Direct naar artikelinhoud
InterviewIlkka Salmi

EU-coördinator voor antiterreur: ‘Radicalisering van antivaxbeweging is dreiging die we ernstig nemen’

Ilkka Salmi, EU-coördinator voor terrorismebestrijding, op het hoofdkwartier in Brussel.Beeld AFP

De Europese Unie heeft met de Fin Ilkka Salmi een nieuwe coördinator voor terrorismebestrijding. Jihadisme en politieke extremismen zijn dit jaar prioritair, maar ook Russische inmenging, cyberterreur en radicaliserende antivaxers staan op zijn radar.

Ilkka Salmi (53) volgde in oktober de gepensioneerde Belg Gilles de Kerchove op. De Finse contraterreur-expert heeft er een lange carrière in de veiligheidsdiensten op zitten. Hij ziet vier prioriteiten voor dit jaar, vertelt hij tijdens ons Zoom-gesprek. “Afghanistan dreigt weer een veilige haven te worden voor terreurbewegingen. Gewezen IS-strijders en hun verwanten in Syrische kampen kunnen een uitdaging worden als de situatie er blijft verslechteren. Er is ook toenemend gewelddadig politiek extremisme in Europa op de uiterste rechterflank en, in mindere mate, bij radicaal-links. 

“En we gaan meer focussen op de rol van nieuwe disruptieve technologieën. We moeten ons ervan verzekeren dat de terroristen daar geen misbruik meer van kunnen maken. Onze veiligheidsdiensten moeten dan wel inzage krijgen in deze technologieën, mits inachtneming van privacywetten.”

Hoe bezorgd bent u een jaar na de bestorming van het Capitool in de VS over rechts-extreem politiek geweld in de EU?

“Zelfs als islamistisch extremisme nog steeds de eerste terreurdreiging is, is het duidelijk dat veel EU-lidstaten bezorgd zijn over rechts-extremistisch geweld, zoals in uw land België, maar ook Duitsland, Nederland en de noordelijke lidstaten. Dit is een evolutie die mijn diensten nauwgezet opvolgen.

“Een complicerende factor blijft dat de geweldplegers dikwijls eenzame actoren zijn of in kleine cellen werken die geïnspireerd worden door haatpropaganda op het internet. Ik verwacht daarom veel van nieuwe EU-wetgeving die vanaf volgende zomer internetplatformen verplicht om terreur- en geweldpropaganda te verwijderen vanaf die opduikt. Idealiter krijgen we ook inzicht in de algoritmes van de socialemediaplatformen, om te voorkomen dat terreurboodschappen zich verspreiden. De Europese Commissie staat hierover in dialoog met de providers. Terreurpropaganda moet nog sneller van het net verdwijnen.”

Bij recente betogingen tegen het coronabeleid brak geweld uit. Er waren ook al fysieke bedreigingen tegen politici en virologen. Hoe groot is uw vrees voor terreur vanuit die hoek?

“Een pertinente vraag. Allereerst, er is vrijheid van meningsuiting en betogen, dat spreekt voor zich. Geweld tijdens betogingen is ook geen terreur, maar crimineel gedrag. Maar zoals u terecht opmerkt, zien we in sommige landen, waaronder België en Nederland, radicale antivaccinatiegevoelens steeds meer hand in hand gaan met radicale anti-overheidssentimenten. Hoewel er vanuit die hoek gelukkig nog geen terreur plaatsvond, moeten wij naar de horizon kijken en dit nauwlettend in de gaten houden, ook om te zien hoe deze groepen evolueren als de pandemie voorbij is. Ik weet dat de veiligheidsdiensten dit nu als dreiging ernstig nemen.”

BIO - Geboren in Turku (Finland), 53 jaar - Studeerde rechten aan de Universiteit van Turku en ULB Brussel - Is sinds oktober EU-coördinator terreurbestrijding  - Van 2020 tot september ’21 was hij directeur van het Disaster Preparedness and Prevention Directorate van de Europese Commissie - 2018-’20: hoogste ambtenaar Fins ministerie van Binnenlandse Zaken, Veiligheid en Migratie - Gewezen directeur EU Intelligence & Situation Centre - Gewezen directeur Finse veiligheids- en inlichtingendienst

Intussen kunnen dreigingen vanuit Afghanistan een blinde vlek zijn, want we zijn er weg. Hoe groot is de kans op een terugkeer van Al Qaida en IS-terreur van daaruit?

“Op korte termijn evolueert de situatie nog. We moeten de woorden van de taliban (dat ze geen terreurbewegingen tolereren, MR) beoordelen op hun daden. Helaas zijn er in het land al bloedige aanslagen gepleegd door IS-Khorasan. Als de taliban het land niet onder controle krijgen, groeit op middellange en lange termijn de kans dat ook terreurbewegingen als Al Qaida zich in het land hervestigen en van daaruit Europa weer in het vizier nemen.”

In Parijs vindt nu het terreurproces over de aanslagen van 2015 plaats. Dat bracht coördinatieproblemen aan het licht tussen België en Frankrijk. Welke lessen leert u daaruit om herhaling te voorkomen?

“Voor IS is het geografische kalifaat verdwenen, maar hun ideologie is nog aanwezig en kan opduiken in andere vormen en groepen. Hun terreurdreiging blijft voor ons de voornaamste. 

“Ik ben twee decennia actief in de contraterreursector en wat ik leerde is dat de samenwerking tussen de lidstaten telkens vorderde na aanslagen, eerst na 9/11 en dan na de aanslagen van 2015 in Parijs en 2016 in Brussel. Het spreekt wel voor zich dat het nog altijd beter kan, maar er zijn toch reuzenstappen gezet. Helaas kan je zelfs dan niet alle verdachten 24/7 laten observeren. Op EU-niveau moeten we ons wel verzekeren van wetgeving om informatie vlotter uit te wisselen tussen de veiligheidsdiensten, zoekend naar een balans tussen veiligheid en privacy. Dit is een werk dat nooit af is.”

Mogelijke IS-medeplichtigen van de aanslagen bevinden zich nog steeds in gevangenissen in Syrië, en hun verwanten in kampen daar. De ene lidstaat haalt familieleden terug, de andere niet, of bekijkt elk dossier individueel. Waarom geen gelijklopende EU-aanpak?

“Ik denk niet dat we de kwestie van individuele repatriëringen Europees kunnen organiseren. Dit is een typische bevoegdheid van de lidstaten, want het gaat om hun nationale veiligheid. Dit gezegd zijnde, ik denk dat we op EU-niveau wel kunnen kijken of we de humanitaire omstandigheden in de resterende kampen kunnen verbeteren en ons er, idealiter, zo tegelijk van kunnen vergewissen dat er geen verdere radicalisering plaats kan vinden.

“Intussen blijft het belangrijk dat, ondanks de verschillen, elke lidstaat heel goed de gerepatrieerden onderzoekt, en desnoods vervolgt als er bewijslast is. Met onze diensten onderzoeken we nu per lidstaat de aanpak van opvolging van wie wordt vrijgelaten. Het doel is dat ze op een dag gederadicaliseerd kunnen reïntegreren in onze samenleving. Wij gaan de beste methodes hierover uitwisselen tussen de lidstaten”

Mali is ook een nieuwe voedingsbodem voor jihadistische terreur. Kan die terreur zich van daaruit ook op Europa richten, nu we er soldaten naartoe sturen?

“Ja, mijn voorganger sprak terecht al over de ‘afrikanisering van de jihad’. De IS-ideologie reist. De situatie in de Sahel verslechtert snel. We moeten bezorgd zijn, niet alleen over Mali, waar Frankrijk en België troepen naartoe sturen, maar ook over een mogelijke export van terreur naar Europa zelf. Het staat groot op onze radar.”

Franse soldaten patrouilleren in de Malinese stad Timboektoe.Beeld AFP

In Europa pleegden Russische spionnen ook dodelijke aanslagen. Vreest u voor een herhaling nu de spanning met Moskou oploopt?

“Dit is een kwestie waarover ik en mijn diensten bezorgd zijn, al is dit onvoorspelbaar. Ik ben er wel van overtuigd dat de veiligheidsdiensten van elke lidstaat dit als een prioriteit zien. Ze moeten ook desinformatiecampagnes proberen te onderscheppen. Zweden heeft zelfs al een agentschap opgericht om dit tegen te gaan en dat vond ik een goede zaak.

“Ook de gedwongen uitdrijvingen van migranten vanuit Wit-Rusland naar Polen baren ons zorgen omdat terreurorganisaties van deze situatie misbruik kunnen maken.”

Zijn we voldoende beschermd tegen cyberterreuraanslagen op onze kritische infrastructuur?

“Een relevante vraag. Ik ben overtuigd dat de lidstaten zich erg bewust zijn van potentiële cyberdreigingen. Gelukkig hebben we nog geen echte cyberaanval door terreurgroeperingen gezien. Tot nu kwamen ze van inlichtingendiensten van staten. Door de snelle technologische evolutie mogen we wel niet uitsluiten dat andere actoren ook dit pad inslaan. Er komt een nieuw voorstel van de Commissie om ons hier beter tegen te wapenen”.

Terreurnetwerken kunnen worden gesaboteerd door hun geldstromen te onderbreken, maar wordt dat niet moeilijker door cryptovaluta als bitcoin?

“Ook dit is zeer actueel. Cryptovaluta zijn typisch een van de nieuwe techfenomenen waarmee terroristen en de georganiseerde misdaad proberen justitie te ontlopen. De schaal waarop cryptovaluta door hen worden gebruikt, is nog onduidelijk. Daarom is het erg belangrijk dat de financiële inlichtingendiensten van lidstaten hun samenwerking verbeteren om deze nieuwe fenomenen van illegale financiering te bestrijden, dat er wetgeving komt én een dialoog met de providers. Follow the money blijft vaak de efficiëntste manier om criminele en terreurnetwerken te ontmantelen.”