Wout van Aert heeft een speciale band met de Strade Bianche. Toen hij er op 1 augustus 2020 won, was het zijn eerste klassieke zege. In 2018 had hij met de derde plaats in de Italiaanse grindklassieker al een eerste keer hoge ogen gegooid in het inter­nationale wegwielrennen en ook in 2019 (derde) en 2021 (vierde) finishte hij sterk in Siena.

Maar het lijkt er sterk op dat er dit jaar geen vijfde ­opeenvolgende deelname volgt. Om in april ­voldoende fris te zijn voor de Ronde van ­Vlaanderen en Parijs - Roubaix wil zijn ploeg Jumbo - Visma ­sleutelen aan het programma van de kopman.

“Het is ons de voorbije ­jaren nog niet gelukt om met Wout een ­kasseimonument te winnen, dus ­misschien moeten we eens een ­andere steen omkeren en de ­aanloop anders aanpakken”, ­aldus sportief manager ­Merijn Zeeman. “Milaan - Sanremo (19 maart) wordt zijn eerste grote afspraak. Nadien volgen Harelbeke (25 maart), Gent - Wevelgem (27 maart), de Ronde (3 april) en ­Roubaix (17 april).”

Geen Strade Bianche dus voor Van Aert. “Die wedstrijd maakt geen deel meer uit van zijn prioriteitenlijstje, omdat de datum moeilijk ligt.”

Wel Parijs - Nice en Omloop?

In de plaats van de Strade Bianche en de Tirreno - Adriatico zou Van Aert zo voor het eerst starten in ­Parijs-Nice (6 tot 13 maart). Ook de Omloop Het Nieuwsblad (26 ­februari) staat op zijn programma als eerste wedstrijd van zijn weg­seizoen, tenminste als hij thuis blijft van het WK veldrijden in de ­Verenigde Staten op 30 januari. Mikt hij alsnog op een vierde ­wereldtitel in de cross, dan wordt ­Parijs - Nice zijn eerste weg­wedstrijd. Ploegmaat en mede­kopman in het voorjaar Tiesj Benoot zou dan de ­Strade Bianche en de ­Tirreno - ­Adriatico rijden.

LEES OOK. Drie mogelijke scenario’s voor Wout van Aert na het BK van zondag, met slechts 5% kans op de WK-piste