Direct naar artikelinhoud
PortretPhilippe Geubels

Philippe Geubels: ‘Uit de ‘Taboe’-aflevering over vrouwen heb ik dingen geleerd die ik absoluut niet wist’

Philippe Geubels: ‘De aflevering over vrouwen heeft veel indruk op me gemaakt. Omdat ik er het meest uit heb geleerd, ik heb inzichten gekregen over dingen die ik absoluut niet wist.’Beeld Carmen De Vos

Nooit gedacht dat het zou werken; de man van de trage seksistische grappen die tv maakt over ongewenste kinderloosheid en genderdiversiteit. Ook in het tweede seizoen van de VRT-reeks Taboe gaat Philippe Geubels (40) de zware thema’s niet uit de weg. Wat is zijn geheim? Vrienden, collega’s en Geub zelf lichten een tipje van de sluier. 

De immer ogenschijnlijk onverstoorbare. Dat is de indruk die de komiek uit Dendermonde bij velen nalaat. Ondanks zijn kleine gestalte lijkt het alsof er een storm over hem mag razen, hij zal geen millimeter bougeren. Dat heeft veel te maken met zijn monotone en lijzige manier van spreken, maar het gaat verder dan dat. Op de een of andere manier krijg je het idee dat de wereld mag vergaan, de Geub zal het niet aan zijn hart laten komen.

Toch is hij een stuk gevoeliger en empathischer dan je zou denken, klinkt het bij zijn entourage. Daarnaast is hij een harde werker en doorgedreven perfectionist. Bepaald niet onbemiddeld ook, het grappen maken heeft hem geen windeieren gelegd. Desondanks blijft hij een heel gewone mens, volgens degenen die hem kennen.

“Ik heb daar een leuke anekdote over”, zegt Jan Dircksens, die bij Woestijnvis vaak met Geubels samenwerkte. “Ooit kwam de Nederlandse tv-maker Ivo Niehe bij Philippe thuis, die had een programma waarin hij laat zien hoe celebrity’s wonen. Na het interview volgde een rondleiding, maar het huis zag er zo gewoontjes uit dat Niehe uiteindelijk besloot het niet uit te zenden. Het was een soort bel-etage met twee hondjes, een salon bovenop een garage, zeg maar. Niks grote luxe. Dat is typisch voor Philippe, hij pakt niet uit met zijn rijkdom.”

Lees ook

Vier eerdere kandidaten uit ‘Taboe’: ‘In het huis was Philippe een echte mensen-mens, geen BV’

‘Taboe’ van Philippe Geubels: ik laat me zowaar inpakken door een man die op een podium moppen tapt

Na ‘Taboe’: Magali De Reu over mensen met autisme. ‘Het bekendste misverstand is misschien wel het gebrek aan empathie’

Voor hij bekend werd, leidde Geubels een doorsnee leventje. Op school blonk hij nergens in uit, hij rommelde maar wat aan en had intussen last van pleinvrees, wat het leven ook al niet makkelijker maakte. Na het derde middelbaar stapte hij over naar de hotelschool. Toen hij tijdens zijn studie als verkoper bijverdiende, kreeg hij die pleinvrees eindelijk onder controle. Uiteindelijk belandde hij als ­rekkenvuller bij de Colruyt, zijn eerste echte job. 

Tot hij in 2007 aan de Comedy Casino Cup deelnam. Hij werd weliswaar tweede, maar hij kwam, zag en overwon met zijn kurkdroge humor. “Humor ging me goed af, het was het enige in mijn leven dat zomaar lukte, zonder dat ik er veel moeite voor moest doen”, zegt de komiek op een gure vrijdagmiddag in de Antwerpse Arenbergschouwburg. Geubels’ carrière ging dan ook in steile opmars. Niet alleen de Vlamingen sloten hem massaal in de armen, ook de Nederlanders wisten zijn slowe grappen te smaken.

Lees ook
Beeld Carmen De Vos

Intussen doet hij veel meer dan stand-upcomedy; hij presenteert, jureert in De slimste mens, acteert en interviewt. Op z’n Geubels, zonder pretentie, zonder te veel gedoe. Dat is kenmerkend voor de komiek, weten vrienden en bekenden. Hij is altijd dezelfde gebleven.

“Hij heeft zeker iets onverstoorbaars, maar dat betekent niet dat hij gevoelloos is”, meent Olivier Goris, voormalig netmanager bij Eén, waar hij jarenlang met Geubels samenwerkte. “Je komt niet tot de gesprekken in Taboe als je weinig empathie en begrip aan de dag kunt leggen. Zijn grote kracht is dat hij heel goed weet hoe mensen in elkaar zitten. Hij houdt van Vlaamse muziek, heeft een volkse achtergrond. Dat maakt dat hij met een breed publiek connecteert, hij weet veel beter dan een hoop anderen uit de media hoe de ‘gewone mens’ in elkaar zit.”

Goris noemt Geubels een ‘valse trage’: “Het lijkt alsof het allemaal traag en per ongeluk bij hem gebeurt, maar intussen is hij een meester in timing die goed weet wat hij doet. Toch speelt hij geen rol, hij is zoals hij is. En dat is gelaagder dan we denken. Hij lijkt maar wat te zeggen, maar intussen zit er veel vakmanschap in. Het gebeurt zeker niet zomaar, al is hij van nature wel een echte grappenmaker.”

Dat de Geub zich zeer bewust is van wat hij doet, blijkt als je met hem samenwerkt uit alles, weet Goris. “Tijdens de voorbereidingen voor Is er een dokter in de zaal? (humoristische panelquiz over gezondheid, red.) was ik in eerste instantie niet zeker of hij dat programma zou kunnen dragen, al wist ik dat hij nogal een hypochonder is en de bijsluiters van medicamenten van binnen en buiten kent. Maar hij deed dat heel goed. Het is misschien niet het meest gelaagde programma dat we ooit hebben uitgezonden, maar het zat goed in elkaar, zijn moppen klopten, de juiste mensen zaten aan tafel. Omdat hij er zich scherp van bewust was dat hij het programma droeg en erop beoordeeld werd. Hij werkte hard en dan besef je dat het hem niet zomaar komt aanwaaien. Tegelijk is hij zichzelf, er is niets gekunstelds aan.”

Dat hij een klein, raar ventje is, nuanceert Geubels zichzelf op het podium. Maar wel een die de kunst verstaat om degene die hij interviewt volledig op zijn gemak te stellen. “Hij babbelt op een heel ongedwongen manier met mensen en zal zich nooit boven een gesprekspartner zetten”, zegt Jan Dircksens. “Ik denk dat hij even gemakkelijk tegen een Christian Van Thillo praat als tegen een fan. Daarom gaan de gesprekken in Taboe hem zo goed af. Ik heb hem nog nooit op iemand zien neerkijken. Hij neemt iedereen even serieus.”

Empathie is zijn beste eigenschap, vindt Geubels zelf. “Mensen interviewen over taboes is iets heel anders dan grappen maken op een podium, dat is een feit. Maar ik ben oprecht geïnteresseerd in mensen. En ik maak graag connecties met anderen, ik vind het altijd interessant om mensen te leren kennen die in een compleet andere wereld leven dan ik.”

Lees ook
Beeld Carmen De Vos

In het tweede seizoen van Taboe ontvangt Geubels opnieuw mensen in zijn vakantiehuis in Chiny. Ze gaan naar buiten, wandelen, eten, praten. En het gáát ergens over. Maar ook humor komt aan bod. In elke aflevering brengt Geubels een comedyset over het bewuste thema. Die combinatie van zware onderwerpen en humor ging ook internationaal niet onopgemerkt voorbij. Taboo ging al in Australië, Zwitserland en Canada in productie en in verschillende landen worden er eigen versies opgenomen.

“In sommige landen hebben ze gevangenen als taboe-onderwerp gekozen”, zegt Geubels. “Ik vind dat ook interessant, zeker op het vlak van human interest. Maar wat het humorgedeelte betreft, vind ik het niet kunnen. Omdat je de zot uithangt met mensen die slachtoffers hebben gemaakt. Slachtoffers die wellicht ook naar het programma kijken. Dat ligt moeilijk, vind ik. Waarmee ik de gevangenen niet in een vergeethoek wil duwen, maar voor een entertainmentprogramma is het volgens mij niet het juiste onderwerp.”

Wel vond hij dat, naast verslaafden, autisten, bejaarden, mensen met een opvallend uiterlijk enzovoort, ook vrouwen in de nieuwe reeks pasten. Vrouwen? Een taboegroep? “Toen het idee op tafel kwam om vrouwen in de reeks te betrekken, stond ik er nogal weigerachtig tegenover. Maar intussen gaat het programma om meer dan lachen met mensen om wie je niet mag lachen. Ik denk dat het een groot platform is geworden waar de kijker inzicht over bepaalde thema’s kan krijgen. En we vonden dat er over vrouwen nog heel wat inzichten te rapen vielen. Uiteindelijk vind ik het een van de beste afleveringen die we ooit maakten. Omdat we, zonder fanatiek te zijn, toch een aantal problemen laten zien waarmee vrouwen vandaag nog altijd geconfronteerd worden.”

Alles vragen

De vrouwen praten over stevige en ook heel wat intieme onderwerpen, gaande van verkrachting, onzekerheid over hun uiterlijk tot een depressieve vagina. Je zou denken dat je je daar als enige man in het gezelschap niet altijd even gemakkelijk bij voelt, maar daar heeft Geubels geen last van: “Ik voelde me nooit ongemakkelijk, ik heb alles kunnen vragen wat ik wilde, in elke aflevering. Als je het op de juiste manier doet met de juiste bedoelingen, kun je alles vragen, denk ik.

“Ik ben al twintig jaar getrouwd, dus het fenomeen van een depressieve vagina kende ik wel. Nee, dat is niet waar. (lacht) Ik had er nog nooit van gehoord. Het klinkt misschien wel grappig, maar het gaat om iets heel ergs: wanneer je als vrouw zo’n traumatische gebeurtenis meemaakt, kan het gebeuren dat je spieren er dusdanig door verkrampen dat het altijd pijn doet als je seks hebt. Ik wist niet dat het bestond. Helaas dus wel.”

Van de zeven taboe-onderwerpen in de reeks zijn er twee die hem het meest zullen bijblijven, klinkt het. “De aflevering over vrouwen heeft veel indruk op me gemaakt. Omdat ik er het meest uit heb geleerd, ik heb inzichten gekregen over dingen die ik absoluut niet wist. De carrièrekansen en gelijke inkomens van vrouwen, bijvoorbeeld. Ik ging er altijd van uit dat geen enkele man een vrouw serieus zou weigeren om hogerop te geraken. Nu weet ik dat het veel meer te maken heeft met de bedrijfscultuur, met ondernemingen die gericht zijn op mannelijke eigenschappen.”

Dat heeft niet per se met de mannen zelf te maken, denkt de komiek. “Het is ook niet zo dat de vrouwen hen met de vinger wijzen. Het gaat om een systeem dat nu eenmaal bestaat. In dat systeem, en dat zie ik nu pas, zouden vrouwen meer ruimte moeten krijgen om hun gedachten en ideeën uit te wisselen. Mannen pakken die ruimte gewoon in, dat is een typisch mannelijke eigenschap. Ze beginnen iets te roepen alsof ze specialist in het onderwerp zijn, terwijl ze er eigenlijk niet zo veel van afweten. Dat heb ik eruit geleerd: door in te zien dat er verschil is tussen mannen en vrouwen, kun je er iets aan veranderen.”

Alles vragen
Beeld © Carmen de vos

Zegt de man die bekendstaat om zijn vrouwonvriendelijke grappen. Al is hij dat volgens Taboe-regisseur Kat Steppe eigenlijk helemaal niet. “Hij respecteert de vrouwen met wie hij praat, ze voelen zich bij hem op hun gemak en vertellen hem alles. Het zit hem echt dwars dat hij als vrouwonvriendelijk wordt bestempeld, dat merkten we tijdens de aflevering over vrouwen.”

Geubels laat het anders niet aan zijn hart komen, zegt hij. Na zijn deelname aan De Columbus kreeg hij heel wat commentaar omdat hij te veel zou zagen en helemaal niet de lolbroek was waar de mensen hem doorgaans voor houden. “Ik lees bewust geen reacties en ben dus niet met kritiek bezig. Maar het klopt wel: ik kan zeker zagen. Alleen denk ik dat de kijker het niet zo begreep. Wim (Lybaert, red.) kon bijvoorbeeld heel lyrisch over een flamingo doen. Ik vind het dan grappig om te zeggen dat dat eigenlijk gewoon een kip op lange poten is. Het is maar een vogel, hè. Maar ik lach er dan niet bij want dan is het ook weer niet grappig. Maar dat komt dus anders over. Los daarvan, ik kan zagen.”

Dat beaamt Kat Steppe: “Hij is een dikke zaag maar je kunt het wel tegen hem zeggen en dan stopt hij meteen. Meestal met de toevoeging: ’Maar ik zaag zo graag!’ Waar die neiging tot zeuren vandaan komt, weet ik niet. Als er iets onverwachts gebeurt of hij heeft het ergens moeilijk mee, dan is zijn eerste reflex dat hij erover begint te klagen.”

Volgens Jan Dircksens van Woestijnvis kan hij behalve zagen ook bijzonder slechtgehumeurd zijn. “En hij heeft een neiging naar het depressieve. Dat zijn dingen die je er bij het pakket Philippe Geubels moet bijnemen. Maar dat is ook een deel van zijn humor, hij kijkt op een niet al te vrolijke manier naar de werkelijkheid. Zoals met veel comedians het geval is, geldt dat ook voor Philippe: in het dagelijks leven is hij niet de grootste lolbroek.”

Zelf zegt hij er weinig over. Hij piekert, vooral ’s nachts. “Over dat ik doodga en hoe ik doodga, over dingen in het leven die kunnen misgaan. Over mijn gezondheid, noem maar op.” Maar zijn fascinatie voor gezondheid heeft niets te maken met hypochondrie, want dat heeft hij niet, zo klinkt het. Wel is hij heel geïnteresseerd in alles wat met de medische wereld te maken heeft.

Pleinvrees

Philippe Geubels interviewen is geen sinecure, dat is bekend. Hij praat niet graag over zichzelf, en als hij dat wel doet, dan zo summier mogelijk. “Ik heb ooit eens halvelings bij een interview met hem gezeten”, herinnert Jan Dircksens zich. “Telkens als Philippe over een bepaald onderwerp naar zijn mening werd gevraagd, zei hij dat hij er niets over kon zeggen. Het is een soort muurtje dat hij opbouwt, denk ik. Hij praat niet graag over zichzelf. Uit bescheidenheid en ongemak. Wat dat betreft, komt hij van ver. Vroeger had hij zware pleinvrees, zware sociale angsten. Als je van daar komt en je geeft plots zes interviews op een dag, is dat een serieuze aanpassing. Met die gedachte in het achterhoofd, doet hij het al bij al nog goed.”

Lees ook

Zo goed waren de Belgische tv-makers in 2021: dit waren hun beste programma’s

Ook tijdens ons gesprek krijgen we verschillende keren “ik weet het niet” te horen. Dat hij goed is in vragen omzeilen, lacht hij aan het eind van het interview. Maar volgens Dircksens speelt hij geen spelletje. “Als hij iets niet weet, is dat echt. Het is geen manier om van de vraag af te zijn of om die te omzeilen. Hij is ook eerder bang om maar wat slap te lullen. Dan zegt hij liever niets.”

Zijn eigen verklaring is simpel: het moet niet over zichzelf gaan, dat vindt hij niet nodig. Het weinige dat hij over zichzelf kwijt wil, is dat zijn humor in de loop der jaren zachter is geworden. Vroeger maakte hij hardere grappen, ook om een beetje te choqueren. Maar hij heeft van geen enkele grap spijt. “Ik vind dat je met alles mag lachen. We làchen ook met alles, behalve als het over onszelf gaat. Dat is iets om over na te denken. Ik vind ook dat mensen gekwetst mogen zijn. Het moet niet zo zijn dat de maatschappij zich telkens moet aanpassen als er iemand gekwetst is.”

Maar er is ook zoiets als beleefdheid, rekening houden met elkaar, nuanceert hij. “Ik heb vaak het gevoel dat wanneer we tegenwoordig klagen dat je niets meer mag zeggen, we eigenlijk bedoelen dat je niets onbeleefd meer mag zeggen. Dat is iets anders. Ik heb niet het gevoel dat ik niets meer mag zeggen, het valt allemaal best mee. Leven en laten leven, is mijn idee.”

Van flauwe plezante naar empathische interviewer. Wie had dat gedacht van de seksistische moppenverteller uit De Slimste Mens. “Hij is een gevoelige en empathische man”, zegt Kat Steppe. “Maar als hij met mensen over gevoelige thema’s spreekt, gaat het niet met hem op de loop. Ik zou er een dag of een week lang mottig van zijn, hij niet. Misschien is dat uit zelfbescherming, maar het doet niets af aan de oprechtheid waarmee hij luistert.”

Lees ook
Beeld Carmen De Vos

De naturel waarmee Geubels zich schijnbaar moeiteloos door ieder zwaar gesprek loodst, komt door het feit dat hij zichzelf daar niet als echte interviewer ziet, denkt Kat Steppe. “Hij is niet bezig met wat voor gesprek het moet worden, hij regisseert niet. Ik doe dat wel, maar vanop grote afstand. Net door er zoveel tijd aan te geven, hoef ik zo min mogelijk in te grijpen.”

Blijft de vraag of hij nu echt zo onverstoorbaar is als hij doet uitschijnen. Is hij dan nooit nerveus? “Jawel,” zegt Geubels. “Maar mijn lichaamstaal volgt niet op hoe ik mij van binnen voel. Hoe nerveuzer ik word, hoe stoïcijnser. Dat is niet slecht, vind ik. Ik hoef niet altijd per se iets te zeggen.”

Lgbtqia+

Ook de Taboe-aflevering over mensen met een onvervulde kinderwens maakte grote indruk op Geubels. “Het was heel emotioneel. Het waren allemaal fijne mensen, na een dag had ik al het gevoel dat we beste vrienden waren. Uit mijn eigen vriendenkring weet ik dat mensen met een onvervulde kinderwens meestal geen ruimte krijgen om hun verdriet te uiten. Door de omgeving wordt het niet als een verlies gezien. Maar als die mensen te horen krijgen dat ze geen kind kunnen krijgen, is dat ook een soort afscheid, een voldongen feit. Een beetje hetzelfde als bij ouders die een kind verliezen. Alleen is het niet zichtbaar.”

Het is het grootste taboe uit de reeks, vindt hij. “Iedereen kent het fenomeen; als we iemand van pakweg 45 jaar vragen of hij kinderen heeft en het antwoord is nee, dan beginnen we direct over iets anders. Of er vallen ongemakkelijke stiltes. Dat is niet slecht bedoeld, het is een menselijke reactie. Maar daarom is het wel goed dat het in het programma eens aan bod komt.”

Nieuwe inzichten. De woorden komen verschillende keren terug tijdens het gesprek. Zo wist hij weinig over genderdiversiteit. “En nu heel veel. Er was een transvrouw die er goed over kon vertellen, vooral over het feit dat je niet voor je plezier in transitie gaat. Terwijl ik vroeger zo’n beetje dacht: als je man wilt worden, dan doe je dat toch gewoon?” Maar je wordt geen man, hebben ze me uitgelegd. Je bént al een man. Alleen niet lichamelijk. Ik hoorde dat veel mensen die in transitie gaan eerst tot een absoluut dieptepunt moeten komen om een beslissing te nemen. Dat het vaak een keuze is tussen doodgaan of in transitie gaan. Je kunt het je niet voorstellen als je het zelf niet kent. Maar ik snap het beter nu.”

Zelf voelt hij zich als man prima in zijn vel. “Best aangenaam”, klinkt het droog. En dan volgen een aantal clichés: “Ik denk dat het leven als man iets minder complex is. Wij zitten ook wat simpeler in elkaar. Als een vrouw vraagt: wat ben je aan het denken, dan is het antwoord soms echt: niks. Dat is geen grap, het is gewoon waar.”

Hoe het zou zijn om als vrouw door het leven te gaan? Nee, daar heeft hij nog nooit over nagedacht. “Op sommige vlakken moeilijker, denk ik. Stand-upcomedy, bijvoorbeeld. Ik weet niet goed waarom, maar het lijkt lastiger voor vrouwen. Terwijl vrouwenhumor even grappig is als mannenhumor. Het is anders, dat wel. Maar niet minder.”

In zijn show maakt hij een grap over de lange afkortingen die gebruikt worden voor mensen met een genderdiverse achtergrond. “De opsomming Lgbtqia+ is zo veelomvattend dat ik een alternatief hebt: i.e.d.e.r.e.e.n. Maar serieus, ik begrijp en respecteer wel dat het gevoelig ligt.”

Ongeduld

Dit jaar werd hij veertig, iets waar hij toch wat moeite mee heeft. “Ik weet niet of er een goeie manier is om oud te worden. Misschien als je aan de heroïne zit. (lacht) Ik bedoel als je écht oud bent, hè. Neem nu het aantal pillen dat bejaarden moeten nemen. Pijnstillers, angstremmers… dat kun je volgens mij allemaal vervangen door heroïne. Je spendeert je laatste dagen in een roes en als je verslaafd raakt, is dat niet erg want je bent al kei-oud. Tegen de tijd dat het problematisch wordt, ben je er niet meer. Je moet alleen wel zorgen dat je genoeg heroïne hebt, natuurlijk. Nu, ik durf er nog lang niet aan te beginnen want ik ben bang dat je al na één keer verslaafd raakt.”

Hij experimenteerde vroeger weleens met cannabis maar daar bleef het bij. “Ik heb heel even gewone sigaretten gerookt,  maar daar ben ik snel mee gestopt. Ik was altijd heel bang voor mijn gezondheid. Het is nogal raar als je een sigaret rookt en intussen aan het denken bent wat je er allemaal van kunt krijgen. Dan ben je er niet echt van aan het genieten natuurlijk. (lacht) “Ik heb dat ook met alcohol. Ik drink regelmatig en als ik dan een kater heb, denk ik aan wat er allemaal kapot gaat in mijn lichaam.”

De enige conclusie die hij trekt na het tweede seizoen van Taboe is dat er geen is. Hij laat het liever aan de kijker zelf over. Een derde seizoen zit er niet in, denkt hij. Alle taboes zijn zo ongeveer de revue gepasseerd.

“Ik zie wel wat er op me afkomt. Tijdens de pandemie heb ik weinig gedaan dus ik hoop dat het anders wordt. Ik wil véél doen.

“Het theater gaat voorlopig nog steeds door, maar in deze omstandigheden heb ik er geen zin in. Zeker als het over humor gaat is het belangrijk dat de mensen op hun gemak zijn, dat de zaal vol is zodat het tenminste gezellig is. Nu zitten er 200 man verdeeld over een zaal van 600 man. Dat is voor niemand leuk. Ik hoor van collega’s die nog wel voorstellingen geven dat er gewoon geen sfeer is. Gelukkig heb ik mijn tv-werk, ik kan die keuze nog maken, veel collega’s kunnen dat niet.”

Tot slot nog een laatste vraag over hemzelf. Eentje waar hij wél antwoord op geeft. Zijn grootste minpunt is zonder meer zijn ongeduld, vindt hij. In extreme mate. “Ik luister niet altijd goed, lees bepaalde dingen niet goed, allemaal uit ongeduld. Ik ben te ongeduldig om praktische dingen zoals een kast in elkaar te zetten, ik kan niet tegen wachtrijen. Ik zou nooit voor de bakker buiten staan wachten. En ik wilde altijd graag piano leren spelen, maar dat gaat niet lukken wegens te ongeduldig. Daarom was stand-upcomedy mijn geluk. Dat ging meteen goed, ik was vertrokken. Anders was ik er waarschijnlijk allang mee gestopt.

“Zo zie je maar. Je grootste zwakte is vaak ook je grootste sterkte.”

Taboe, tweede seizoen, van 26 december iedere zondag op Eén.