Direct naar artikelinhoud
InterviewMemorabiliaverkoper Paul Fraser

‘Gooi nooit iets weg. Iets wat nu waardeloos lijkt, zal er in het licht van het jaar 2043 heel anders uitzien’

Marilyn Monroe zet een handtekening.Beeld VP

Nog op zoek naar een origineel kerstcadeau dat net iets meer is dan een nietszeggende bon of een gadget dat nog voor Nieuwjaar tweedehands is doorverkocht? En het mag nog iets kosten ook? Klop dan eens aan bij Paul Fraser, de man achter het wereldvermaarde huis van vertrouwen voor de gekste memorabilia: handtekeningen van Madonna en Tom Cruise, brieven van Martin Luther King en Fidel Castro, maar ook ondergoed van Marilyn Monroe of een partituur van Giacomo Puccini. Klinkt wat prijzig, zegt u? Ach, het commentaar van de verkoper krijgt u er gratis bij. ‘230.000 euro voor dit brokstukje van het vliegtuig van Charles Lindbergh. Ik heb er al spijt van dat ik het zo laag heb geprijsd.’

Geef eens een handtekening cadeau. Niet de uwe, die is wellicht geen euro waard, maar wel die van een bekende medemens. Het is niet alleen een origineel geschenk, maar ook een topinvestering. Dat blijkt althans uit de PFC Autograph Index, de hitparade van de zeldzaamste en waardevolste handtekeningen en memorabilia, die Paul Fraser nauwkeurig bijhoudt.

Paul Fraser: “Die index is een soort aandelenkoers in onze branche. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat de waarde van de handtekening van prinses Diana sinds haar dood in 1997 jaarlijks met 11 procent is gestegen. Ook de handtekening van Elvis blijkt een goede investering: ieder jaar komt er 9,5 procent bij. Da’s véél beter dan een spaarrekening en de meeste aandelen.”

Hebt u ooit zelf iemand om z’n handtekening gevraagd?

Fraser: “Ja, honderden sterren: Paul McCartney, Clint Eastwood, Sylvester Stallone… Met wat geluk raak je even in gesprek met je helden. Ik ben altijd alert, maar het is me al tientallen keren overkomen dat ik een ster op straat aanklampte voor een handtekening en een voorbijganger me vervolgens vroeg: ‘Wie was dat?’ Vaak zijn sterren vermomd of kleden ze zich zo onopvallend of lelijk mogelijk om op straat niet lastiggevallen te worden. En soms wordt een ster niet herkend omdat hij of zij in werkelijkheid, zonder make-up en zonder stylist en perfecte belichting, een stuk lelijker is.” (lacht)

“Het helpt natuurlijk als je woont waar de sterren wonen en wandelen: Londen, Los Angeles, New York, Monaco… Die steden zijn hun natuurlijke biotoop. Ik vatte vaak post aan de uitgang van tv-studio’s waar ze hun nieuwe cd of boek of film kwamen promoten. Dan konden ze niet anders dan mij passeren.”

En dat lukt altijd?

Fraser: “Er zijn sterren die me opdringerig vonden en een handtekening hebben geweigerd. Rod Stewart heeft me ooit bot afgescheept: ‘Laat me met rust, kom later naar mijn hotel.’ Ik antwoordde: ‘Maar ik sta hier nu en ik heb pen en papier klaar…’ Zijn vriendin heeft hem toen aangemaand om toch maar mijn papiertje te signeren. Het helpt altijd als er een vrouw bij is: een ster wil niet een koele, arrogante eikel lijken in de ogen van zijn stoot van de dag. Zelfs de stuurse Van Morrison bezweek voor de sussende woordjes van zijn vriendin.”

Voor memorabiliajagers zijn er ook voorwerpen, brieven, kleren... Levert de research naar de oorsprong van zo’n uniek item soms onverwachte inzichten op die de prijs opdrijven?

Fraser: “Heel vaak zelfs. Onlangs bleek uit een brief van Charles Dickens dat hij tijdens zijn voorleestournee door Amerika president Lincoln had ontmoet, iets wat tot dan niet bekend was. Of je checkt de datum van een brief, en plots ontdek je dat Marie-Antoinette die op de dag van haar onthoofding heeft geschreven. Van John F. Kennedy hebben we onlangs een kerstkaartje verkocht. Op zich is dat niet zo bijzonder, want een president verstuurt er zo duizenden, vaak gesigneerd met een autopen, die de handtekening machinaal reproduceert. Alleen was dit kerstkaartje door Kennedy zelf gesigneerd, met zijn vulpen, én was het in november 1963 verstuurd vlak vóór hij naar Dallas reisde… Het kwam pas aan nadat hij was vermoord.”

Da’s een goed voorbeeld van een conversation piece: het verhaal wordt belangrijker dan het object zelf.

Fraser: “Conversation pieces halen altijd huizenhoge prijzen. De verzamelaar vergaart dan niet zozeer een handschrift of een object, maar een brok levende geschiedenis. Een brief waarin Robespierre het bevel geeft om iemand te laten guillotineren, bijvoorbeeld, levert instant kippenvel op. Dan denk je: als ik die brief indertijd had kunnen laten verdwijnen, dan was die mens blijven leven.”

“Onlangs hebben we een baardhaar van koning James I verkocht, dat was afgeknipt na zijn dood – dus vlak nadat hij onthoofd was. Dan hou je het haar van het afgehakte hoofd van een koning in je hand. Luguber en morbide, maar ook fascinerend. Er zijn al brokstukken verkocht van de auto waarin James Dean zich heeft doodgereden, of de neus van de verongelukte Concorde: 400.000 euro.”

Je vernoemde het magische woord: haar. Ik kan niet geloven dat mensen dat verzamelen.

Fraser: “Correctie: historical hair, haar met een verhaal. Bijkomend voordeel: haar vergaat niet. Wij hebben haar van Elvis Presley in stock, dat is geknipt toen hij naar het leger moest – de meest legendarische knipbeurt sinds die van Samson! Of haar van John Lennon, geknipt op een filmset. We verkopen zelfs het haar van beroemde racepaarden, vooral dat van Red Rum – lees de naam achterstevoren – is gewild. De haarlok die we van Marilyn Monroe aanbieden, is geknipt door haar persoonlijke kapper Robert Champion, vlak voor ze uit haar hotel vertrok naar Madison Square Garden om daar ‘Happy Birthday, Mister President’ te zingen voor JFK. Kostprijs: 300.000 euro, but worth every penny.”

Een showbroekje van Madonna – 21.000 euroBeeld rv

Schilder Churchill

Persoonlijke bezittingen worden vaak na de dood van een ster verzilverd door één van hun vertrouwelingen of intimi. Wat zijn de intiemste dingen die je al zag passeren?

Fraser: (zucht diep) “Ik wil er niet eens bij stilstaan. Iemand – níét wij – heeft een vod met het bloed van de pas neergeschoten president Lincoln verkocht, en een bebloede windel van de autopsie van het lijk van Napoleon. Niet iets wat ik in huis zou willen, maar er is een markt voor. Intimiteit is altijd een troef, ook al is het geperverteerde intimiteit. Onlangs haalde een brief van JFK aan zijn Zweedse minnares – één van de vele – 80.000 euro. Voor wie dat bedrag niet kan ophoesten, hebben we een zijden das van hem: een koopje voor 6.000 euro.”

“Mij fascineren vooral de what if-items. Zo hebben we een brief van Charles Dickens aan de Amerikaanse generaal James H. Carleton in de aanbieding, die eigenlijk de ambitie koesterde om schrijver te worden. Dickens raadde hem dat tactvol af. Nu, Carleton was een beest, een staalharde militair die heel wat indianen heeft afgeslacht en die ook als diplomaat een beslissende rol heeft gespeeld in de Amerikaanse geschiedenis. Stel dat Dickens hem had aangemoedigd, dan was niet alleen de Amerikaanse, maar wellicht de hele wereldgeschiedenis anders gelopen. Dat kippenvel voel je ook als je een karakterloos schilderijtje van de jonge aquarellist Adolf Hitler vasthoudt.”

Collage van waardevolle memorabilia.

Soms wordt een niemendalletje iets waard omdat het eigendom was van een superster of een historische figuur: kruimels van een cake zijn waardeloos, tenzij ze 160 jaar oud zijn en de cake is gegeten door Queen Victoria.

Fraser: “Klopt. Een houten kommetje waaruit Gandhi heeft gegeten, heeft 90.000 euro gehaald. Da’s eigenlijk absurd en pervers, want dat simpele kommetje was het symbool van zijn eenvoud en armoede. Maar de naam is alles. Winston Churchill was een politicus, geen schilder. Toch haalde één van zijn schilderijen onlangs 9 miljoen euro! Waarom? Omdat ‘Toren van de Koutoubia-moskee’ het enige schilderij is dat hij heeft afgewerkt tijdens de Tweede Wereldoorlog. (droog) Hij had andere dingen aan z’n hoofd. En bovendien heeft hij het cadeau gegeven aan president Roosevelt.

“Onlangs hebben we het postzegelalbum van John Lennon verkocht. Niet erg rock-’n-roll, postzegels. (lacht) Die door hem als 10-jarige netjes ingeplakte postzegels zijn waardeloos, maar omdat het album een persoonlijke bezitting was, ging de prijs als een raket de hoogte in. Wat het item nog charmanter én duurder maakte, was dat Lennon het dríé keer had gesigneerd, op de aarzelende manier waarop een kind zijn eerste handtekening uitprobeert. Cute. And priceless.”

“En wat zou je geven voor deze verroeste sleutel?”

Euh, 5 euro?

Fraser: “Het is de sleutel van de kamer waarin Napoleon werd opgesloten op het eiland Sint-Helena, na zijn verbanning in 1815. Dit verroeste prul veranderde van eigenaar voor 100.000 euro. En ik weet dat het de échte sleutel is, want hij is verkocht door zijn bewaker Charles Fox, wiens moeder met Napoleon heeft gecorrespondeerd. Een koopje! Ter vergelijking: het gouden paradezwaard van Napoleon is verkocht voor 6 miljoen euro.”

Maar is zo’n aankoop altijd een goede investering?

Fraser: “Net zoals bij aandelen fluctueren de prijzen constant. Alleen de vaste waarden blijven een zekere investering, zoals bezittingen van Elvis Presley. Een riem die hij tijdens een concert heeft gedragen: 260.000 euro! Een gitaar die hij in de Sun Studio heeft bespeeld: 1,2 miljoen!”

Paul Fraser handelt in memorabilia: 'Onlangs hebben we een baardhaar van koning James I verkocht, dat was afgeknipt na zijn onthoofding. Luguber, maar ook fascinerend.’Beeld rv

“Memorabilia taxeren is geen exacte wetenschap. Er is ook zoiets als smaak en interesse: wat voor de ene verzamelaar de heilige graal is, laat de andere verzamelaar siberisch. In de VS vechten verzamelaars om een door Babe Ruth gesigneerde baseball die je in Europa aan de straatstenen niet kwijtraakt. Idem voor de sneakers van basketballer Michael Jordan: in Amerika zijn die voor meer dan een half miljoen verkocht. En wie niet wild wordt van voetbal, zal ook niet geïnteresseerd zijn in een gesigneerd truitje van Pelé.”

Een Brit heeft ooit Pelé tegengehouden toen de legendarische spits zijn sportzak wilde signeren: de man wilde ze niet ‘besmeuren’ met ‘een krabbel in viltstift’. Pelé zei verbouwereerd: ‘Dit is de eerste keer in vijftig jaar dat iemand me smeekt om iets níét te signeren.’

Fraser: “Die man kost ons geld! (lacht) Handtekeningen van dode sporthelden leveren fortuinen op, want zij kunnen geen handtekeningen meer zetten. Als het aanbod niet meer vergroot, stijgen de prijzen. Vlak na de dood van prinses Diana schoot de waarde van haar handtekening meteen de hoogte in. Ook omdat royals volgens de wet eigenlijk niets mogen signeren, tenzij privé, zoals een kerstkaartje naar familieleden of vrienden. Onlangs hebben we een speelkaart verkocht waar de jonge prins William onnadenkend zijn naam op had gekrabbeld toen hij aan de universiteit studeerde. Meer was het niet, maar het was wél William! En het gaat snel: deze kerstkaart van Diana kwam een uur geleden binnen, en ze is al verkocht.”

Haar van Marilyn Monroe – 292.000 euroBeeld rv

Fax van Napoleon

Gebeurt het dat sterren zelf verwoede verzamelaars zijn? Paul McCartney zei me dat hij nooit zelf biedt tijdens veilingen: ‘Mijn aanwezigheid drijft de prijs op.’

Fraser: “Dat is zo, daar zijn sterren zich bewust van. Charlie Watts was een goede klant van mij: hij verzamelde handtekeningen en drumsticks van jazzmuzikanten. Elton John is een manische verzamelaar, en hij is bovendien heel onrustig: om de zoveel jaar verkoopt hij zijn collectie en begint hij opnieuw.”

“Nu, dat is allemaal veranderd door het internet. Vroeger zat je op een veiling met je concurrenten in de zaal. Ik zág Bill Wyman daar zitten. Bill was de bassist, maar ook de archivaris van The Rolling Stones. Mick Jagger wilde wel van zijn oude rommel af, zolang hij er maar goed aan verdiende. We hebben nu de handgeschreven tekst van een onuitgegeven Stones-song te koop en Mick Jagger is niet geïnteresseerd… in zijn eigen handschrift.”

“Tegenwoordig wordt veelal op het internet geboden en zie ik enkel stromannen. Indertijd heb ik nog geboden tegen een man van wie achteraf bleek dat hij namens Bill Gates had geboden. Dan ben ik natuurlijk kansloos. (zucht) Maar in onze branche knaagt niets meer dan gemiste kansen. Toen ik jong was, heb ik de songtekst van ‘Imagine’ gemist omdat ik te weinig geld had. Dat papiertje is nu miljoenen waard.”

Heel wat sterren, zoals Paul McCartney, zijn gestopt met foto’s en instrumenten signeren, omdat ze weten dat die handtekeningen worden verhandeld en ze daar bezwaren tegen hebben.

Fraser: “Ja, dat zéggen ze. Soms is dat echt zo, zoals in het geval van astronaut Neil Armstrong: in 1994 stopte hij met handtekeningen geven, en meteen schoot de prijs van zijn krabbel de lucht in. Maar er zijn ook sterren die op fandagen een zakcentje bijverdienen door tegen betaling handtekeningen te zetten.”

“Commercieel denkende artiesten zoals Andy Warhol beseften al heel vroeg wat hun handtekening waard is. Hij maakte zelfs een schilderij van zijn handtekening, die hij als zijn logo zag, en verkocht er gesigneerde litho’s van. Natuurlijk geldt: hoe meer handtekeningen er in omloop zijn, hoe lager de waarde ervan. Eén handgeschreven briefje van Jezus zou miljarden opbrengen omdat er voorlopig geen enkel bekend is. Dat zou ook niet kunnen, want papier en inkt bewaren geen tweeduizend jaar.”

Wat stijgt het meest in waarde?

Fraser: “Vaak worden bankbiljetten gesigneerd, omdat dat soms het enige papier is wat iemand op zak heeft. De digitalisering helpt onze branche niet, al heb ik al gesigneerde kredietkaarten gezien. Vaak worden handtekeningen gezet op papiertjes die niets kosten, dan is de waardestijging nog groter. En cheques waarmee Charles Dickens of Marilyn Monroe indertijd hun leveranciers betaalden, werden soms niet verzilverd omdat die sluwe verkopers toen al voorzagen dat de cheque later een veelvoud van het verschuldigde bedrag waard zou zijn.”

“De schaarste, de herkomst, de waarde van het object en de context determineren de prijs. Initieel hoeft de fan niet zoveel te investeren, behalve enkele seconden van zijn tijd. Ik denk niet dat een andere bezigheid een beter rendement biedt. Tegenwoordig zijn er professionele amateurs die foto’s van het net afdrukken en altijd bij zich hebben, in de hoop dat ze de juiste ster tegen het lijf zullen lopen. Dat gebeurt vooral in Hollywood.”

Ook memorabilia uit de filmwereld zijn in trek. Jij hebt een bijl die Jack Nicholson in The Shining heeft gebruikt.

Fraser: “Ze is nog niet verkocht – 60.000 euro, géén geld. Jack heeft toen meerdere bijlen gebruikt, maar er zijn er een aantal verdwenen, wellicht vernietigd. Het is voor alle duidelijkheid een nepbijl uit piepschuim, maar ze ziet er echt uit en ze is gebruikt door een Oscarwinnaar in een iconische scène in een iconische film. Dat drijft de prijs op. De jurk die Marilyn Monroe in The Seven Year Itch heeft gedragen, is van eigenaar gewisseld voor 5 miljoen dollar. Movie props zijn gewild, we hebben al piepkleine decorstukjes van de set van Star Wars voor heel hoge bedragen verkocht. En de Rosebud-slee uit Citizen Kane is nu een miljoen waard.”

Er zijn massa’s vervalsingen in omloop. Hoe herken je die?

Fraser: “Kennis is macht: hoe meer ervaring je hebt, hoe meer fake crap je ziet passeren en hoe beter je echt van nep kunt onderscheiden. Onze branche is een mijnenveld. Eén voorbeeld: na de val van het IJzeren Gordijn werd de markt overspoeld met vervalsingen van parafernalia van Russische kosmonauten, tsaren en Lenin en Stalin. Al die ‘schatten’ kwamen zogenaamd uit lang verborgen gebleven verzamelingen. Bullshit! Om te beginnen moet je weten dat sommige zaken historische en technologische onmogelijkheden zijn: Napoleon kon geen fax tekenen, want de fax was toen nog niet uitgevonden. Oliver Cromwell kon niet signeren met een stift, want die was toen nog niet uitgevonden. En is het waarschijnlijk dat Marie-Antoinette een elpee van Duran Duran gesigneerd zou hebben?”

(lacht)

Fraser: “Je lacht, maar silly varianten op dat voorbeeld krijgen we dagelijks aangeboden. Daarnet nog toonde een handige jongen me een exemplaar van Please Please Me, de eerste elpee van The Beatles uit 1963, gesigneerd door alle Beatles. Maar het was een persing uit 2005: John Lennon was toen al 25 jaar dood. Da’s het verschil tussen 30.000 euro en nul euro.”

“Je moet ook de gewoonten van de maker kennen. Lewis Carroll, de auteur van Alice in Wonderland, schreef bijvoorbeeld uitsluitend met paarse inkt. Alle zogenaamde manuscripten in zwarte inkt zijn sowieso vervalsingen. Zwarte inkt uit die tijd is trouwens altijd verdacht, want zelfs kleurvaste galnoteninkt verkleurt na verloop van tijd tot bruin.”

Je vernoemde daarnet al de autopen.

Fraser: “Da’s een gruwelijke uitvinding die sterren in staat stelde om ‘persoonlijke’ correspondentie te ‘signeren’. Dat gebeurde al vrij vroeg: bijna alle kerstkaarten van koningin Elizabeth zijn sinds 1959 gesigneerd met zo’n autopen. Dat zie je met een vergrootglas: met een autopen begint en eindigt de handtekening met een puntje waar de pen neerkwam en werd opgeheven. Heel wat presidenten signeerden één kaart en lieten die dan drukken. En supersterren lieten van alles signeren door hun roadies of door de secretaresse van de fanclub. Dat laatste is heel vaak een probleem, want dan zegt zo’n oude dame die de handtekening van The Beatles verkoopt: ‘Ik heb die al vijftig jaar, het zijn ze alle vier en ze komen van de fanclub, dus zijn ze toch zéker echt?!’ (glimlacht) Ouderdom en zelfs herkomst garanderen niets. Ook Walt Disney liet bijna alle fanmail signeren door zijn secretaresse, en we weten dat die van Marilyn Monroe de handtekening van haar werkgeefster feilloos kon imiteren. Dat deed ze bijna altijd in rode inkt. Alle rode handtekeningen van Marilyn zijn dus verdacht.”

Ook in memorabilialand dicteert de mode de waarde: souvenirs die in pakweg 1970 peperduur waren, zijn dat niet meer anno 2021 en vice versa.

Fraser: “Dat heeft te maken met trends, de heersende moraal en de populariteit van de ster in kwestie. Er werd lang grof geld geboden voor alle parafernalia die ook maar van ver aan Hitler gelinkt konden worden, en niet alleen door gespecialiseerde of extreemrechtse verzamelaars. Dat is nu voorbij: als die handel nog bestaat, dan is hij ondergronds gegaan. Ik denk ook niet dat iemand nog een handtekening van Bill Cosby of Harvey Weinstein wil.”

Een gesigneerde foto van The Beatles op de set van de film ‘Help!’: 35.000 euroBeeld rv

Kapje van de paus

Ik heb de indruk dat almaar meer bizarre prullen begeerde en bijgevolg peperdure memorabilia worden. In New York zag ik een opportunist die brokstukken verkocht van het gebouw waar Woody Allen woont: de bliksem was ingeslagen en die stukken waren op straat gevallen.

Fraser: “Die gekte is begonnen toen de Berlijnse Muur werd afgebroken. Ik heb er nog steeds spijt van dat ik toen niet met een vrachtwagen naar Berlijn ben gereden, want die brokstukken zijn later voor ridicuul veel geld verkocht. Er zijn bakstenen te koop van de nu afgebroken club The Cavern in Liverpool, waar The Beatles hebben gedebuteerd. Aan die baksteen is niets bijzonders te zien, maar de link met The Beatles volstaat. Of neem nu een drumhead, dat is de ronde voorkant van een basdrum: die is amper iets waard. Tenzij er ‘The Beatles’ op staat... Ringo Starr had er zelf nog één en hij heeft die voor een miljoen dollar verkocht.”

Ook fouten zijn waardevol. In de filatelie zijn fout gedrukte postzegels soms een veelvoud waard van de gecorrigeerde versie.

Fraser: “Ken je de Del Monte Note? Da’s een dollarbiljet waarop iemand in de drukkerij – per ongeluk of opzettelijk, dat weet niemand – een stickertje van Del Monte-bananen heeft geplakt, vlak vóór dat biljet werd gedrukt. Het serienummer en het watermerk staan mee op de sticker. Meer is het niet, maar recent is dat biljet wel geveild voor meer dan 350.000 euro.”

“Er zijn ook platenhoezen die later werden gecensureerd en waarvan alleen de eerste, ongecensureerde uitgave waardevol is. Op de hoes van David Bowies Diamond Dogs waren eerst de genitaliën van de hond te zien, later zijn die uitgewist. Op de originele hoes van Black and Blue van The Rolling Stones stond een vrouw vol blauwe plekken. Die werd gecensureerd en vervangen door brave foto’s van de Stones zelf. En de plaat Yesterday and Today van The Beatles had een butcher baby-cover, met bloedend vlees en babypoppen met afgehakte hoofden op de hoes. Vreemd, voor een groep met zo’n braaf imago. Daar werd na protest een sticker opgeplakt, die nieuwsgierige fans eraf pelden. Maar een hoes mét sticker is nu meer waard, ook al zie je dan niets.”

De bijl van Jack Nicholson in ‘The Shining’ – 60.000 euroBeeld rv

Als een jasje van Michael Jackson wordt aangeboden door zijn lijfwacht of butler, of een hemd van JFK door zijn chauffeur Bob Morey, dan weet je dat het echt is. Of niet?

Fraser: “Hopelijk. Maar niet alle butlers zijn eerlijk en niet alle bedriegers zijn butler. Als ik me goed herinner, moest de voormalige butler van prinses Diana spullen aan de familie teruggeven die hij zogenaamd van haar cadeau had gekregen. Nu schrijven de beroemde gulle gevers daar bijna altijd een briefje bij: ‘Hierbij verklaar ik dat ik deze zilveren vaas schenk aan mijn trouwe hofdame…’ Vroeger gebeurde dat niet, en ik twijfel er niet aan dat heel wat zogenaamd geschonken juwelen en andere waardevolle spullen in werkelijkheid door huispersoneel werden ‘gevonden’.”

“Hoe dan ook is de herkomst cruciaal. Op eBay vind je nepjasjes van Michael Jackson, maar het échte jasje dat hij in de videoclip van ‘Thriller’ heeft gedragen, is van eigenaar gewisseld voor anderhalf miljoen euro. Wij hebben onlangs een zucchetto verkocht, zo’n wit zijden kapje dat alleen de paus mag dragen. Je zou denken dat zo’n heilig relikwie het Vaticaan niet uit mag, maar blijkbaar wordt het gezien als privébezit van de paus. Jaren geleden heeft paus Pius XII er één cadeau gedaan aan een vriend. Na diens overlijden is het op de markt gekomen. Pius XII heeft samengewerkt met de nazi’s, wat de prijs nog opdrijft. Toch is het een koopje: slechts 10.000 euro voor iets wat door Gods vertegenwoordiger op aarde is gedragen!”

Ik denk weleens: ocharme de vrouw die is getrouwd met een fanatieke verzamelaar. Het zijn toch per definitie mannen?

Fraser: “Ik zie de laatste jaren een kentering. Een duur gesigneerd en bezweet T-shirt van Justin Bieber wordt niet gekocht door een heteroseksuele man. (grinnikt) Ik heb wel vaak meegemaakt dat de weduwe van een verzamelaar verbaasd was over de waarde van de postzegelcollectie of brievenverzameling van haar man. In de meeste gevallen heeft zo’n echtgenoot een halve eeuw lang gelogen: ‘Ik heb net een uniek stuk aangeschaft, schat, voor slechts 100 pond. Een koopje!’ Terwijl hij er 10.000 pond voor had betaald. Verzamelaars van postzegels zijn vaak fanatiek: als ze drie van vier zeldzame postzegels bezitten, dan ruïneren ze zichzelf om ook de vierde te bemachtigen. Ik hou hen niet tegen.”

Geef onze lezers eens goede raad?

Fraser: “Gooi nooit iets weg. Heb oog voor de lange termijn: iets wat nu waardeloos lijkt, zal er in het licht van het jaar 2043 heel anders uitzien. En wees je bewust van het watervaleffect: als je je geen grote kunst kunt veroorloven, investeer dan in iets kleins en goedkoops, waarvan de prijzen nog niet door het dak schieten. De recentste trend is die van het fractional ownership: meerdere, soms honderden verzamelaars worden samen eigenaar van een heel duur item, zoals timesharing bij vakantiehuizen.”

“Tot voor kort waren enkel specialisten geïnteresseerd in space memorabilia, maar nu vechten leken plots om handtekeningen van astronauten. Een gesigneerd trainingspak van Buzz Aldrin haalde 90.000 euro. En hij is slechts de nummer twéé. Een leeg zakje waarin Neil Armstrong maanstof heeft verzameld, heeft meer dan een miljoen gehaald.”

Tot slot: verzamelt u zelf? De echte verkoper is zoals een drugsdealer: hij mag niet verslaafd raken aan zijn eigen waar. Ik vraag het ook omdat u de voorbije uren heel kalm over uw vak hebt gepraat, u bent blijkbaar niet snel onder de indruk van historische artefacten.

Fraser: “Ik raak nochtans geregeld opgewonden over stukken. Daarnet nog, toen ik een document vasthad dat Hendrik VIII heeft ondertekend, de koning die enkele van zijn zes vrouwen heeft laten onthoofden.”

(plechtig) “Ik heb een grote verzameling menu’s. Niet zomaar menu’s van restaurants, maar van speciale gelegenheden, zoals historische diners. Of een menu dat op één of andere manier bijzonder is gemaakt – ik heb er eentje waar Salvador Dalí een prachtige eenhoorn op heeft getekend. Die verzameling – ik heb er nu drieduizend, geloof ik – moet behoorlijk wat geld waard zijn, maar daar wil ik niet aan denken. Dat is het luxeprobleem van mijn erfgenamen.” 

paulfrasercollectibles.com

© HUMO