Recordaantal bedrijfs- en salariswagens: "Er is nog geen alternatief verloningsmiddel dat evenveel gewaardeerd wordt"
22 procent van de bedienden in de privésector had vorig jaar een bedrijfs- of salariswagen. Nooit eerder was dat aantal zo hoog: vijf jaar geleden ging het nog om net geen 18% van de bedienden. Dat blijkt uit de mobiliteitsbarometer van HR-dienstenbedrijf Acerta.
Ook al geraakte telewerk door de coronacrisis stevig ingeburgerd, toch blijft de bedrijfswagen populair: nooit eerder kreeg 22% van de bedienden in de privésector zo'n auto. Het gaat dan zowel om bedrijfsauto's die nodig zijn om je werk te kunnen uitoefenen als om salarisauto's als aanvulling op je loon. Ook bedienden die een stuk van hun brutoloon inruilen voor een wagen, zitten in de cijfers. Vijf jaar geleden ging het nog om net geen 18% van de bedienden die een bedrijfs- of salarisauto hadden.
Charlotte Thijs, mobiliteitsexpert bij HR-dienstenbedrijf Acerta verklaart het succes van de salarisauto: "Het gaat om een aantrekkelijk verloningsmiddel. Zeker in tijden van een krappe arbeidsmarkt is dat een sterke troef om mensen aan te kunnen werven. Werknemers en werkgevers vinden nog geen alternatief dat evenveel gewaardeerd wordt waardoor men altijd bij die wagen terecht gaat komen."
Werkgevers en werknemers zijn bezig met vergroenen en ze zijn langzaamaan hun opties aan het verkennen
Met 67,1 procent gaat het volgens de mobiliteitsbarometer meestal om dieselauto's, 25,3 procent rijdt rond met benzine. Het aantal auto's op elektriciteit of gas, en het aantal hybride auto's blijft beperkt maar stijgt in totaal sinds 2020 wel van 3,6 naar 7,6%. Charlotte Thijs verwacht de komende jaren vooral een stijging van elektrische auto's: "Door de stimulans van de nieuwe fiscale maatregelen begint de elektrische auto aan z'n inhaalmanoeuvre. We merken dat werkgevers en werknemers bezig zijn met vergroenen en dat ze hun opties langzaamaan aan het verkennen zijn."
Auto blijft populairste vervoermiddel naar het werk
Met of zonder salariswagen blijven de meeste mensen ervoor kiezen om met de auto naar het werk te gaan: maar liefst 60,3 procent zegt altijd de auto te nemen. Zeker in coronatijden ziet Charlotte Thijs dat percentage niet meteen dalen: "Mensen kiezen enerzijds een veilige optie waarbij ze alleen in de auto zitten om zich te verplaatsen. Anderzijds biedt de auto ook de flexibiliteit om geen rekening te hoeven houden met de tijdschema's van het openbaar vervoer."
Net dat openbaar vervoer verliest aan populariteit door de coronacrisis: het percentage werknemers dat – thuiswerkdagen niet meegerekend – élke dag met het openbaar vervoer naar het werk komt, is gedaald van 6 procent in 2020 naar 5,7 procent in 2021.
Het aantal fietsvergoedingen bleef dan weer stabiel tegenover 2020: 14,9 procent van de werknemers komt altijd met de fiets naar het werk.
