Direct naar artikelinhoud
ReportageSarajevo Hagada

Dit eeuwenoude joodse boek overleefde drie oorlogen, maar is nu toch weer in gevaar

Voor de Sarajevo Hagada is een hypermoderne expositieruimte ingericht, gefinancierd met buitenlands geld.Beeld ANP / EPA

Terwijl Bosnië door een politieke crisis gaat, staat het nationale museum door chronisch geldgebrek op de rand van sluiting. Maar het beroemdste object van de collectie, de Sarajevo Hagada, heeft al erger doorstaan. ‘De hagada is een feniks.’ 

De hoge ramen met houten vensters in de directeurskamer van het Nationaal Museum in Sarajevo ademen nog altijd de grandeur van het fin de siècle. Aan het eind van de 19de eeuw moest het museum een gevoel van eenheid aanwakkeren in het toen nog maar net gestichte land Bosnië en Herzegovina, waar rooms-katholieken, orthodoxe christenen, moslims en joden in het hart van de Balkan samenleefden.

Het pronkstuk van de collectie kocht het museum al snel na de opening in 1888 aan: een unieke 14de-eeuwse, geïllustreerde versie van de hagada, het boek waar joden traditiegetrouw uit lezen op seideravond, een van de belangrijkste feesten op hun kalender.

Het Nationaal Museum had er meteen een publiekstrekker mee in huis. De Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand was op weg naar dít museumcomplex, toen hij op 28 juni 1914 door Gavrilo Princip in Sarajevo vermoord werd, vertelt museumdirecteur Mirsem Sijarić (51) met een flauwe glimlach van trots. Het leidde de bloedige 20ste eeuw in, met de Eerste en daarna ook nog de Tweede Wereldoorlog.

In de nazi-jaren gingen er geruchten dat Adolf Hitler het ‘Museum van een uitgestorven ras’ wilde oprichten, waarin de Sarajevo Hagada niet zou mogen ontbreken. In 1942 stond er een nazicommandant bij het museum op de stoep, maar de islamitische bibliothecaris en de katholieke museumdirecteur hadden een plan: ze logen dat het boek al eerder door een andere naziofficier opgehaald was. Hoe die heette? “Het was niet aan mij”, antwoordde de directeur, “om zijn naam te vragen.” Het maakt het middeleeuwse manuscript – geschatte waarde: 7 miljoen dollar – tot symbool van hoop in de bloedige geschiedenis van Bosnië-Herzegovina. 

De laatste maanden nemen de politieke spanningen tussen de Bosniakken, Kroaten en Bosnische Serviërs – van oudsher moslims, rooms-katholieken en orthodoxe christenen, maar inmiddels officieel etnische groepen – weer toe. Alle redenen om de hagada te laten stralen, zou je denken. 

Tijdens de oorlog van de jaren negentig lag het manuscript opgeborgen in de kluis van de bank in het stadscentrum, vertelt directeur Sijarić, terwijl hij door de ramen van zijn kantoor naar buiten wijst. Daar lag de frontlinie, dus veilig was het hier niet bepaald. Nu is er een speciale, met buitenlands geld gefinancierde expositieruimte. Hij zal er straks de deur van openen.

Bijzondere illustraties

Op seideravond, het hoogtepunt van het Pesach-feest, herdenken joden de exodus uit Egypte. De tekst is altijd hetzelfde, opgetekend in de hagada, het zijn de illustraties die het Sarajevo-boekwerk zo bijzonder maken, zegt Jakob Finci (78), voorzitter van de joodse gemeenschap.

Voor joden is het afbeelden van God ten strengste verboden en volgens sommige tradities mogen zij überhaupt geen levende wezens afbeelden. “Dus waarschijnlijk was de maker niet joods”, zegt Finci, die zelf tijdens de Tweede Wereldoorlog is geboren in een Italiaans concentratiekamp in Kroatië. Hij wijst op een illustratie van een volle seidertafel: aan de rand van de tafel zit een zwarte bediende met hoofddoek. Volgens sommige theorieën is het de auteur van het boek, dat waarschijnlijk rond 1350 gemaakt werd in de buurt van Barcelona. Daar woonden destijds ook Moren, die als moslims wél mensen mochten afbeelden.

Jakob Finci, voorzitter van de joodse gemeenschap van Sarajevo, in zijn kantoor. Hij houdt een kopie van de Sarajevo Hagada in de hand.Beeld Daniel Rosenthal

Toen de joden in 1492 uit Spanje werden verbannen, reisde de hagada met hen mee. Het boek dook vervolgens op in Italië, waar het joodse geschrift de inquisitie op mysterieuze wijze overleefde – de aarde was er na de schepping ook nog eens rond afgebeeld. Toch concludeerde een zekere priester Domenico Vistorini in 1609 dat er volgens het katholicisme niets aanstootgevends in stond. Finci wijst in de kopie het in zwierig potlood geschreven stempel van goedkeuring aan. De meest gangbare verklaring is dat Vistorini een bekeerde jood was, die vernietiging van het boek blijkbaar niet over zijn hart kon verkrijgen.

Later nam een rabbijn het boek uit Venetië mee naar Sarajevo, waar een joodse familie het uiteindelijk verkocht aan het Nationaal Museum. Waar de hagada tijdens de Tweede Wereldoorlog verstopt was, is onduidelijk. Volgens romantische lezingen lag hij onder de vloer van een moskee of begraven onder een kersenboom. Finci houdt het erop dat het boek, waarvan de kaft niet opvalt, in het volle zicht verborgen was in de museumbibliotheek, tussen de duizenden andere boeken in de kast.

Internationaal gewild topstuk

De laatste maanden lopen de politieke spanningen hoger op dan in alle jaren sinds het vredesakkoord, maar vandaag wil Finci het eens niet hebben over de al zo vaak besproken verdeeldheid van zijn land. De hagada is tegenwoordig gewild bij musea over de hele wereld, maar verlaat Sarajevo vrijwel nooit. “Het museum kan veel meer met de hagada doen”, vindt Finci. In september kopten Spaanse media weliswaar ronkend dat de Sarajevo Hagada na vijf eeuwen ‘thuiskwam’, maar in werkelijkheid toont de tentoonstelling in het Centro Sefarad in Madrid alleen reproducties van het boek. Finci is een van de drijvende krachten achter de tentoonstelling, samen met de uitgever van de kopieën. Het Nationaal Museum was er niet blij mee.

Finci zucht. Zelfs toen het museum door geldgebrek tussen 2012 en 2015 helemaal gesloten was, ging het niet in op een aanbod van het Metropolitan Museum in New York om het boek zolang tentoon te stellen. “Ik kreeg vanuit New York een mail of we de hagada hier wel echt hebben”, grinnikt Finci. “Want niemand zegt ooit nee tegen het Metropolitan.”

Er kwam een delegatie uit New York kijken. Na veel aandringen kreeg Finci het museum zover de kluis voor hen te openen, maar tot zijn spijt bleef de hagada ook tijdens de museumsluiting in Sarajevo. “Het was een geweldige kans geweest om een positief verhaal over Bosnië aan de wereld te vertellen, in plaats van waar het meestal over gaat: genocide, oorlog, Srebrenica.”

Hypermoderne zaal 

“Het Nationaal Museum heeft het nog steeds zwaar”, zegt Mirsem Sijarić in zijn 19de-eeuwse kantoor. “Niemand wil ervoor betalen’, zucht hij. “Kroatische en Servische politici zeggen het niet hardop, maar ze beschouwen dit als een moslimmuseum.” Een nogal absurde karakterisering, al was het maar omdat verreweg het beroemdste van de drie miljoen culturele en natuurhistorische objecten een joods boek is.

Na een lange klaagzang over het gebrek aan financiering gaat directeur Sijarić met tegenzin voor naar de kleine, speciaal voor de Sarajevo Hagada hypermodern ingerichte zaal. Het is de enige ruimte in het museumcomplex met airconditioning. Behalve de temperatuur is ook de luchtvochtigheid hier gecontroleerd. Alles om het topstuk in goede staat te houden.

Na binnenkomst blijkt de vitrine alleen leeg. Het eeuwenoude boek ontbreekt. “Geen zorgen, geen zorgen, de hagada ligt in de kluis. De vitrine is leeg omdat het beveiligingssysteem onderhoud nodig heeft. In Bosnië kan niemand dat doen, dus het wachten is al weken op de Duitse producent.”

De speciaal ingerichte ruimte voor de Sarajevo Hagada is als enige in het museum voorzien van airconditioning. Ook wordt de luchtvochtigheid gecontroleerd. Het eeuwenoude boek wordt echter bewaard in de kluis.Beeld Daniel Rosenthal

Normaal gesproken zou de hagada twee keer per week voor publiek te zien moeten zijn, maar net als de politieke situatie van de Bosnische staat is ook die van het museum fragiel. Er is geen geld en amper nog personeel. Omdat Sijarić de salarissen van zijn overgebleven medewerkers nauwelijks kan betalen, is de stemming in het nagenoeg verlaten museum beroerd. Terwijl mensen in de stad angstig praten over een nieuwe oorlog, wordt ook het geheugen van Bosnië in zijn bestaan bedreigd. Een nieuwe sluiting is volgens Sijarić slechts een kwestie van tijd.

“Maar het is te vroeg om de hoop te verliezen”, zegt Jakob Finci van de joodse gemeente. Juist nu is het belangrijk om de geschiedenis van het boek te vertellen. “De hagada is een feniks, die net als Sarajevo altijd weer uit de as herrijst.” Bovendien is het geen exclusief joods symbool van overleving, benadrukt hij. “Het is steeds gered door niet-joden. De hagada laat zien hoeveel we in Bosnië kunnen bereiken als we voor elkaar zorgen.”