Direct naar artikelinhoud
InterviewMatthew McConaughey

Acteur Matthew McConaughey: ‘Ik heb een moeilijke relatie met het woord nederigheid’

Acteur Matthew McConaughey: ‘Ik heb een moeilijke relatie met het woord nederigheid’
Beeld Miller Mobley / August Image

Ooit verdiende Matthew McConaughey (52) zijn brood als rasechte romcom-romeo. Dat hij dat vederlichte imago van zich af kon schudden is op zich al een hele prestatie. Intussen focust de acteur op een nog grotere uitdaging: de hoofdrol in zijn eigen leven. Stap één is gezet: zijn autobiografie werd een bestseller. ‘Ik heb een moeilijke relatie met het woord ‘nederigheid’.’

en

Het interessantste wat wereldsterren kunnen doen, is onze perceptie van wie ze eigenlijk zijn veranderen. Matthew McConaughey slaagde daar al een keer in toen hij zo’n tien jaar geleden van het comfortabele maar voorspelbare romcompad afweek en zich op riskanter, artistiek uitdagender terrein begaf. Het hoogtepunt van die ‘McConnaissance’ waren zijn gevierde rollen als de wanhopige, doodzieke Ron Woodroof in Dallas Buyers Club (2013), waarvoor hij de Oscar voor beste acteur won, en als de getroebleerde detective Rustin Cohle in de HBO-serie True Detective (2014).

In 2020 onderging McConaughey opnieuw een tot de verbeelding sprekende transformatie. Zo verscheen recent Greenlights, zijn boek dat het midden houdt tussen een autobiografie en een verzameling levenslessen. Het werd een enorm succes: maar liefst vijftig weken aan een stuk stond het in de bestsellerlijst van The New York Times (een extraatje bij het boek, Greenlights: Your Journal, Your Journey komt uit op 21 december).

Mogelijk gaf de overweldigende publieke respons op zijn wederopstanding als psychedelische Texaanse huis-tuin-en-keukenzelfhulpgoeroe hem het nodige zelfvertrouwen om hardop te overwegen een gooi te doen naar het gouverneurschap van zijn thuisstaat. Dat zijn kandidatuur ernstig werd genomen, bewijst alleen maar hoe ver dit persoonlijke avontuur hem inmiddels bij zijn leven als acteur vandaan heeft gebracht. “Ik heb de deur niet achter me dichtgetrokken, ik sta open voor nieuwe personages”, zegt McConaughey. “Maar wat me op dit moment vooral bezighoudt, is hoe ik mezélf zo goed mogelijk kan spelen.”

BIO

geboren in Uvalde, Texas, 4 november 1969 / zette zich als acteur op de kaart danzkij een bijrol in de film Dazed and Confused (1993) en speelde zijn eerste hoofdrol in A Time to Kill (1996). Daarna volgden onder andere Contact (1997), The Wedding Planner (2001), Magic Mike (2012) en The Wolf of Wall Street (2013) / won in 2014 een Oscar en een Golden Globe voor zijn hoofdrol als Ron Woodroof in de biografische dramafilm Dallas Buyers Club, in datzelfde jaar speelde hij in True Detective / publiceerde vorig jaar zijn memoires onder de titel Greenlights   / getrouwd met het Braziliaanse model Camila Alves, twee zonen en een dochter, woont in Austin, Texas

In Greenlights vertelt u hoe u op een gegeven moment een aanbod van 14,5 miljoen dollar voor de zoveelste romantische komedie afsloeg. Verderop in het boek schrijft u dat de belangrijkste rol die u nu te spelen hebt die in ‘de film van het leven’ is. Wanneer besefte u dat uw toekomst ergens anders lag dan in het acteren?

“Dat kantelpunt is nu. In een film speel ik een rol in een scenario van iemand anders, geregisseerd door nog iemand anders, gemonteerd door nog iemand anders, en een jaar later pas komt hij in de zalen. Dat zijn vier filters die over mijn rauwe expressie worden gelegd. In mijn boek was er maar één filter: het geschreven woord. In mijn ogen moet je gewoon de werkelijkheid beleven: dynamischer dan dat wordt het niet. Iemand roept ‘action’ op het moment dat je geboren wordt, en als je doodgaat is dat de definitieve ‘cut’. Of zoiets. Om als acteur een geweldige vertolking neer te zetten, moet je diep in jezelf graven. Maar waarom zou je een andere naam, andere kleren en het script van iemand anders nodig hebben om nog dieper te graven? Is het leven zélf niet de hoogste kunstvorm? Hoe je een levenskunstenaar wordt, ben ik nu aan het ontdekken.”

‘In plaats van te doen alsof dat duiveltje op onze schouder niet bestaat, kun je het beter in de ogen kijken en zeggen: hé, smeerlap, jij bent de helft van mij’Beeld Miller Mobley / August Image

Met Greenlights wilt u vooral mannen leren hoe ze in het leven kunnen staan. 

“Ik wil niet alleen mannen aanspreken. Op dit moment zijn we allemaal op drift. We willen een doel hebben. Wat is er met de American dream gebeurd? We geloven er niet meer in, omdat we iedere dag om ons heen zien dat mensen ideeën hebben maar er uiteindelijk niets mee doen omdat er geen hoger doel meer is. Je kunt blijven hopen, maar wat koop je daarvoor? Op zondag staat iedereen uitzinnig voor zijn team te juichen om de werkweek toch maar door te komen, want maandag tot zaterdag gaan voorbij in een waas. En het coronavirus heeft een bom gelegd onder onze biologische, sociale en politieke zekerheden. George Floyd heeft dat vuur nog aangewakkerd. De #MeToo-beweging heeft van alles in vraag gesteld. We herdefiniëren een heleboel verhoudingen, het zijn boeiende tijden, maar tegelijkertijd weten veel mensen niet meer waar ze aan toe zijn. Ik denk dat sommigen mijn boek kochten omdat ze het kotsbeu zijn dat iedereen hen vertelt wat ze moeten doen – maar tegelijkertijd hebben we het meer dan ooit nodig dat iemand ons zegt wat we moeten doen. Ik hou van dat soort paradoxen.”

Welke boodschap wilt u met het boek overbrengen?

“Je kunt je best doen om een beter mens te worden, maar dat betekent niet dat je geen plezier meer kunt hebben. Mannelijkheid houdt in dat je kwetsbaar kunt zijn én tegelijkertijd een groot ego kunt hebben. Dat mag allebei. We hebben allemaal een engeltje en een duiveltje op onze schouders. In plaats van te doen alsof dat duiveltje niet bestaat, kun je het beter in de ogen kijken en zeggen: ‘Hé, smeerlap, jij bent de helft van mij’. Ik pleit dus voor verantwoordelijke vrijheid: vandaag verantwoordelijkheid nemen om morgen meer vrijheid te hebben. Voor sommigen klinkt dat misschien zwaar, maar als ik op mijn eigen leven terugkijk, zie ik dat ik verdomme alleen maar sta waar ik sta omdat ik mijn verantwoordelijkheid heb genomen. Ik nam risico’s, ik ben naar Peru en Mali geweest om een natte droom na te jagen.” (Dat is eigenaardig genoeg letterlijk te nemen. In het boek vertelt McConaughey over dromen, en bijbehorende nachtelijke zaadlozingen, die hem inspireerden om de reizen te maken die hem diepgaand veranderden, red.)

­­­Als Ben in ‘How to Lose a Guy in 10 Days’ (2003), met Kate Hudson.Beeld RV
Als Dallas in ‘Magic Mike’ (2012).Beeld RV

U noemt zichzelf vaak een ‘storyteller’. Die term is de laatste tijd zo populair dat…

“Echt? Ik noem mezelf al heel lang zo. Ik wist niet dat anderen dat woord ook gebruikten.”

Helaas noemt Jan en alleman zich tegenwoordig zo. Waarin verschilt een echte verhalenverteller van iemand die zich alleen zo noemt omdat het beter klinkt dan ‘verkoper’?

“Eigenlijk zou je kunnen stellen dat iets verkopen onder de noemer ‘verhalen vertellen’ kan vallen. Maar ik wist dus niet dat de benaming ‘storyteller’ zo afgezaagd was. Misschien moet ik voortaan zeggen dat ik een griot ben (traditionele West-Afrikaanse troubadour, red.). En als ik verhalen over mezelf vertel, wat ben ik dan? Een griot die aan socratisch zelf­onderzoek doet?”

Dat zou zomaar kunnen. Krijgt u nog weleens de kans om via film of tv verhalen te vertellen die u interessant vindt?

“Ja, hoor. En daar kijk ik zeker niet op neer, maar ik heb het gevoel dat ik met dit personage – mezelf dus – nog een weg af te leggen heb voordat ik me weer door personages in scripts kan laten inspireren. Sowieso wil ik dat elk personage waarden uitdraagt die ik belangrijk vind. Dat is mijn leidraad geweest bij een heleboel beslissingen, of het nu om investeringen of filmrollen ging. Ik heb mijn oog bijvoorbeeld laten vallen op A Time for Mercy, het vervolg op A Time to Kill van John Grisham (rechtbankthriller waarin McConaughey advocaat Jake Brigance vertolkte, zijn eerste hoofdrol, red.). Jake Brigance stamt al uit 1996, maar hij vertegenwoordigt een aantal waarden waarin ik geloof. Dat zou een mooie revanche zijn.”

Kunt u een voorbeeld geven van zo’n waarde?

“Vertrouwen is een hele belangrijke. Luisterbereidheid ook. En humor zou de standaardemotie moeten zijn. Als we niet weten hoe te reageren of als we het oneens zijn, zouden we beter eens goed lachen dan elkaar meteen af te schrijven.”

In het begin van dit gesprek zei u dat u voor uw beste rollen diep in uzelf hebt gegraven. Waar ergens moest u precies graven voor stripclubeigenaar Dallas in Magic Mike?

“Hij vertegenwoordigt mijn kapitalistische kant. Voor Dallas draait alles om hoeveel dollars hij iedereen die avond in zijn club kan aftroggelen. Ik weet nog dat ik tegen de jongens zei – dit zie je trouwens niet in de film, maar acteurs doen dit soort dingen om elkaar het achtergrondverhaal mee te geven – jongens, jullie staan op de trappen voor de club. Er komen dames aanrijden. Ik wil dat jullie het merk van hun auto onthouden. En of ze hun inkom betalen met briefjes van één, vijf, twintig, honderd of met een American Express platinumkaart. Daarna loop ik al mijn dansers af en leg ze uit dat fooien geweldig zijn, maar dat het grote geld te verdienen valt met privédansen; 500 dollar per keer. En dat ze dus niet te veel tijd hoeven te besteden aan die vrouwtjes van één, vijf en tien. Dat was wat Dallas dreef: hoe zorg je ervoor dat je zo snel mogelijk veel geld binnenrijft?”

Die film had natuurlijk een overduidelijk macho-aspect, maar kunt u ook iets vertellen over de homoseksuele subtekst? Bijvoorbeeld in de relatie tussen Dallas en The Kid, de nieuwe mannelijke stripper? Ik denk vooral aan de scène waarin Dallas The Kid leert dansen.

“Dat had niks met ‘hetero’ of ‘homo’ te maken. Dallas liet The Kid zien hoe hij moest dansen. Hij denkt alleen aan de dollars in zijn achterzak. Daar gaat het hem om. Hij overstijgt alle labels. Hij zit op een heel andere planeet, hij is de vlees­geworden kapitalist.”

Hoeveel van u zit er in Rustin Cole uit True Detective?

“Rust keek op een heel pure manier tegen de dingen aan. Die man was een eiland. Maar daarom was hij nog geen onverschillig personage, integendeel: hij was de beste detective die je je maar kon wensen. En hij was niet bang voor de dood. Ergens ziet hij de dood misschien zelfs als een bevrijding uit dit ellendige bestaan. Op het einde van True Detective besloot Nic Pizzolatto (bedenker van de reeks, red.) hem een sprankje hoop voor de toekomst mee te geven. Daar wilde ik eerst niet van weten, al bleek het uiteindelijk een prima beslissing. Ik was ertegen omdat ik dacht aan Paul Newman in Hud. Die man verandert in de loop van de hele film geen spatje. Daarom vond ik dat Rust helemaal geen openbaring hoefde te krijgen. Laat hem maar blijven zoals hij is, gewoon aanmodderen. Maar Nic had gelijk dat hij hem een beetje menselijker wilde maken.”

Als Ron Woodroof in ‘Dallas Buyers Club’ (2013), met Jared Leto.Beeld RV
Als Rust Cohle in ‘True Detective’ (2014).Beeld RV

Hoe pakte u het aan om telkens charmante personages te spelen, toen u nog in romcoms acteerde?

“Charme kun je niet spelen. Als je charmant probeert over te komen, wordt het alleen maar klef. De charme komt voort uit het feit dat romcoms levenslustige films zijn. In How to Lose a Guy in 10 Days bijvoorbeeld heeft de chemie tussen Kate Hudson en mij te maken met ons wederzijds geplaag. Dat werkt. Mensen kijken naar romantische komedies voor de relaties. Charme is daar een bijproduct van. Het is ook een manier om naar de wereld te kijken. Dankbaar zijn voor de schoonheid van Moeder Natuur en die terugzien in een baby, een pubermeisje, een grootmoeder. Het heeft niets te maken met geforceerd charmant doen.”

Na al die romcoms kwam de periode tussen 2011 en 2014, waarin het leek alsof u met iedere film wilde aantonen welke uiteenlopende rollen Matthew McConaughey allemaal aankon. Was het niet moeilijk om uzelf een nieuw doel te stellen toen u dat eenmaal bewezen had?

“Ik weet dat veel mensen dachten dat ik bepaalde keuzes maakte omdat ik van mijn oude imago af wilde, maar ik probeerde helemaal niets te bewijzen. Het ging om het proces. Ik was in die tijd niet bezig met resultaten, alleen met het proces, en wat gebeurde er? De resultaten kwamen vanzelf. Die les heb ik daaruit getrokken. Ik koos mijn rollen niet op basis van wat anderen ervan zouden vinden, ik koos rollen die me bang maakten, waarvan ik wist: hiervoor moet ik mezelf tot het uiterste drijven. Die spanning, dat trok me aan.”

En wat trok u aan in de rollen die daarna kwamen?

“Gold (Stephen Gaghan, 2016, red.) was een waanzinnige ervaring, omdat ik mijn vader speelde. In The Sea of Trees (Gus Van Sant, 2015) is het fascinerend om na te denken over concepten als de dood en verlossing. The Gentlemen (2019) heb ik gedaan omdat ik Guy Ritchie een goeie regisseur vind en zin had in iets met een vleugje cultureel verantwoorde pit. Voor Serenity (Steven Knight, 2019) dolde ik met existentiële vraagstukken en kroop ik in de huid van een personage dat de realiteit en dromen in vraag stelt.”

Die film zorgde er in ieder geval voor dat ik zelf de realiteit in vraag begon te stellen.

(lacht) “Ik ook. En nog altijd! Die films waren geen grote kassuccessen en kregen niet altijd lovende kritieken, maar ik maakte nog altijd gewaagde keuzes. Ik had makkelijk films kunnen maken die beter betaald en minder riskant waren, maar ik hou nu eenmaal van risico’s. Daarom doe ik ook wat ik nu doe: ik kies mezelf als personage, wat op een goeie manier beangstigend is.”

Om terug te keren naar uw idee dat het leven een kunstvorm is: zou het kunnen dat uw overwegingen om u misschien-wel-of-misschien-niet verkiesbaar te stellen als gouverneur worden ingegeven door de, mogelijk onbewuste, wens om uw levensverhaal zo veelomvattend mogelijk te maken?

“Had je me vijf jaar geleden gezegd: ‘Matthew, volgens mij moet je proberen gouverneur van Texas te worden’, dan zou ik niet eens het zelfvertrouwen hebben gehad om je te vragen waarom je dat dacht. Zou ik een daadkrachtig politicus kunnen zijn? Van nature ben ik in ieder geval geen politiek dier. Ik ben een filosofisch aangelegde folkzanger-dichter die toevallig goed verhalen kan vertellen en veel inspiratie heeft. Maar als je de baas bent over een staat of land, moet je regeren. Wetten maken. 

“Het is alleszins goed om stil te staan bij de waarde van opofferingen – en ik ben geen puritein die zich boven alles verheven voelt. Ik amuseer me graag. Ik lééf voor de zaterdagavond.”

Maar kun je…

“...leren feesten en onverantwoordelijk zijn op zo’n manier dat je het langer kunt blijven doen? Ja! We moeten dus beter leren feesten. In wezen, los van alle politiek, geloof ik dat mensen best in staat zijn om te begrijpen dat ze alles wat ze iemand anders aandoen, uiteindelijk als een boemerang in hun gezicht terugkomt. Maar aan de andere kant denk ik dat de politiek het kader daarvoor moet scheppen. Veel mensen zeggen: ‘Er is geen kader, dus pak ik wat ik krijgen kan’. Maar er moet toch een manier zijn om niet alleen je bankrekening, maar tegelijk ook je geest te voeden? Bedrijven kunnen, nu meer dan ooit, een platform zijn voor verandering. Je kunt niet volhouden dat je tegen alle vormen van hiërarchie bent, tegen alle grote bedrijven. Kunnen die bedrijven op een betere manier handel drijven? Absoluut. Maar we zijn nu eenmaal een kapitalistisch land, en dat vind ik prima.”

Ik heb het gevoel dat u eigenlijk niet over uw politieke standpunten wilt praten, maar zolang u met het idee flirt om u verkiesbaar te stellen, blijven mensen daar logischerwijs naar vragen. 

“Ik heb mijn meningen. Ik wil er nu niet dieper op ingaan, maar als ik zover ben, zal ik ze op papier zetten en organiseer ik een persconferentie waarin ik mijn standpunt haarfijn kan uiteenzetten. Dus om je vraag te beantwoorden: het zou niet eerlijk zijn om te zeggen dat ik het niet doe, tot ik zeker weet dat ik het niet doe. (Kort na het afnemen van dit interview liet McConaughey officieel weten dat hij niet meedingt naar het gouverneurschap, red.) Maar het is ook mogelijk dat ik beter tot mijn recht kom als ik mensen inspireer – niet als politicus, maar als man, vader, artiest of via de investeringen die ik doe.”

Als Cooper in ‘Interstellar’ (­2014), met Anne Hathaway.Beeld RV
Als Michael Pearson in ‘The Gentlemen’ (2019).Beeld RV

Wat is er zo inspirerend aan de investeringen die u doet?

“Ik geloof dat de bedrijven waarin ik investeer mensen kansen bieden om aan hun eigen geluk te werken, met meer succes dan de regering dat doet. Zo heb ik me de vraag gesteld hoe ik eraan kon bijdragen om mijn thuisstad Austin in zijn oude glorie te herstellen. Ik werd mede-eigenaar van het voetbalteam, Austin F.C.. Ik ben een van de geldschieters van het nieuwe universitaire sportcentrum. Ik investeer in The Athletic, dat zonder gekheid de beste sportverslaggeving ter wereld brengt. Ik ben bezig met Workrise, dat geschoolde arbeiders opleidt tot experts in hun vakgebied. Unite Us is er nog eentje: een technologiebedrijf dat buurtwerkingen in contact brengt met zorgverleners, lokale en nationale overheden, privéstichtingen. Homebase helpt kleine bedrijven met hun personeelsmanagement. Allemaal dingen die losstaan van de politiek maar waarvan ik denk: op die manier kan ik ook een verschil maken.”

U had het daarnet al even over hiërarchische structuren. Die vormen het stokpaardje van de Canadese psycholoog en schrijver Jordan Peterson. Medestanders zien zijn ideeën als een pleidooi voor traditionele mannelijke waarden, tegenstanders vinden hem regressief. In uw boek bedankt u hem voor zijn ‘duidelijkheid’. Duidelijkheid waarover precies?

“Ik heb altijd een moeilijke relatie gehad met het begrip ‘nederigheid’. Ik begreep niet goed wat ik ermee aan moest, want als ik me nederig voel, kan ik de wereld niet met vertrouwen tegemoet treden. Tot ik een uitspraak van hem las: ‘Nederigheid is beseffen dat je nog veel te leren hebt’. Op dat moment zag ik het licht. Ik was helemaal mee. Nu kan ik met opgeheven hoofd, rechte rug en een open geest zeggen: ‘Hé, ik heb een fantastisch idee en ben momenteel enorm opgezet met mezelf! Dus luister allemaal goed, want dit gaat de wereld veranderen!’ Zelfs al weet ik dat ik nog veel te leren heb, dankzij zijn definitie van nederigheid kan ik wel het vertrouwen in mezelf behouden. 

“Ik weet dat Peterson vaak – meestal onterecht, denk ik – wordt weggezet als, hoe zal ik het zeggen... omstreden. Maar hij slaat soms spijkers met koppen als het om de menselijke conditie gaat. ‘Spreek de waarheid en accepteer de gevolgen.’

“Dat kunnen we allemaal in onze zak steken. Voor Jordan is verantwoordelijkheid essentieel, net als voor mij. Het komt hierop neer: edelmoedigheid leidt tot dankbaarheid, dankbaarheid tot verantwoordelijkheid, en die leidt op haar beurt weer tot vrijheid, want hoe meer verantwoordelijkheid je neemt, hoe meer betekenis je leven krijgt. Het geeft je een identiteit. Je staat ergens voor.”

‘Ik kan met opgeheven hoofd zeggen: ‘Ik heb een fantastisch idee en ben momenteel enorm opgezet met mezelf!''Beeld Miller Mobley / August Image

Vraag u zich nooit af of datgene wat u tegenwoordig doet niet in strijd is met die ‘nederigheid’?

“Nee.”

Nee?

“Nee. Ik heb er het volste vertrouwen in dat mijn ego in de pas loopt met mijn bijdrage aan de maatschappij. Wat mijn ego het meeste streelt, zijn de dingen waar anderen het meeste aan hebben: ze zijn niet alleen goed voor mezelf, maar ook voor hem, haar, hen. Ego en dienstbaarheid zijn niet onverenigbaar.”

Wie weet kan het interessant zijn om uzelf de vraag te stellen: wat doet het soort aandacht dat ik op dit moment krijg eigenlijk met me?

“Natuurlijk vraag ik me af: waar ben ik precies naar op zoek? Welk deel van mezelf probeer ik naar boven te brengen? Ik merk dat ik het beste appelleer aan ons gedeelde mens-zijn als ik iets persoonlijks deel. Dat lijkt ironisch, duh, maar in de kunsten werkt het nu eenmaal zo.

“Dus om nog een keer terug te grijpen naar die definitie van nederigheid: ik weet dat ik nog veel te leren heb. Er is veel dat ik niet weet, dus kan ik maar beter zeker zijn van wat ik wel weet. En ik heb in ieder geval geleerd dat het ­minstens even belangrijk is te weten welke dingen je niet weet.”

Greenlights door Matthew McConaughey is uitgegeven bij Random House, 304 p’s, 27,99 euro (Engelstalig)

© The New York Times Magazine