BEKIJK - Nu opvolging verzekerd is, hoe moet het verder met Hubbletelescoop en wat heeft die ons geleerd?

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA schoot de telescoop Hubble op 24 april 1990 de ruimte in. De Hubble werd in een baan om onze aarde gebracht met als opdracht het universum in ongezien detail te onderzoeken en op beeld vast te leggen. 

Helaas kwamen de eerste beelden onscherp binnen: de spiegel van de telescoop had een heel kleine afwijking. Uiteindelijk waren er verschillende herstelmissies nodig om de ruimtetelescoop te herstellen. 

De Space Shuttles waren toen nog in dienst en astronauten konden tijdens urenlange ruimtewandelingen de Hubble herstellen:

Intussen zijn die kinderziektes ver achter ons en is de telescoop na meer dan 30 jaar nog steeds in dienst. Straf, want de oorspronkelijke levensduur was veel korter.

Sinds de Space Shuttles uit dienst zijn genomen is het ook niet meer mogelijk om de telescoop te onderhouden of van nieuwe snufjes te voorzien. De laatste grote onderhoudsbeurt dateert al van 2009. Hubble is al een tijdje op de sukkel: de ouderdom begint zich te vertalen in technische problemen.

We gaven het eerder al mee, er is een opvolger klaar voor Hubble. De James Webbtelescoop is de grootste ruimtetelescoop ooit.

In tegenstelling tot Hubble zal die telescoop rond de zon vliegen en niet rond de aarde. Onderhoudsmissies zijn dus niet mogelijk. Het moet dus meteen goed verlopen. Nochtans kan het op meer dan 300 manieren helemaal foutlopen nog voor de eerste waarneming wordt gedaan.