“Mogelijk honderden kinderen met mijn zaad verwekt. Een zotte gedachte.” Belgische spermadonor stapt uit de anonimiteit

Een Belgische spermadonor die uit de anonimiteit treedt, zegt dat hij in zijn jonge jaren wel 500 keer sperma gedoneerd heeft. Twee donorkinderen die niet in hetzelfde gezin opgroeiden, blijken van hem af te stammen. Het kunnen er nog veel meer zijn, want hij ging bij verschillende klinieken, en die wisten dat niet van elkaar.

Veerle Beel

Twee Vlaamse dertigers die in een verschillend gezin opgroeiden, ontdekten drie jaar geleden via de internationale DNA-databank MyHeritage.nl dat ze dezelfde donor hebben. Zowat een maand geleden troffen ze op diezelfde site ook hun donor aan. “’s Morgens keek ik naar mijn e-mails en zag daar een bericht waarin stond dat ik een ‘match’ had met iemand die mijn vader was, en die in het buitenland woonde”, zegt een Vlaamse vrouw van 35 die anoniem wil blijven. Ze heeft sindsdien regelmatig contact met de donor en vermoedt dat er nog veel halfbroers en -zussen van haar in Vlaanderen rondlopen, die zich daar niet bewust van zijn.

De man in kwestie is 66 jaar en trok na zijn vervroegde pensioen naar het buitenland. In een telefonisch gesprek met De Standaard bevestigde hij dat hij ruim 500 keer sperma gedoneerd heeft. De man heeft er ook geen probleem mee om zich kenbaar te maken: hij heet Guy Turf en woonde op het moment van zijn eerste donatie in Gent. “Ik ben daarvoor naar de fertiliteitskliniek van het UZ Gent gegaan. Ik ben er ruim twee jaar lang twee keer in de week langsgeweest. Toen ik trouwde, ben ik ermee gestopt. Ik ben vrij snel gescheiden en omdat ik toen in Vlaams-Brabant woonde, heb ik me opnieuw als donor aangemeld in het UZ Brussel. Daar heb ik nog eens goed twee jaar gedoneerd. Ik stond er niet bij stil, maar het is best mogelijk dat met mijn sperma honderden kinderen zijn verwekt. Een zotte gedachte.”

De artsen vroegen volgens de man om vaak te blijven komen, omdat hij erg beweeglijk sperma had.

1.000 frank per keer

We vroegen de diensthoofden van de fertiliteitsklinieken om een reactie. “Ik schrik er oprecht van”, zegt Dominic Coopman (UZ Gent). “Zo’n hoog aantal zal toch eerder uitzonderlijk geweest zijn”, reageert Willem Verpoest (UZ Brussel). Beide artsen waren toen nog niet actief in deze medische sector. Ze wijzen er ook op dat veelvuldig doneren destijds niet verboden was: pas in 2007 werd bij wet bepaald dat een donor maar bij zwangerschappen in zes gezinnen betrokken mocht worden.

“Eind jaren zeventig was de sfeer helemaal anders”, zegt Turf. “Ik zag een oproep in de krant, dat ze donoren zochten. Alles gebeurde anoniem. Ik heb er geen bewijs van, want ze hebben mijn naam nooit geregistreerd. Ik kreeg een nummer, en het was dat ‘nummer’ dat doneerde. Over de zwangerschappen kreeg ik geen enkele info.” Turf kreeg naar eigen zeggen 1.000 Belgische frank (25 euro) per donatie.

Omdat er nog altijd geen nationale registratie van donoren is, valt het zelfs vandaag niet uit te sluiten dat een donor zich bij meerdere fertiliteitsklinieken aandient, en daar telkens opnieuw bij zwangerschappen van zes gezinnen betrokken wordt. “Wij zijn vragende partij voor zo’n nationale registratie”, zegt Verpoest. “De wet van 2007 beveelt die aan, maar het is nog niet geconcretiseerd.”

Beide artsen wijzen er ook op dat de wet die donorschap verplicht anoniem houdt – met uitzondering van een donor die je zelf aanbrengt – achterhaald is, nu almaar meer wensouders een donor willen die het niet erg vindt als het kind hem later zou opzoeken. En vooral ook doordat donorkinderen elkaar kunnen vinden via commerciële DNA-databanken, en door deductie soms ook hun donor.

Jarenlang gezocht

Vandaag is Turf blij met de openheid die door DNA-onderzoek is ontstaan. “Het was ook voor mij een schok toen ik opeens te horen kreeg dat ik een vrijwel volledige match heb met een zoon en een dochter in Vlaanderen. Zij waren geëmotioneerd, maar ik ook. De dochter gelijkt fysiek erg op mij. We hebben bijna dagelijks contact. Ik heb beloofd dat ik naar België kom zodra de coronamaatregelen het toelaten. Ik ben zelfs vrienden met een van haar ouders op Facebook. Ik kreeg een mail om me te bedanken. Hun dochter is jarenlang op zoek geweest zonder me te vinden.”

“Ik kan niet teruggaan naar hoe ik me in het verleden hierbij voelde, maar vandaag heb ik geen enkel bezwaar tegen de opheffing van de anonimiteit. Het zou veel lijden bij donorkinderen wegnemen. Daar voel ik me schuldig over, dat ze zo lang hebben moeten zoeken.”