Een druppel honingdauw hangt aan een schildluis.
Jacilluch/Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0

Honingdauw besmet met insecticides vormt een bedreiging voor nuttige insecten

Neonicotinoïden en andere zogenoemde systemische insecticides kunnen honingdauw besmetten, zo blijkt uit een internationale studie. Honingdauw is een zoete stof die afgescheiden wordt door insecten die plantensappen opzuigen en het vormt een belangrijke voedingsbron in landbouw-ecosystemen voor nuttige insecten. De vervuilde honingdauw kan een bedreiging vormen voor die insecten, die er zelfs aan kunnen sterven.  

Een internationaal, multidisciplinair team heeft de wetenschappelijke literatuur over het onderwerp doorgenomen en is tot de conclusie gekomen dat systemische insecticides in honingdauw een ernstig probleem vormen, vooral in teelten op grote oppervlakken die doorgaans met deze producten behandeld worden. 

Systemische insecticides zijn verdelgingsmiddelen die doorheen heel de plant aanwezig zijn. Vaak worden ze in een coating op de zaden aangebracht en als de plant dan ontkiemt en groeit, doodt de insecticide in het plantensap de insecten die zich met de plant voeden. 

Honingdauw is het suikerrijke uitscheidingsproduct van insecten die plantensappen opzuigen, zoals bladluizen, schildluizen, motluizen en bladvlooien. 

"Deze rijke bron van koolhydraten is een algemeen voedsel voor veel nuttige insecten, waaronder bestuivers zoals bijen en vliegen, en voor sommige natuurlijke vijanden van plaaginsecten, zoals mieren, wespen en kevers", zei John Tooker. "Honingdauw komt in landbouw-ecosystemen vaak meer voor dan nectar". 

Tooker is een professor entomologie (insectenkunde) aan de Pennsylvania State University en een van de auteurs van de nieuwe studie.  

Mieren 'melken' bladluizen op een sojaplant. De bladluizen scheiden dan honingdauw af die door de mieren wordt opgegeten.
Ian Grettenberger

Neonicotinoïden

In hun overzicht citeerden de onderzoekers een studie uit 2019 door een aantal van de mede-auteurs, waaruit blijkt dat honingdauw een nieuwe manier van blootstelling vormt aan neonicotinoïden, de meest gebruikte groep van systemische insecticiden ter wereld.  

Als onderdeel van die studie verrichtten de onderzoekers chemische analyses van honingdauw die was afgescheiden door insecten die zich voeden met sap van planten die behandeld waren met neonicotinoïden. 

Ze vonden duidelijke bewijzen dat die honingdauw besmet was en giftig voor nuttige insecten zoals parasitaire wespen en bestuivende zweefvliegen, die enkele dagen nadat ze de besmette honingdauw gegeten hadden, stierven. 

De studie uit 2019 werd door de industrie sceptisch onthaald omdat ze was uitgevoerd in laboratoriumomstandigheden die mogelijk in het veld niet voorkomen. Daarop verrichtten een aantal leden van het onderzoeksteam een tweejarige studie op het veld, waaruit bleek dat neonicotinoïden van sojaplanten die gekweekt waren uit zaden met een neonicotinoïden-coating, in de honingdauw van bladluizen voorkwam 30 tot 40 dagen nadat de bonen gezaaid waren. 

"Verder werk door ons consortium en studies van andere onderzoekers hebben aangetoond dat het fenomeen wijdverspreid is, en zich voordoet bij verschillende plantensoorten en verschillende producenten van honingdauw. Het komt ook voor bij ettelijke systemische insecticides die op verschillende manieren werken en op verschillende manieren toegepast worden", zei mede-auteur Miguel Calvo-Agudo van het Instituto Valenciano de Investigaciones Agrarias in Valencia. "Ten gevolge daarvan lopen veel nuttige insectensoorten het risico  blootgesteld te worden aan neonicotinoïden via besmette honingdauw."

Honingdauw op bladeren.
Dmitri Don/Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0

Grootschalige teelten

In het overzicht van het onderzoeksteam wordt relevante informatie geanalyseerd uit de vakgebieden van de fysiologie van planten en insecten, de toxicologie en de ecologie om de systemische insecticides te identificeren die het meeste kans maken om de honingdauw te bereiken en de insectensoorten die het meeste kans maken om vervuilde honingdauw uit te scheiden.   

Zo zijn de auteurs bijvoorbeeld ernstig bezorgd over invasieve, plantensappen zuigende insectensoorten die resistent zijn aan of tolerant voor systemische insecticides, en die grootschalige teelten infesteren, zoals maïs, tarwe, rijst en gerst, teelten die doorgaans met systemische insecticides behandeld worden.

Die teelten zijn goed voor meer dan 50 procent van de wereldwijde teeltoppervlakte en honingdauw is de belangrijkste bron van koolhydraten in deze teelten voor nuttige insecten. 

De overzichtsstudie kan leiden tot een betere bewustwording rond het probleem bij programma's voor de geïntegreerde bestrijding van plaaginsecten en bij de agentschappen voor milieubescherming die het gebruik van systemische insecticides reguleren, zeggen de onderzoekers. 

Een van de conclusies van de onderzoekers is een aanbeveling dat die agentschappen het gebruik beperken van sterk in water oplosbare, systemische insecticides die moeilijk afbreekbaar zijn, en ook van insecticides met een breed spectrum om te vermijden dat er een onbedoelde impact is op nuttige soorten via honingdauw en door andere manieren van blootstelling. 

"Ons overzicht beschrijft hoe honingdauw die besmet is met systemische insecticides een rol kan spelen in de achteruitgang van insecten", zei Tooker. "Honingdauw is een verborgen oorzaak van directe en indirecte interacties tussen insecten, die waarschijnlijk een invloed heeft op de populatiedynamiek van planteneters, biologische controlemiddelen en bestuivers." 

De overzichtsstudie van de Amerikaanse, Nederlandse en Spaanse onderzoekers is gepubliceerd in Biological Reviews. Dit artikel is gebaseerd op een persbericht van de Pennsylvania State University.

Een mier drinkt een druppel honingdauw van bladluizen.
Dawidi, Johannesburg, South Africa/Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.5

Meest gelezen