Noodtoestand op Filipijnen na tyfoon Rai, Vlaming getuigt: "Geen transport, geen goederen, alles is weg, alles"
Op de Filipijnen is de noodtoestand afgekondigd, na de doortocht van de tyfoon Rai. Die heeft aan zeker 375 mensen het leven gekost en de eilandengroep in vernieling achtergelaten. Door de noodtoestand zou de hulpverlening en heropbouw van het land vlotter moeten kunnen verlopen. En daar is nood aan, getuigt Vlaming Jean Martens: "Er is geen transport, er zijn geen goederen. Alles is weg, alles."
"De afkondiging van de noodtoestand zal de reddings-, noodhulp- en heropbouwingsinspanningen van de regering en de particuliere sector versnellen", kondigde de Filipijnse president Rodrigo Duterte aan.
De tyfoon Rai trok eind vorige week over de Filipijnen en kostte aan zeker 375 mensen het leven. Een vijftigtal mensen is nog vermist. Volgens de Verenigde Naties heeft de tyfoon zo'n 2,4 miljoen mensen getroffen. 139.000 huizen zouden vernield zijn en naar schatting 684.000 mensen moesten hun huis verlaten.
Nu het weer wat beter is, wordt de schade pas echt duidelijk. Gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt, de straten liggen bezaaid met bomen, elektriciteits- en verlichtingspalen en allerlei door de storm losgerukte zaken.
Ook gewassen liepen zware schade op. Rijst, maïs en groenten zijn vernield en ook de visserij is zwaar getroffen. De oogsten zijn weggespoeld en ook de infrastructuur is beschadigd of vernield.
Er zijn nu nog altijd mensen die geen onderdak hebben van vorige tyfoons
Dat er dringend nood is aan humanitaire hulp, ziet ook de Vlaming Jean Martens, die op de Filipijnen woont. "90 procent van de gebouwen is vernield, er is geen opvang, mensen slapen onder de blote hemel", getuigt hij in "De ochtend" op Radio 1:
Humanitaire hulp heeft hij nog niet gezien, enkel de wegen zijn vrijgemaakt. "Maar zolang er geen boten aankomen in de haven met voeding of andere producten hebben ze er niet veel aan dat de wegen vrij zijn, want er is geen transport, er zijn geen goederen, alles is weg, alles."
De Filipijnen zijn een eilandstaat en de noodhulp moet van de hoofdstad Manilla en andere grote steden komen. "En dat duurt enorm lang", weet ook Gudrun Cartuyvels, adviseur klimaat en duurzaamheid bij de internationale ontwikkelingsorganisatie Trias, die in het verleden zelf op de Filipijnen gewoond en gewerkt heeft.
Ook al belooft de regering nu versnelde hulp, het verleden leert dat tyfoons de Filipijnse bevolking lange tijd in miserie storten. "Ook bij andere tyfoons duurde het jaren voor mensen uit hun tenten terug naar hun huizen konden teruggaan of nieuwe huizen door de overheid voorzien werden", zegt Cartuyvels in "De ochtend". "Er zijn nu nog altijd mensen die geen onderdak hebben van vorige tyfoons."
Beluister de getuigenis van Jean Martens en het gesprek met Gudrun Cartuyvels in "De ochtend":
