Direct naar artikelinhoud
Vijf vragenBioloog Xavier Vermeersch

Waarom u ook in de winter muggen en vlinders ziet opduiken

Archiefbeeld.Beeld DM

We verwachten ze pas in de lente, toch worden er nu al volop muggen en vlinders gespot. ‘De natuur is een beetje ontregeld’, zegt Xavier Vermeersch, bioloog en entomoloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

Waarom duiken er plots zoveel insecten op?

Vermeersch: “Dat komt vooral door het zachte weer. Normaal gaan vlinders en muggen in een diepe slaap waarin ze niet meer bewegen. Zodra de temperaturen klimmen in de lente worden ze weer actief. Ze worden dan wakker uit een soort winterslaap en komen tevoorschijn uit allerlei schuilplaatsen, zoals kelders, zolders, tuinhuisjes en holle boomstammen.”

Om welke insecten gaat het nu vooral?

“Om soorten die overwinteren als volwassene, zoals de dagpauwoog en de citroenvlinder. Zodra het warmer wordt zijn zij de eerste die je weer ziet rondfladderen. Hetzelfde geldt voor de gewone huismug, waarvan de vrouwtjesmuggen uit hun beschutte rustplaats komen en op zoek gaan naar een bloedmaaltijd.

De dagpauwoog.Beeld Ortwin Hoffmann

“Veel andere insecten gaan tegen het einde van de zomer dood. Ze verzekeren de volgende generatie door eitjes te leggen die de winter doorstaan of die nog net voor de winter uitkomen, waarna de larven op hun beurt overwinteren. In putje winter kun je bijvoorbeeld nog rupsen van het koolwitje, een dagvlinder, tegenkomen. Deze soorten hebben iets meer tijd nodig om uit te komen dan de volwassenen.

“Er zijn ook soorten die rondtrekken, zoals de atalanta, een vlinder die in koudere periodes weggaat naar het zuiden. Soms trekt de ene generatie dan naar het noorden, waar ze zich voortplant, waarna de volgende generatie weer naar het zuiden trekt. Er zijn altijd achterblijvers van die soorten, die nu mogelijk ook al te spotten vallen.”

Wat als de temperatuur opnieuw zakt?

“Dat hangt af van de omstandigheden. Als het plots heel hard vriest gaan sommigen dood of keren ze terug naar hun rustfase. Maar de koude is niet per se dodelijk. Veel hangt af van de beschikbaarheid van voedsel en schuilplaatsen. Zo voeden de meeste vlinders zich met de nectar van planten en bloemen. Als er daarvan voldoende aanwezig is, volstaat dat zelfs in het vroege voorjaar om zich te kunnen voortplanten.”

Is dit een trend die we nog vaker zullen zien?

“De laatste jaren zien we zachtere winters. Daardoor worden de insecten gemiddeld sneller weer actief. Tegelijk zorgen de warmere temperaturen ervoor dat bepaalde planten vroeger bloeien, waardoor de dieren makkelijker aan voedsel geraken. Eigenlijk is de natuur dus een beetje ontregeld. De klassieke activiteitscyclus schuift op.

“Of dit de komende jaren een trend blijft, is natuurlijk afwachten. De natuur is heel dynamisch en past zich aan schommelingen aan. Dat kan van jaar tot jaar sterk verschillen.”

Moeten we ons zorgen maken?

“Op sommige punten wel. Zo weten we dat er steeds vaker tropische muggen uit het zuiden oprukken naar onze contreien. In de toekomst kunnen zij een risico voor de volksgezondheid vormen vanwege de ziektes die zij meebrengen. Er duiken ook steeds meer vliegen op in de winter die overlast kunnen veroorzaken. Maar al bij al blijft die impact beperkt.

“De natuur trekt haar plan. De vlinders die nu al actief zijn kunnen zich bijvoorbeeld vroeger voortplanten en daar voordeel uithalen. Niet dat we komende zomer plots massaal veel vlinders en muggen gaan zien, maar soorten die normaal pas in de zomer opduiken kunnen wel al in de lente verschijnen. Volgend jaar kan het dan weer helemaal anders zijn.”