Direct naar artikelinhoud
OpinieMagali De Reu

Na ‘Taboe’: Magali De Reu over mensen met autisme. ‘Het bekendste misverstand is misschien wel het gebrek aan empathie’

Voetbalspelers uit de Belgische competitie dragen een shirt met de slogan van De Warmste Week.Beeld BELGA

Magali De Reu is de auteur van Aut of the Box, waarin ze een realistische maar bovenal positieve kijk werpt op autismespectrumstoornissen.

‘Kunnen zijn wie je bent, dat verdient iedereen’, klinkt de boodschap van De Warmste Week. Uiteraard ook voor wie een autismespectrumstoornis (ASS) heeft. Onze troeven zijn talrijk, misverstanden over ASS zijn dat helaas ook.

Alles begint met onze nood aan duidelijkheid, wij ASS’ers houden ervan. Het zorgt ervoor dat u steeds weet wat u van ons mag verwachten. We zijn integer, benoemen de zaken dus graag zoals ze zijn, zodat we voort kunnen. Dat staat haaks op de Vlaamse modus operandi: bij nieuwe ontmoetingen gaan veel mensen eerst poolshoogte nemen en hun manier van communiceren aanpassen aan de gesprekspartner. Doorgaans is het veel geblaat en weinig wol.

Magali De Reu.Beeld Greetje van Buggenhout

Maar ik geef toe, wij ASS’ers zijn niet zonder blaam. Gezien onze prangende nood aan duidelijkheid maken we ons weleens schuldig aan rigide denkpatronen. In een wereld die wordt gekleurd door nuance is dat niet altijd een deugd. Maar als we iets willen bereiken, gaan we er als een speer voor.

Sterker nog, we gaan daar soms zeer creatief in te werk, ook een van onze sterktes. Hoewel ons soms beperkte voorstellingsvermogen en onze lineaire gedachtegang niet meteen in ons voordeel spelen, bracht onderzoek uit 2015 de creativiteitsparadox aan het licht. Veel mensen met ASS kunnen namelijk verbanden leggen die hun neurotypische medemens moeilijk zou spotten. Voeg daaraan toe dat het leeuwendeel van mensen op het spectrum bevoordeeld is met een eminent oog voor detail en u krijgt de meest creatieve en slimme ideeën als resultaat. Hoe onbescheiden het mag klinken, denk ik dat ik mijn succes als copywriter en podcaster daar zelfs aan te danken heb. Vraag mij om één gevatte woordspeling en u krijgt er van mij tien.

Deze spitsvondigheid en humor wenden veel mensen met autisme aan als sociaal smeermiddel. Vergis u niet, we zijn wel degelijk in staat om sociaal te zijn met anderen. Maar doordat we ongeschreven regels niet altijd registreren of naleven, vallen we helaas dikwijls uit de boot. Onze omgeving ervaart meermaals een plaatsvervangend gevoel van schaamte – iets wat welig lijkt te tieren in onze maatschappij. Op zowel jongere als oudere leeftijd worden wij ASS’ers soms uitgesloten of zelfs gemeden.

Wat empathie zou dus welkom zijn, maar ironisch genoeg zijn wij ASS’ers wel degenen die beticht worden van een gebrek hieraan. Dat is misschien wel het bekendste misverstand over mensen met autisme. Een gesprek over de kernuitstap zou voor ons even emotioneel beladen zijn als een relaas over iemands overreden kat. Niet dus. Veel mensen op het spectrum zijn vaak té empathisch en gaan zich zo net afsluiten voor prikkels die tot een emotionele uitbarsting kunnen leiden. In tegenstelling tot het beeld dat van ons wordt opgetekend, zijn we een vat vol emoties – alleen kan niet iedereen met autisme ze makkelijk herkennen, laat staan benoemen.

Betrapt u uzelf tijdens het lezen van dit stuk op (zelf)relativering? Omdat u gelooft dat iedereen in zekere zin wel een beetje autistisch is? Misschien verdient u dan een verbale veeg uit de pan. Het is niet omdat u zichzelf herkent in één klein deel van het spectrum dat u zich de diagnose mag toe-eigenen. Zo reduceert u iemands lange, moeilijk parcours tot een fait divers en minimaliseert u de impact van autisme op het leven.

Toch hoeft die impact dus zeker niet louter negatief te zijn. Veel gerenommeerde wetenschappers, schrijvers of kunstenaars staan waar ze staan dankzij hun autisme, niet ondanks. Ik stoor me er dan ook geweldig aan wanneer autisme eenzijdig negatief in beeld wordt gebracht. Of ter sprake komt als (louter) een beperking. Of, zoals dit jaar in de zaak-Bart De Pauw gebeurde, als verzachtende omstandigheid bij een misdrijf wordt ingeroepen (DM 14/10). De geraffineerde manier waarop hij te werk ging sinds de aantijgingen aan het licht kwamen gaf mij de indruk dat dit eerder een rechtvaardiging dan een verklaring is, waardoor het vooral zijn toxisch gedrag verder illustreerde. “Hij kon er niet aan doen, mevrouw.”

Maar de haren rijzen me pas écht te berge wanneer er nog maar eens gealludeerd wordt op ‘het genezen van autisme’. Ook in deze krant werd gewag gemaakt van bumetanide, een medicijn dat “voortaan ook tegen autisme zou kunnen worden ingezet” (DM 13/11). Hoezo? Zelfs al kon je autisme wegnemen, ik weet dat veel mensen op het spectrum dat niet eens zouden willen. De atypische werking van ons brein geeft ons, misschien onverwachte, voordelen. 

Domeinspecifieke expertise, een eminent oog voor detail en een verrassende creativiteit door onze bijzondere kijk op de wereld. Dat zou ik zelf voor geen geld ter wereld willen missen. Als we willen investeren in nieuwe medicijnen: hoever staat de ontwikkeling van een pil die bekrompen opvattingen over neurodiversiteit geneest?