Jonas Hamers / ImageGlobe

Nu Vlaamse Energieleverancier failliet is: waar let je op bij keuze nieuwe leverancier? En mijd je jonge spelers?

Na het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier is duidelijk geworden dat energieleveranciers kwetsbaar zijn voor de prijsschommelingen op de groothandelsmarkt. Moet we voortaan kritischer zijn bij de keuze van een nieuwe leverancier? En waar houden we dan het best rekening mee?

Het wordt ons al jaren gezegd: vergelijk de energieprijzen en wissel van leverancier als je geld kan uitsparen. Het is wellicht geen toeval dat België Europees kampioen is in de ‘switchcijfers’, voor Noorwegen, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. “Het aantal wissels van energieleveranciers is één van de belangrijkste indicatoren van een goed functionerende energiemarkt voor consumenten”, schrijft de Europese regulator ACER in zijn marktrapport van 2019. In 2020 veranderde 24,5 procent van de Vlaamse gezinnen van elektriciteitsleverancier, 28 procent wisselde van gasleverancier. Volgens enquêtes van de Vlaamse energieregulator VREG is voor 82 procent van de gezinnen de prijs nog altijd het belangrijkste argument om van leverancier te veranderen.

“Experts raden aan om verder te kijken dan alleen maar naar laagste prijs”, zegt Steven Rombaut in “De markt”:

Videospeler inladen...

Toch zullen veel klanten van de failliete Vlaamse Energieleverancier zich hun recente overstap beklagen. Ze vallen uiteraard niet zonder stroom en gas. Maar ze moeten op zoek naar een nieuwe leverancier en moeten zo goed als zeker meer betalen dan het oude contract. Wie via de voorschotfacturen te veel betaald heeft, zal dat geld niet makkelijk kunnen recupereren. En wie zonnepanelen combineert met terugdraaiende teller, ziet zijn via de teller opgebouwde stroomproductie verloren gaan.

Leveranciers die ook zelf elektriciteit produceren, kunnen deze periode makkelijker doorkomen. 

Kris Voorspools, expert energiemarkt bij 70GigaWatt Consulting

Jonge spelers mijden?

Voortaan zullen mensen wellicht anders kijken naar de lijstjes die op prijsvergelijkers als de V-test en mijnenergie.be tevoorschijn komen. Moeten we voortaan jonge, kleine spelers met scherpe prijzen mijden? “Het is heel dubbel”, zegt Bram Claeys, adviseur de energie-denktank Regulatory Assistance Project. “Aan de ene kant is het heel goed dat kleine spelers zich aandienen. Ze zorgen vaak voor innovatie in de markt en wakkeren de concurrentie aan. Anderzijds houden kleine prijsbrekers vaak wat meer risico’s in en zijn ze kwetsbaar voor prijsschommelingen. Bedrijven die al langer meedraaien, hebben minder kans om failliet te gaan, omdat ze al heel wat ervaring en krediet hebben opgebouwd.”

"Ook spreiding van de activiteiten is altijd een pluspunt", zegt expert energiemarkt Kris Voorspools bij 70GigaWatt Consulting. "Leveranciers die ook zelf elektriciteit produceren, kunnen nu profiteren van de hoge prijzen en kunnen deze periode makkelijker doorkomen." Denk dan vooral aan de producenten van hernieuwbare energie zoals de windmolenparken in de Noordzee. De V-test van de VREG geeft niet aan of een leverancier ook elektriciteit produceert. De vergelijker van Greenpeace (https://mijngroenestroom.be/ 
doet dat wel, met de nadruk op het duurzame karakter van de leveranciers.

Claeys raadt ook aan te kijken naar de maatschappelijke doelstelling van het bedrijf: "Energiecoöperaties bijvoorbeeld zullen minder riskante investeringen doen en zullen dus minder snel over de kop gaan." Al hebben verschillende coöperaties - ook uit andere sectoren - het eerder al laten afweten, denk aan Arco of Groenkracht, de coöperatie gelinkt aan het failliete Electrawinds.

"Sowieso doe je er goed aan om jouw voorschotfacturen goed af te stemmen op jouw verbruik", benadrukt Claeys. Op die manier word je geen schuldeiser op het moment dat jouw leverancier over de kop gaat. "Ook al vraagt jouw leverancier om de voorschotten op te trekken, je hoeft daar niet op in te gaan als je een vast contract hebt."

En tot slot: sommige spelers verschijnen met heel wat verschillende tariefformules in lijstjes als die van de V-test. "Het komt er dan op aan om die juiste formule terug te vinden op de website, wat niet altijd evident is. Als je niet oplet, teken je toch een duurder contract", waarschuwt Voorspools.

Waarom komen energieleveranciers zo snel in de problemen?

Dat heeft alles te maken met de vaste contracten die leveranciers aanbieden. Bij de variabele contracten worden de hogere prijzen die leveranciers betalen op de groothandelsmarkt gewoon doorgerekend aan de klanten. Bij de vaste contracten loopt het anders: daar kan de leverancier de prijzen voor de klant niet zomaar verhogen. Daarom moet hij zich indekken tegen een prijsstijging.

Dat indekken verloopt via beurzen op de groothandelsmarkt. Maar hoeveel precies een leverancier zich moet indekken, is niet duidelijk. De klant kan in ons land bijvoorbeeld al na 1 maand vertrekken, en die kan ook minder of meer verbruiken dan verwacht. "Daarom gaan leveranciers zich vaak niet helemaal indekken, maar bijvoorbeeld voor zo’n 80 à 90 procent", zegt Voorspools. "Zeker omdat indekken ook veel geld kost. Die beurzen, waarbij leveranciers zich indekken, vragen onderpand om die positie vast te houden. Onderpand dat nu ook fors duurder is geworden."

Voorspools maakt het concreet met een voorbeeld. Stel dat een leverancier stroom verkoopt aan klanten voor een vaste prijs op basis van een marktprijs van 50 euro/MWh. Daarvan gaat hij 90 procent indekken, 10 procent laat hij open. Net omdat die niet precies weet wat de klanten gaat doen. Als de klant toch blijft of die gaat meer verbruiken dan verwacht, moet de leverancier die 10 procent toch nog gaan bijkopen op de kortetermijnmarkt.

En daar schuilt het gevaar want het is daar dat de prijs nu fors is gestegen. Stel dat de prijs stijgt tot 200 euro/MWh, dan stijgt de gemiddelde aankoopprijs voor de leverancier naar 65 euro/MWh. En dan kan dat vasteprijscontract verlieslatend worden. Als het bedrijf dan niet voldoende buffers heeft, komt het snel in de problemen.

Meest gelezen