Direct naar artikelinhoud
HemelpostPeter R. de Vries

Douglas De Coninck: ‘Telkens als je pretendeerde het beter te weten, Peter R. de Vries, bleek dat aan het eind gewoon ook zo te zijn’

Douglas De Coninck: ‘Telkens als je pretendeerde het beter te weten, Peter R. de Vries, bleek dat aan het eind gewoon ook zo te zijn’
Beeld Philippe Callant / RV

In Hemelpost zeggen we vaarwel tegen hen die in 2021 zijn komen te gaan. De Morgen-onderzoeksjournalist Douglas De Coninck schrijft hier een brief aan Peter R. de Vries, Nederlandse misdaadverslaggever. Hij werd 64 en overleed op 15 juli.

Hoi Peter,

Jeugdheld. Collega bij wie ik aan de telefoon meestal niet uit mijn woorden raakte.

Je had nog dertien jaar te leven toen een van de bekendste Vlaamse strafpleiters je werk in de zaak van de Amerikaanse rijkeluisstudente Natalee Holloway als “verwerpelijke misdaadjournalistiek” wegzette. Je had voor 4,5 miljoen paar Nederlandse ogen de moordenaar van Natalee Holloway ontmaskerd. Je had een dubieuze zakenman en twee geluidstechnici ingehuurd om stiekem een met daderkennis doordrongen bekentenis te filmen. Justitie op Aruba keek van je bewijzen weg. De bekentenis was niet bepaald conform de geldende rechtsregels verkregen – natuurlijk niet – en een paar jaar later vermoordde Joran van der Sloot in Lima opnieuw een meisje.

Op haast elk journalistiek product zit een fouten­marge. Journalisten die paden bewandelen waar niemand ooit eerder kwam, stellen zich bloot aan voor anderen weinig waarschijnlijke risico’s: van achteraf te herbekijken conclusies tot een kogel in je hoofd. Op jouw hele werk zit nul foutenmarge. Telkens als je pretendeerde het beter te weten dan politie of justitie, bleek dat aan het eind gewoon ook zo te zijn.

Hollandse nuchterheid. Recht op je doel af. En niks politie­bescherming, nee dank u. Ook niet als de twee vorige directe vertrouwenspersonen van kroongetuige Nabil B. in het ­Marengo-proces (een grote strafzaak in Nederland over drugs­gerelateerde moorden en pogingen tot moord, red.) al waren ­geliquideerd. Als de macht van de drugskartels in Nederland een niveau heeft bereikt waarin zij in plaats van de daartoe verkozen instanties de wet gaan stellen, dan is het land in oorlog. Simpel. En dan werd je maar oorlogs­verslaggever. Met de daaraan verbonden ­risico’s.

Verwerpelijk

Velen vonden jou arrogant. Verwerpelijk. Ik weet dat de verwijten je nauwelijks bereikten. Als je een aangeboren allergie voor onrecht hebt, dan komt dat iets dikkere vel vanzelf.

Ik kreeg een ongemakkelijk ­gevoel bij die overrompeling aan rouw- en huldebetuigingen. Allemaal mensen die opeens deden alsof ze je werk in de loop van de jaren hadden gevolgd en gekoesterd. Dat was helemaal niet zo. Toen jij en oud-politiecommissaris Jan Blaauw zich eind jaren negentig gingen interesseren voor de Puttense moordzaak (de moord op stewardess Christel Ambrosius in 1994, waarvoor twee schoonbroers ten onrechte werden veroordeeld, red.) werd er jarenlang meewarig gemonkeld.

Het was toen en op de meeste redacties nog altijd de meest hopeloze pitch waar je als misdaadverslaggever mee kunt komen: ja, die kerels zijn wel veroordeeld voor die moord, of staan daarvoor terecht, maar die hebben dat niet gedaan en ik ga hun onschuld bewijzen. Ik weet nog niet precies hoe, maar ik ga het bewijzen...

De Puttense moordzaak betekende een revolutie voor het ­Nederlandse rechtssysteem, dat hierdoor alleen maar rechtvaardiger en eerlijker is geworden. Dat had niks met sensatie te maken, dat had te maken met jouw heel oprechte levensdoel om deze wereld als een betere plek achter te laten dan toen je ze ontdekte.

“Er werd in de jaren negentig nog afhoudend en geïrriteerd gereageerd op de inmenging van de vasthoudende misdaadverslaggever”, schreef Elsbeth Stoker na je dood in de Volkskrant. “Nu hoort hij gewoon bij de scene”, zei rechter en emeritus-hoogleraar strafrecht Theo de Roos over je. “In justitiële kringen wordt hij gezien als a fact of life, ze hebben met hem leren leven.”

Nu is de vraag hoe wij moeten leven zonder jou, Peter.   

(Hemelpost, naar een idee van HP/De Tijd)