergeten en leven we in een zorgvijandige omgeving. En het meest cynische is dat er terwijl we dit gesprek voeren wereldwijd al zo’n vijftien miljoen mensen gestorven zijn omdat het Westen de vaccins niet met de hele wereld deelt.”

Franssen: “Waarom maken we hier werk van een derde prik zonder op te komen voor al die mensen in de wereld die niet eens voor een eerste keer gevaccineerd zijn?”

Osman: “Mijn familie in Somalië en Kenia kreeg nog geen vaccin.”

Holemans: “Ook uit de crisis in de woon-zorgcentra zijn geen lessen getrokken. Het idee dat rusthuizen hier worden opgekocht door een Franse investeringsgroep die op de beurs zit, is onaanvaardbaar. Je mag zorg toch niet aan de markt overlaten? Winst maken op kap van hulpbehoevende ouderen is een zielloze weg. Mijn eigen moeder van negentig werd dagenlang aan haar lot overgelaten in haar assistentiewoning toen ze corona kreeg, en dat in onze rijke samenleving.”

Franssen: “Weet je wat ik niet begrijp? Dat we als mensen die opkomen voor een betere wereld met de vinger worden gewezen als we boos of emotioneel worden van dat soort zaken. Toen de klimaatmarsen begonnen, werden die jongeren uitgelachen omdat ze zich druk maakten, net zoals het cliché van de hysterische vrouw. Het zou nochtans raar zijn mochten we ons géén zorgen maken. Waarom mogen we niet bang zijn van wat wetenschappelijk bewezen is? Hoezo is het normaal en rationeel om daar niet emotioneel van te worden? Dat vind ik een grote cognitieve dissonantie. Die jongeren mogen niet spijbelen omdat ze op school de wetenschappen aan moeten leren waarmee we al lang bewezen hebben dat het vijf óver twaalf is voor het klimaat. Ik geloof in het belang van emotie om ervoor te zorgen dat het roer eindelijk echt wordt omgegooid. Klimaat, sociale rechtvaardigheid, zorg voor elkaar en de wereld: dáár draait het om. Al de rest is bijzaak.”

Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron wordt uitgegeven bij EPO.