Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdZelftests

Alles over zelftesten tegen omikron: stop alvast niet zomaar een neuswisser in uw keel

Alles over zelftesten tegen omikron: stop alvast niet zomaar een neuswisser in uw keel
Beeld Discotheek Copacabana

Er rijzen twijfels over de zelftests op het coronavirus. Hebben we andere zelftests nodig, nu de omikronvariant wild om zich heen slaat? Steken we niet beter een wisser in onze keel dan in onze neus? En werkt zo’n zelftest überhaupt wel bij omikron? We beantwoorden alle vragen.

Het begon dinsdagochtend met een tweet van viroloog Marc Van Ranst (KU Leuven). We gaan volgens hem een onaangename periode tegemoet, met veel zieke mensen en een brutale overbelasting van de eerste lijn. Hij gaf enkele tips om die - hopelijk niet al te lange - periode door te komen, zoals 100 procent telewerk, het dragen van FFP2-maskers op drukke plaatsen én sneltesten. “Liefst met keelwisser dan neuswisser”, liet hij weten.

De reden daarvoor is eenvoudig: de omikronvariant zit, in tegenstelling tot zijn voorgangers, eerst in de keel en pas later in de neus. Wie zich in het begin van een besmetting test met een neuswisser, kan dus een valsnegatief krijgen. Oftewel: negatief testen terwijl hij toch besmet is.

Dat bleek enkele weken geleden al uit een onderzoek van het Rega Instituut van de KU Leuven. De helft van de antigeentesten die nu gebruikt worden, geven een valsnegatief resultaat in de eerste één à twee dagen van de besmetting. Omdat, zoals professor Van Ranst het verwoordt, “het virus dan de uitgangspoort nog niet heeft bereikt”.

Van Ranst is ook lang niet de enige die oproept om voor keelwissers te kiezen. Ook epidemioloog Eric Feigl-Ding, die lange tijd onderzoek deed aan de universiteit van Harvard, zei de afgelopen week herhaaldelijk dat we wereldwijd ons testbeleid moeten herzien. Hij zag namelijk heel wat patiënten passeren die negatief testen met een neuswisser, maar positief bleken te zijn wanneer ze een keelwisser gebruikten. 

Feigl-Ding verwijst ook naar een recent Zuid-Afrikaans onderzoek dat in de British Medical Journal verscheen. Het onderzoek, waarvan de kwaliteit weliswaar nog niet onderzocht werd door collega-wetenschappers, stelt dat speekseltesten en keelwissers beter de omikronvariant kunnen opsporen dan zijn voorgangers. De onderzoekers roepen op om wereldwijd van strategie te veranderen, en veeleer voor keelwissers en speekseltests te kiezen.

Massaal neuswissers gekocht

Maar ondertussen hebben we met z’n allen wel massaal neuswissers aangekocht, op aanraden van het federaal Crisiscentrum. In de week van Kerstmis alleen al verkochten apotheken in ons land meer dan 380.000 zelftests. Ook onder meer bij supermarkten en Kruidvat kun je goedkoper zelftests kopen. Hoeveel er daar verkocht zijn, is niet bekend. 

Hebben we dan de afgelopen dagen voor niets onze neus kapot gezelftest? “Neen”, zegt professor Van Ranst. “Wanneer de besmetting al wat langer bezig is, is zo’n neuswisser wel prima. Veel mensen hebben positief getest, en hebben daardoor hun gedrag aangepast.”

En vooral dat laatste is wat we willen bekomen met de zelftests, meent ook professor huisartsengeneeskunde Dirk Devroey (VUB). “Die zelftests zijn verre van wondermiddelen, maar hebben zeker hun nut omdat ze ons tijd doen winnen. Als de test positief is, is de kans heel groot dat je wel degelijk besmet bent. En dat weet je dan meteen, je hoeft er geen 24 uur voor te wachten zoals bij een PCR-test. Waardoor je je gedrag aanpast en zo wellicht veel minder mensen besmet.”

Die zelftests hebben met andere woorden vooral nut wanneer ze twee streepjes vertonen. En dat is niet hoe velen de aanbeveling ‘doe een zelftest voor het feest’ hebben geïnterpreteerd. Devroey: “Mensen dachten: ik ben negatief, dus nu mag ik zonder problemen mijn naasten zien. Maar zo werkt het niet. Krijg je een negatief resultaat, dan weet je daar eigenlijk niets mee. Het betekent helemaal niet dat je niet besmet kan zijn.”

Negatief wil enkel zeggen dat er op dat moment geen virus gedetecteerd is. Omdat er ofwel geen of niet genoeg virus is, ofwel omdat de test simpelweg niet goed werd uitgevoerd. “Daar wringt nog heel vaak het schoentje”, meent professor Devroey. “Soms steken we het stokje niet lang of diep genoeg in de neus of draaien we niet voldoende. En neen, het controlestreepje wil niet zeggen dat je de test goed uitgevoerd hebt. Dat is een misvatting. Het betekent enkel dat je voldoende vocht op het teststrookje hebt laten druppelen. Mocht je de wisser in je oor stoppen en de test doen, krijg je wellicht nog altijd een controlestreepje te zien.”

De test goed uitvoeren én zoveel mogelijk keelwissers gebruiken, lijkt dus de boodschap. Moeten we dan onze neuswisser maar in onze keel steken? “Neen”, waarschuwde het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen (FAGG) dinsdag al. Niet alle sneltests zijn namelijk gemaakt voor zowel de neus als de keel. Er zijn sneltests met lange en met korte stokjes. Die met korte stokjes zijn doorgaans niet geschikt voor in de keel. De lange, die ook door apothekers gebruikt worden, kunnen soms wel. Maar het veiligst is om de instructies op de handleiding te volgen, stelt het FAGG. Dat laat ook nog weten dat fabrikanten momenteel werken aan zelftests die geschikt zijn voor zowel neus als keel.

En wat met de PCR-testen, die ook in de neus afgenomen worden?  Daar is voorlopig geen probleem mee, verzekeren experts. Een PCR-test detecteert genetisch materiaal van het virus en is nog altijd de meest betrouwbare test. Al zou een combinatie van neus- en keeltest mogelijks wel nog een betere uitkomst kunnen bieden. Professor Devroey: “Dat deden we helemaal in het begin van de epidemie ook, beide combineren. Nu zou ik zeggen: is er sprake van neusloop, gebruik dan een neuswisser. Is er keelpijn, gebruik dan een keelwisser.”