Direct naar artikelinhoud
InterviewPierre Van Damme

‘Er zijn eigenlijk twee soorten extra prikken’: vaccinoloog Pierre Van Damme over de boosterprik

Vaccinoloog Pierre Van Damme: ‘We moeten nu bekijken of mensen met een zwak immuunsysteem nog een boosterprik nodig hebben.’Beeld © Stefaan Temmerman

De boosterprik kan ons uit de miserie halen. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek wijst in die richting.  Ook vaccinoloog Pierre Van Damme is hoopvol. ‘Met de booster krijgen we een goede basisimmuniteit die ook andere varianten moet aankunnen.’

Voor het eerst kon Sciensano, op basis van de vaccinatiegegevens van alle Belgen, een inschatting maken van het effect van de boosterprik op de kans op infectie. Bij volwassenen zorgt die derde prik voor een verlaging van het risico tot 67 procent. Viroloog Steven Van Gucht spreekt over ‘indrukwekkende resultaten’. Ook vaccinoloog Pierre Van Damme (UAntwerpen) ziet het positief. “Het bevestigt wat we ook al in andere, buitenlandse studies zagen, zoals in Israël en het Verenigd Koninkrijk”, zegt hij.

Waaraan ligt dat dan?

Van Damme: “Eigenlijk is het niet meer dan logisch. Want we zaten met een nog onvolledig vaccinatieschema. Dat is iets wat we nog te weinig uitgelegd hebben aan de bevolking: als er nieuwe vaccins op de markt komen, wordt er gekeken wat het ideale schema is. Soms is één dosis voldoende, soms moeten dat er twee of meer zijn. Midden in een pandemie is er geen tijd om te onderzoeken wat ideaal is. Als de vaccins werken en veilig zijn, dan worden ze zo snel mogelijk ingezet. We wisten nog niet hoe lang ze zouden werken en hoeveel dosissen er echt nodig zouden zijn.

“Het was pas toen we merkten dat er doorbraakinfecties (infecties bij mensen die enkel een basisvaccinatie, één of twee dosissen, gehad hebben, CG) begonnen op te treden, dat het duidelijk werd dat het schema nog niet op punt stond. Nu weten we wat een volledig schema moet zijn: namelijk een basisvaccinatie plus een booster.”

Uit het Sciensano-rapport blijkt wel dat het risico op besmetting, zelfs na die booster, niet nul is. 

“Dat klopt. Geen enkel vaccin werkt voor de volle 100 procent. Ook bij hepatitis B bijvoorbeeld heb je mensen die gevaccineerd zijn en toch nog een infectie doormaken, de zogenaamde non-responders. Bij een doorbraakinfectie kan het ofwel aan de gastheer ofwel aan het virus liggen. Ofwel reageert de patiënt niet goed op het vaccin, ofwel is er een variant ontstaan die het vaccin probeert te omzeilen. Kunnen we daar dan niets tegen doen? Jawel, op termijn betere vaccins maken. Alleen gaat dat niet van de ene op de andere dag. Het hepatitisvaccin dateert uit de jaren tachtig en nog ontwikkelen we nieuwe vaccins als oplossing voor de doorbraakinfecties bij enkelen.”

Voor de bevolking is het wel wat verwarrend. Eerst heette twee prikken, of één met Johnson, volledig gevaccineerd, nu hoort de booster tot het basispakket. En zelfs met drie prikken in de arm kan je nog altijd ziek worden.

“Het is inderdaad wat ingewikkeld, ja. Een maand geleden hoorden de mensen dat er absoluut een booster moest komen tegen delta. En dat bleek ook erg goed te werken. Nu krijgen ze te horen dat de booster absoluut noodzakelijk is tegen omikron. Maar dat is onvermijdelijk in zo’n pandemie. Ik heb wel de indruk dat veel mensen mee zijn, want ik krijg veel vragen om sneller een booster te krijgen. Dat merk je ook aan de populariteit van de QVax-lijst.

“En nog iets wat we eens goed moeten uitleggen, omdat ik merk dat het voor verwarring zorgt: er zijn eigenlijk twee soorten extra prikken. Mensen met een zwak immuunsysteem, zoals transplantatie- of kankerpatiënten, hebben al een extra prik gekregen. Zij kregen die minimaal 28 dagen na hun tweede prik. De afgelopen weken was er dan de discussie of de termijnen tussen de tweede prik en de booster, voor Pfizer en Moderna was dat zes maanden, korter mochten. Maar de derde prik voor de mensen met een immuundifficiëntie is geen boosterprik. Die was nodig om hun basisimmuniteit te versterken.

“We moeten nu bekijken of die groep nog een boosterprik nodig heeft. Een echte booster dus voor immuun zwakkeren. Die kans is wat mij betreft reëel. De Hoge Gezondheidsraad zal zich hierover moeten buigen.”

De boostercampagne wordt nu versneld. Gaan we nog op tijd zijn om omikron onder controle te houden?

“Ik denk dat we er niet slecht voorstaan. En dat is vooral dankzij de inzet van de vaccinatiecentra, die heel creatief zijn. Ik voel ook weer veel enthousiasme bij vrijwilligers. Mensen hebben het gevoel dat ze weer iets positiefs kunnen doen om hieruit te geraken.

“Maar om het beheersbaar te houden, zal het wel opnieuw een en-enverhaal moeten zijn. We moeten én boosteren én mondmaskers dragen én contacten verminderen én goed ventileren. Dat helpt overigens niet alleen tegen omikron, maar ook tegen griep. We zien nog altijd nauwelijks gevallen in ons land.”

Hoe ziet u dit nu verder evolueren? Zullen we nu om de vier à vijf maanden een nieuwe spuit moeten krijgen? Of gaan we eerder naar een griepscenario, waarbij de meest kwetsbaren jaarlijks een prikje nodig hebben?

“We weten nog niet wat het ons allemaal zal brengen, maar wat we nu doen is bij iedereen een goeie bodem leggen. Een beetje te vergelijken met wat velen doen voor ze uitgaan, een fondke leggen (lacht). Het basisschema, één of twee prikken en een booster, moet ervoor zorgen dat er een goede basisimmuniteit is die ook andere varianten, die mogelijk nog komen, zal aankunnen.

“Dan zie ik het eerder inderdaad naar een griepscenario gaan, waar we jaarlijks met een vaccin op maat ingeënt worden, vooral de meest kwetsbaren. En voor de rest gaan we leren leven met het virus. Dat lijkt me ook een leefbaar scenario.”