Direct naar artikelinhoud
InterviewFrank Vermassen

Hoofdarts Frank Vermassen (UZ Gent): ‘Misschien wordt voor het eerst intensieve zorg niet het knelpunt’

Frank Vermassen.Beeld Wouter Maeckelberghe

Voorbereiden op het ergste en hopen op het gunstigste. Dat luidt alweer het devies voor de ziekenhuizen. Hoofdarts Frank Vermassen (UZ Gent) schat de situatie in nu de omikronvariant de cijfers domineert. ‘We gaan voor een stukje blind moeten varen.’

“Eerlijk: niemand weet precies wat er ons de volgende weken precies te wachten staat”, zegt Frank Vermassen, hoofdarts van UZ Gent. Het is niet voor het eerst in deze pandemie dat de ziekenhuizen met ingehouden adem de stijgende cijfers in de gaten houden. 

De besmettelijke maar minder ziekmakende omikron schudt de kaarten helemaal door elkaar. En met nog steeds 500 covidpatiënten op intensieve zorg zijn de ziekenhuizen nog steeds herstellende van de laatste deltagolf. 

Toch koos UZ Gent er als eerste voor om tijdens de eindejaarsperiode het aantal bedden op intensieve zorg tijdelijk te verminderen. Waarom?

“Dat doen we nu eenmaal elk jaar. Dit jaar wilden we het personeel even de tijd gunnen om te bekomen van een lastige periode, want anders zouden we sowieso later in de problemen komen door personeelsuitval. Nu ben ik blij dat we hen dat konden gunnen, want de komende weken zullen we ons weer schrap moeten zetten.”

In het buitenland zien we dat omikron tot enorme besmettingsgolven leidt, maar dat er voorlopig minder ziekenhuisopnames uit volgen. Putten jullie daar geen hoop uit dat deze golf kan meevallen?

“Het kan echt alle kanten op. We zien inderdaad dat het verschil in besmettingen en hospitalisaties groter is, maar we zien ook dat de hospitalisaties daar nu beginnen te stijgen. Bovendien: als het aantal besmettingen hier echt de pan uit swingt, dan gaan er toch grote aantallen ziekenhuisopnames volgen.”

Het valt wel op dat bij de ziekenhuisopnames in het buitenland voorlopig veel minder patiënten aan de beademing moeten. 

“Dat klopt. Er zijn ook minder opnames op intensieve zorg tegenover het aantal hospitalisaties. Misschien worden voor het eerst in deze pandemie de diensten intensieve zorg niet het knelpunt, maar net de andere afdelingen van het ziekenhuis. Zij kunnen onder druk komen te staan door de grote volumes aan patiënten, maar ook omdat heel wat personeel wellicht besmet zal worden. Als de besmettingscijfers in heel de bevolking records gaan breken, zie ik geen reden waarom dat bij ons personeel niet het geval zou zijn. Dat zagen we bij de vierde golf ook al. Gelukkig hebben we nog net allemaal een booster gekregen.”

Tot nu toe konden we de klok erop zetten: stijgen de besmettingen, dan volgen niet veel later de ziekenhuisopnames en daarna ook de diensten intensieve zorg. Maar door het nieuwe testbeleid blijven heel wat besmettingen onder de radar. Maakt dat het moeilijker om in te schatten hoe groot de toestroom aan covidpatiënten wordt?

“Ja, we verliezen een van de earlywarningsystemen. Uiteraard proberen we zelf projecties en data-analyses te doen, maar als niet iedereen getest wordt, gaan we toch voor een stukje blind moeten varen. En gaan we dus nog meer naar de hospitalisatiecijfers zelf moeten kijken. Dan kun je natuurlijk nog weinig anticiperen op wat de volgende dagen komt.”

Hadden we het quarantaine- en testbeleid dan niet mogen versoepelen?

“Toch wel. Ik kan me erin vinden dat men de duur van de quarantaine wou versoepelen voor mensen die geen symptomen hebben en niet besmettelijk zijn. Anders zal je de komende weken te veel mensen hebben die onnodig van de arbeidsmarkt gehouden worden, en dat zou ook in onze sector voor problemen zorgen. Maar dat er bijvoorbeeld helemaal geen beperkingen zijn voor mensen met een booster, lijkt me wel erg risicovol. Wij raden mensen na hoogrisicocontact alleszins nog altijd aan om een zelftest te doen.”

Daarnaast lijkt er nu eindelijk toch een coronabarometer te komen, om te beginnen in de cultuur- en evenementensector. Bent u daar voorstander van?

“Ik ben zeker voorstander van het idee, omdat het voor meer standvastigheid in de beslissingen kan zorgen. Alles beter dan maatregelen die om de week veranderen. Ik ben geen motivatiepsycholoog, maar het lijkt me dat je met zulke maatregelen ook mensen makkelijker kunt motiveren om de regels te volgen. Alleen is de vraag welke parameters je daarvoor gebruikt.”

Een van de voornaamste parameters zou het aantal bezette bedden op intensieve zorg zijn. 

“Ja en dat toont meteen de moeilijkheid. Zoals ik net al zei worden de diensten intensieve zorg bij deze golf misschien niet het knelpunt, maar komen andere afdelingen wellicht in de problemen. De parameters waarop je je moet baseren verschuiven voortdurend in deze pandemie, en al helemaal in deze fase. Wellicht is dat ook de reden waarom er al veel over zo’n barometer gesproken is, maar dat die er nog altijd niet gekomen is.”

Over een langetermijnaanpak gesproken: in deze krant viel dinsdag te lezen dat er vanuit de ziekenhuissector verschillende voorstellen kwamen om onder meer intensieve zorg te hervormen. Maar de plannen stierven een stille dood bij de regering. Hoe kijkt u daarnaar? 

“Het is jammer om vast te stellen dat voorstellen om te werken aan een structurele aanpak amper gevolg krijgen. Ik zie dat de regering daar nu plannen rond maakt, maar dat had al veel vroeger gekund. Je ziet dat heel wat ziekenhuizen dan maar zelf aan de slag zijn gegaan om na te denken over hoe ze zich anders kunnen organiseren. Ook de samenwerking tussen de ziekenhuizen vandaag is niet te vergelijken met aan het begin van de crisis. Daar kan het dus blijkbaar wel.”