Direct naar artikelinhoud
ReportageArdennen

‘Als de Hoge Venen wit kleuren, komt het kind naar boven’

‘Als de Hoge Venen wit kleuren, komt het kind naar boven’
Beeld Wouter Maeckelberghe

Voor wie de klassieke skivakantie tegenwoordig een alp te ver is, voorzagen de Hoge Venen dit weekend een heerlijk compromis à la belge: 27 centimeter sneeuw, kilometers file.

Het is altijd wat met die Hoge Venen. Sneeuwt het een heel winterseizoen niet? Dan heb je als journalist een retourtje Eupen aan je been. Sneeuwt het die ene keer wel? Dan ook. Het voordeel aan de eerste piste: er is geen kat op de baan. Maar een paar tiental centimeter sneeuw, via een persberichtje de wereld in gestuurd, en de Hoge Venen blijken plots een oninneembare vesting.

Beneden in de parel van de Oostkantons is er nog niet bijster veel van te merken, behalve een handvol wagens wier dak gepimpt is met een centimeterdik laagje van wit goud. Maar hoe verder de N68 zich naar boven slingert, richting gevestigde namen als Baraque Michel, Mont Rigi of Signal de Botrange, hoe meer de sneeuw aanzwelt en hoe trager het verkeer zich voortsleept. “Er zijn hier meer Hollandse kentekens dan in Antwerpen”, zegt de fotograaf een beetje verbaasd.

Van heinde en verre – maar toch vooral vanuit Limburg en de Kempen – is het volk naar deze plek afgereisd op zoek naar een sprankeltje hoop. Een vrije parkeerplaats is ook al heel wat. Sommige mensen wandelen dan maar een paar kilometer langs een volgepakte autoweg om in de brasserie van de Baraque Michel een meeneemkoffie te bestellen en terug te keren naar de wagen, zo lijkt het bijna.

Wakke boel

Wie snel koude handen krijgt, wordt van dit soort taferelen een tikkeltje chagrijnig. Andere mensen hadden het best naar hun zin. Jolien en Ben uit Turnhout zijn vroeg opgestaan – slim – en stonden voor het eerst op de langlauflatten. “Twaalf euro voor een paar latten, en de schoenen erbij. Dat is geen geld”, zeggen ze. Dat de paden op sommige locaties al een beetje bruin gegleden en gestapt zijn, kan de pret niet bederven. “En anders stappen we wel een stuk”, zegt Rudy Peeters, die met zijn kroost uit Aarschot “eens een andere gezinsuitstap” deed. Ideaal zo, op het eind van de kerstvakantie nog wat punten scoren.

“Courage als jullie er nu nog aan moeten beginnen”, roept iemand ons bij het lattenkraam toe. Dat blijkt, zo horen we van de bosbeheerder, eigenlijk best een terechte waarschuwing. Er zijn altijd mensen die de afstand van hun route volledig mis inschatten en als het donker is de hulpdiensten bellen.

Het is bovendien ook “heel erg vermoeiend, alsof je snelwandelt met skilatten aan je voeten”, zegt Alexander, en dat volstaat eigenlijk al om de verleiding te weerstaan. We zijn blijkbaar niet de enigen, het merendeel van de mensen wandelt en sleept een slee of een kind of een hond achter zich aan. “Het is lang kalm gebleven vanochtend”, zegt Roland Jacques, die al jarenlang materiaal verhuurt op deze plek. Zo’n 150 paar latten heeft hij weten te verpatsen, nog niet de helft van “een échte goede dag”.

Het is een teleurstelling, dat lees je zo van zijn robuuste gezicht af – de koude heeft er groeven in geslagen. Een hoofdinkomen hangt er in deze streek niet aan vast, maar wel iets “en plus”. Vorig jaar werd de wintersport verboden, het jaar voordien moesten ze hier genoegen nemen met amper vijf pistedagen.

De laatste topcondities dateren alweer van 2016-2017, toen alpineskiën in Ovifat of Vielsalm nog niet als een vleesvervanger aanvoelde. “Er is nu wel sneeuw gevallen, maar we flirten te vaak met het vriespunt. Dan krijg je een wakke boel”, zegt Jacques.

Ze zullen ermee moeten leven. In vergelijking met de jaren 60, toen er gemiddeld zo’n tweeëneenhalve maand sneeuw lag, is het sneeuwtapijt in de Hoge Venen jaarlijks 15 à 20 dagen minder aanwezig. Het gaat niet beteren, ook al bouwen ze zoals in Ovifat twee sneeuwkanonnen – goed voor 700.000 euro, waarvan drie kwart gesubsidieerd door het Waals Gewest. Pas vanaf min 5 graden komen die in actie.

Dagjesgekte

“Ach, dit is ook maar een van de vele kleuren die je hier te zien krijgt”, zegt de bosbeheerder, vanaf het uitkijkpunt aan Signal de Botrange. De Hoge Venen rollen er zachtjes naar beneden, wat een spectaculair panorama biedt. “Straks wordt het schouwspel hier weer geel, of donkergroen. Het is altijd prachtig.”

Hij heeft overschot van gelijk, en de huidige situatie heeft sowieso een pervers effect: hoe minder gespreid het sneeuwseizoen, hoe groter de dagjesgekte. “Die verkeersdrukte is waanzin, maar ik blijf het wel bijzonder vinden”, zegt Anita Fohn, vertrouwd gezicht in het toeristeninfopunt aan Signal de Botrange. “Weet je wat het is? Het geluid van voetstappen in de sneeuw. Dat vind ik zo rustgevend.” Ze wijst er ook op hoe ouders hier een soort fierheid vinden, in het tonen van de sneeuwpracht aan hun kind. “En ook bij hen komt het kind dan weer een beetje boven, dat zie je bijna altijd.”

Even verderop zien we de jonge Viktor nogal letterlijk van het sneeuwtapijt proeven – de allereerste keer op langlauflatten is geen ponykamp. “Hij is het een beetje beu, denk ik”, zegt zijn vader Peter liefdevol. “Maar het blijft wel bij. Ik weet nog goed hoe ik hier zelf voor de eerste keer met mijn vader en nonkels naar toekwam om in de sneeuw te ploeteren. Dat zijn echt memories.”

Viktor knikt, ondanks de vele valpartijen. “Volgend jaar opnieuw.” En dan moet de obligate warme chocomelk nog komen, die deze herinnering van een warm dekentje zal voorzien.

Dagjesgekte
Beeld Wouter Maeckelberghe
Dagjesgekte
Beeld Wouter Maeckelberghe
Dagjesgekte
Beeld Wouter Maeckelberghe
Dagjesgekte
Beeld Wouter Maeckelberghe