Direct naar artikelinhoud
Hemelpostaan Dixie Dansercoer

Joanie de Rijke: ‘Dixie Dansercoer, je grootste kracht was je boodschap aan de wereld dat álles mogelijk is’

Joanie de Rijke: ‘Dixie Dansercoer, je grootste kracht was je boodschap aan de wereld dat álles mogelijk is’
Beeld Philippe Callant / RV

In Hemelpost zeggen we vaarwel tegen hen die in 2021 zijn komen te gaan. Joanie de Rijke, journaliste, schrijft hier een brief aan Dixie Dansercoer, avonturier-poolreiziger. Hij werd 58 en overleed op 7 juni. 

Hey Dixie,

“Van warmte word ik lui”, zei je jaren geleden tegen me tijdens een interview. Je gedijde pas echt in de snerpende koude, op eindeloze verlaten ijsvlaktes, ver weg van de jachtige wereld, de files, de stress, de mensenmassa…

Zo leerde ik je kennen. Ergens eind jaren 90. Ik was een journalist op zoek naar verhalen waar mijn hart sneller van ging slaan en jij kwam op mijn pad. Een man met méér dan een verhaal. Je sprak met zo’n kennis van zaken en zoveel vuur over je poolreizen dat het niemand onberoerd liet. Dat was je kracht. Een van je vele. Je begeesterde, beklijfde en inspireerde. Met je dromen, je plannen. En vooral, met ze waar te maken. Ervoor te gaan.

Je nam me in je verhalen mee naar het ijzige Antarctica, waar je samen met bergbeklimmer Alain Hubert maar liefst 3.924 kilometer te voet aflegde op het ijs. Soms voortgetrokken door parafoils, sledes aangedreven door grote windzeilen. Honderd dagen van stilte, extreme koude en solitarisme. “Het ultieme avontuur, de grootste uitdaging die ik ooit ben aangegaan”, zei je toen je terugkwam.

Daarna volgden er nog vele ultieme avonturen en grootse uitdagingen. En ik volgde ze mee, op afstand. Je zin voor avontuur inspireerde me mateloos. Ik nam ze mee op mijn eigen reizen naar conflictgebieden waar mensen huilden, honger leden en elkaar uitmoordden. Een totaal andere wereld dan de barre ijsvlaktes waar jij je bevond. Maar je brede kijk op de wereld, je milde en tegelijk kritische analyses over de houdbaarheid van de mens en het aardse bestaan, daar had ik ook iets aan in de helle­oorden ver weg van de sneeuwvelden.

Je was een avonturier. Maar geen roekeloze. Je bereidde je voor op alle mogelijke en onmogelijke risico’s, op scenario’s waar velen niet aan moeten denken en anderen alleen maar van dromen. Je sleepte een jaar lang zware autobanden achter je aan door je woonplaats Huldenberg als training, dokterde de juiste voedingsprogramma’s uit om maanden op de pool door te brengen, je bezocht de meest uiteenlopende mensen die ervaring hadden met monotonie zodat je je mentaal kon wapenen tegen de lange dagen op het poolijs. Je was je er scherp van bewust dat je de gevaren tot op zekere hoogte tegemoet kon treden. Maar er was een grens. En die bewaakte je. Voor jezelf, je vrouw Julie Brown en je vier kinderen.

Spitsbroeder

Toch was je veel meer dan een poolreiziger en een avonturier. Je hield je bezig met wetenschap, met onderbouwde onderzoeken naar de dikte van het poolijs, de meting van de valwinden, de gevaren van de klimaatopwarming. Geen snipper afval die je achterliet in het poolgebied. De witte velden waar je doorheen trok, moesten onaangeroerd blijven.

Je vestigde records, dat ook. In 1997-1998 was je samen met Alain Hubert de snelste in afstand op de Zuidpool. In 2011-2012 legde je met Sam Deltour in 74 dagen meer dan 5.000 kilometer af op het Antarctische ijs; het wereldrecord van de langste niet-bevoorrade en niet-gemotoriseerde expeditie op de Zuidpool. In 2014 slaagde je erin om als eerste poolreiziger een rondvaart op de ijskap van Groenland te voltooien in 55 dagen, in gezelschap van een Canadese spitsbroeder. Met je ski’s en je vlieger had je alleen de wind om je te verplaatsen. Maar je deed het. Alwéér.

Tot deze zomer. Het werd je laatste expeditie. De laag ijs over de gletsjer­strook was te dun. Je viel met je slede in een diepe kloof. De reddingswerkers zochten de ganse nacht. Maar je was niet meer te redden.

Dixie, je grootste kracht was je boodschap aan de wereld dat álles mogelijk is. Het ultieme vrijheidsgevoel. Dat heb je meegegeven aan mij en aan zoveel anderen. Dank daarvoor. En rust nu maar zacht in de eeuwige ijs­velden.   

(Hemelpost, naar een idee van HP/De Tijd)